Ook in het archiefwezen: twee typen
onderzoekomgevingen
dan die van archivarissen die hun dienstverlening willen
optimaliseren, zoals overigens al in de discussie op Archief 2.0
was gebleken. De onderzoekomgevingen waar Carusi en Reimer
over schrijven zijn onderzoekomgevingen voor professioneel,
niet aan instituties gebonden en collaboratief onderzoek.
Die omgevingen worden ingericht om wetenschappelijke
onderzoekers in staat te stellen op afstand met elkaar samen te
werken en informatie uit te wisselen, hen toegang te geven tot
de benodigde vaardigheden, kennis, onderzoeksgegevens en
digitale bronnen in afgelegen oorden en om ze de gelegenheid
te geven om samen wetenschappelijke artikelen te schrijven.
Carusi en Reimer onderscheiden twee typen virtual research
environments. De eerste is "A set of web applications, online
tools, systems and processes interoperating to facilitate or
enhance the research process within and without institutional
boundaries; it enables collaborative research activities beyond
geographical barriers. Industry, universities, other research
institutions and government are all involved in collaborative
research projects". In deze digitale onderzoekomgeving worden
data en diensten aangeboden. Het tweede type is
"A community-developed set of tools, applications, and data
that is integrated via a portal or a suite of applications, usually in
a graphical user interface, that is customized to meet the needs
of the targeted community". Deze virtual research environment
is een vraaggerichte omgeving die op een specifieke
onderzoeksactiviteit is gericht. Hij fungeert als een interface
naar de brede e-infrastructuur. Tot de hulpmiddelen die deel uit
kunnen maken van een virtual research environment rekenen
Carusi en Reimer niet alleen digitale hulpmiddelen om het
onderzoek te doen, maar ook hulpmiddelen om het onderzoek
te organiseren, zoals vergaderomgevingen, middelen ter
ondersteuning van het projectmanagement en agenda's.
Ze benadrukken sterk dat de totstandbrenging van een virtuele
onderzoekomgeving niet alleen een technische, maar ook en
vooral een sociale onderneming is: elke op de toekomstgerichte
strategie moet virtual research environments dan ook op een
holistische manier als projecten van een community benaderen.
Ook in de archiefwereld blijken we twee typen digitale
onderzoekomgevingen te kunnen onderscheiden. Het eerste
type is een digitale onderzoekomgeving in brede zin, de
digitale omgeving die een archiefinstelling of samenwerkende
archiefinstellingen inricht om het algemene publiek met
uiteenlopende interesses in staat te stellen met het beschikbare
materiaal en faciliteiten onderzoek te doen. Het tweede type is
een digitale onderzoekomgeving in engere zin waar leden van
een onderzoeksgemeenschap met behulp van dat aangeboden
materiaal en die faciliteiten samenwerken bij onderzoek op
een specifiek gebied.
Het tweede type is de onderzoekomgeving die door specifieke
onderzoeksgemeenschappen, (genealogen, streekhistorici etc.)
is opgezet en wordt onderhouden en waarin die
onderzoeksgemeenschappen het materiaal bewerken dat
archieven en andere instellingen op de websites beschikbaar
hebben gesteld. Een interessante vraag voor elke
archiefinstelling is hoe je die twee omgevingen op elkaar laat
aansluiten, hoe je de interface vorm wilt geven tussen je digitale
onderzoekomgeving voor algemeen gebruik en de digitale
onderzoekomgevingen van communities die van de door jou
aangeboden content gebruik willen maken. Moet de archief
dienst zelf op de website ruimte creëren voor onderzoeks-
communities van genealogen en lokale historici, en die ook