n
087
De conclusie
BHIC
HUA
GA
Tresoar
HCO
NHA
RHCL
Zeeuws
Niewland
Behoud van het origineel
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Raadpleegfrequentie
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Omvang van het archief
1
Belang van het archief voor
de (lokale) geschiedenis
1
1
1
1
1
Materiële staat (als in: wel
of niet makkelijk te scannen en
doorzoekbaar te maken)
1
1
1
1
1
1
1
Anders
1
1
1
1
1
Figuur 1: Overwegingen die bij RHC een rol spelen bij de keuze voor de digitalisering van archieven.
Op basis van de casestudy en de resultaten van de enquête
wordt het tweede deel van de onderzoeksvraag bevestigend
beantwoord. Er kan op basis van de wijze waarop RHC's archival
Intelligence bijbrengen, worden getoetst of de websites ook als
digitale onderzoekomgeving kunnen worden beschouwd. De
methodes van Bromley en Gillespie kunnen uitstekend worden
toegepast bij onderzoek naar de websites van Nederlandse
archiefinstellingen. De content-analyse is een bruikbaar middel
bij het onderzoek naar de wijze waarop de Regionaal Historische
Centra hun online bezoekers archival intelligence bijbrengen.
Door het codeboek van Bromley aan te passen en uit te breiden,
konden alle elementen die in een echte digitaleonderzoek-
omgeving aanwezig moeten zijn, worden onderzocht.
Op het eerste deel van de onderzoeksvraag, kunnen de websites
nu ook daadwerkelijk digitale onderzoekomgevingen worden
genoemd, is het antwoord ontkennend. Annnamaria Carusi en
Torsten Reimer deden in 2009 onderzoek naar Virtual Research
Environments in het Verenigd Koninkrijk. Volgens hun definitie is
de digitale onderzoekomgeving: "Een omgeving op het web die
voornamelijk door de gemeenschap van onderzoeker wordt
gedragen en onderhouden en waar deze onderzoekers toegang
hebben tot data, tools en bronnenmateriaal, waar samengewerkt
kan worden en waar data veilig kunnen worden bewaard".
Volgens Carusi en Reimer wordt een digitale onderzoek
omgeving in stand gehouden door een gemeenschap van
gebruikers, kan in die omgeving onderzoek worden gedaan in