n
072
Bijlmer Meer, Vitrine van Zuidoost
Wat participatief verzamelen betreft maakt het model inzichtelijk
wat de rol is van de participanten en van de instelling, zowel voor
het hele proces als voor de deelprocessen van identificeren,
waarderen, beheren en ontsluiten.
In navolging van bovenstaande museale discussie zijn
in het archief- en informatiedomein visies op participatie ontwik
keld, op participatieve archieven om precies te zijn. Volgens
Isto Huvila, hoofddocent informatie- en kennismanagement aan
de universiteiten van Turku (Finland) en Uppsala (Zweden), zijn de
kenmerken van een participatief archief: "decentralised curation,
radical user orientation and decontextualisation of both records
and the entire archival process" (Theimer, 2013). Het archief,
functionerend in een online-omgeving en gestuurd door
gebruikers, staat in deze benadering centraal. Een tweede
opvatting van Elisabeth Yakel, hoogleraar in Informatie aan de
universiteit van Michigan, beschrijft een participatief archief als
"a space where information is co-represented, credibility norms
co-established, knowledge co-created, authority co-negotiated,
and control is shared" (Theimer, 2013). Voor Yakel zijn kennis,
informatie, geloofwaardigheid, autoriteit en controle de
kernwaarden van archiveren. Deze waarden zijn alleen niet meer
het exclusieve domein van de archivaris; archiefprofessionals
delen het domein met gebruikers. Kate Theimer, schrijver op
de populaire blog ArchivesNext en spreker en auteur over de
toekomst van archieven, vindt beide definities te beperkt en
formuleert een participatief archief als "an organization, site or
collection in which people other than the archives professionals
contribute knowledge or resources resulting in increased
appreciation and understanding of archival materials and
archives, usually in an online environment" (Theimer, 2013).
In Theimers definitie staan het archiefmateriaal én de
een fysieke plaats, een instelling of een collectie. Het zijn de
gebruikers die het archief verrijken met hun kennis en middelen
(archiefmateriaal, geld, tijd) en met hun bijdragen het begrip
van de inhoud van het archief vergroten. Theimer maakt hierbij
een duidelijk onderscheid tussen participatie en betrokkenheid.
Als gebruikers hun ideeën en gevoelens aan het archief
verbinden, daar plezier in hebben, er persoonlijke voldoening
aan ontlenen of zich meer bewust worden van de waarde van
het archief is sprake van betrokkenheid. Maar dat is iets heel
anders dan de archiefcollectie daadwerkelijk verrijken met kennis
en archiefstukken. Hoe, zo is nu de vraag, verhoudt de
participatieve praktijk van Imagine IC zich tot de theorie over
participatief verzamelen?
Imagine IC is een mix van een archiefinstelling en een museum
en deelt in Amsterdam Zuidoost het huis met de Openbare
Bibliotheek Amsterdam. Imagine IC verzamelt, bewaart en
presenteert het dagelijks leven in de grote stad van vandaag.
Samen met verhalenvertellers werd de afgelopen jaren materiaal
verzameld over uiteenlopende onderwerpen zoals geloof,
straatvoetbal of eigentijdse partycultuur. Deze verhalen zijn
online toegankelijk gemaakt in beeld- en geluidsproducties en
vinden hun weg in exposities, educatieve projecten en debatten.
Imagine IC ziet de verhalenvertellers als 'curatoren van het
erfgoed van de superdiverse eigen tijd'. Voor het documenteren
van de samenleving werkt Imagine IC met diverse groepen die
ieder een eigen benadering vereisen. Daarom staat de uitkomst
van het verzamelproces nooit van tevoren vast en bij elke
expositie is de relatie tussen particuliere inbreng en het thema
weer anders.
Collectie Heero Viel,
foto Jordi Wallenburg, Imagine IC