Participatief waarderen in dialoog
ook veel raakvlakken met de postcustodiale aanpak van
archiefbeheer: er worden geen archieven verzameld, maar er
wordt in kaart gebracht waar zich belangrijke archieven
bevinden. Precies zo verzamelt Imagine IC relaties om archief
vormers te identificeren. Het verzamelen van hun archieven is
een doel voor later, als de archiefvormers er afstand van kunnen
en willen doen. Tot die tijd maakt Imagine IC zo goed mogelijk
inzichtelijk waar de belangrijke archieven te vinden zijn. Een
interessante werkwijze in dit verband is de zogenaamde virtuele
acquisitie van het Regionaal Archief Dordrecht, dat een digitale
registratie aanlegt van de verblijfsplaats van relevante, nog niet
overgebrachte archieven. Zo bestaat een fysieke archiefcollectie
uit veel meer dan kasten vol archieven; het bevat ook nog te
verwerven archieven. De consequentie is dat archivarissen en
archiefinstellingen ook niet meer alleen zorg dragen voor beheer
in eigen huis. Ze geven archiefvormers advies hoe zij hun eigen
materiaal kunnen beheren en net als Imagine IC zijn ze
deelgenoot van een netwerk met participanten, waarop het
hele proces van participatief verzamelen berust.
Over participatief waarderen als tweede fase van participatief
verzamelen is nog niet veel geschreven. In één van de weinige
artikelen hierover, Participatory Appraisal and Arrangement
(Shilton, Srinivasan, 2007) wordt gesteld dat participatief
waarderen bijdraagt aan de representativiteit van een
archiefcollectie. Verhalen en archiefstukken, rechtstreeks
afkomstig van een bepaalde groep - dus zonder bewerking
van bijvoorbeeld archivarissen - creëren zogenaamde
empowered narratives die zijn ingebed in de lokale beleving,
praktijk en kennis van de groep. De vraag aan archiefinstellingen
is dan wel of een gemeenschap met deze verhalen een adequate
representatie van zichzelf geeft. Daar staat tegenover dat
door samen te werken met archiefvormers "the articulation of
community identity" wordt behouden (Shilton, Srinivasan, 2007).
Zij zijn als geen ander in staat de context en de kennisstructuren
in hun zelfdocumentatie te ordenen en te beschrijven. Als
experts bepalen ze wat voor hen representatief is en wat niet,
in samenspraak met erfgoedspecialisten en archivarissen.
Participatief verzamelen en een participatieve invulling van
representatie zijn ook voor Imagine IC onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Alleen begint Imagine IC bij participatie en niet
zozeer bij representatie. Samen met participanten wordt tijdens
het verzameltraject bekeken of er bepaalde thema's onderbelicht
zijn gebleven en hoe die thema's bij de archiefcollectie kunnen
worden betrokken. Zodoende zijn waarderen en representeren
bij Imagine IC het resultaat van een dialoog over de kennis van
de archiefvormer over zijn particuliere archief en de kennis van
de archivaris/erfgoedspecialist over de hele archiefcollectie.
Aan de orde komt zeker de diversiteit aan betekenissen die het
archief in zich herbergt. Wat ligt er in het archief besloten als
bewijs, verantwoording en herinnering? Welke activiteiten
hebben in de archiefvorming geresulteerd en hoe zijn die
activiteiten met Amsterdam Zuidoost verbonden? Het staat
vast dat een archief zonder administratief belang of bewijsfunctie
voor archiefvormers toch een meerwaarde kan hebben.
Die meerwaarde zit in een (combinatie) van informatieve,
descriptieve, emotionele en symbolische waarde.
In de hier beschreven vorm is de dialoog te beschouwen
als een alternatief acquisitieplan met als leidende vragen wat
particuliere archieven volgens de participanten en Imagine IC
over de cultuurhistorie van de Bijlmer vertellen en welke andere
archiefvormers en particuliere archieven dit beeld aan kunnen
vullen. De grote uitdaging hierbij is het vinden van een balans
tussen wat de participanten willen bewaren en presenteren en
de vorming van een archiefcollectie die meer perspectieven