het aspect aandacht in relatie tot participatie aan de orde met de vraag of aandacht voor wat de
communities met hun archieven willen belangrijker is dan het belang van archief- of erfgoedinstellingen
bij particulier documenteren. Als derde aspect kwam het begrip kwaliteit aan de orde: er wordt veel
gesproken over selectiecriteria, met name representativiteit in collectievorming. Maar hoe beoordelen
we kwaliteit? En leidt participatief verzamelen tot grotere representativiteit? En tenslotte het aspect
continuïteit, dat belangrijk is bij het documenteren van de samenleving, maar dat op de achtergrond
dreigt te raken door teveel aandacht voor trends en kortstondige netwerken. En hoe zit het daarbij,
afgezien van de rol van archivarissen, met de rol van archiefinstellingen, nu en in de toekomst? Op welk
moment besluit het archief tot acquisitie van het materiaal? Hoe houdt het de vinger aan de pols van
archiefvormers en hoe gaat het met hen om als de trend niet meer bestaat? Deze dwarsverbanden
tussen de onderzoeksprojecten werden later in het symposium nog meerdere keren aangehaald.
De discussie met de zaal ging ook over samenwerking met statistici bij prospectieve
trendanalyses en over benadering van daarin geselecteerde actoren. Met daarbij als kanttekening dat
dat laatste extra tijd en geld kost, terwijl voor openbare archiefinstellingen het beheren van particuliere
archieven geen primaire taak is. Geaccepteerd integraal waarderingsbeleid zou daarvoor wellicht een
oplossing kunnen bieden. Aangestipt werd ook het belang van de taal die archivarissen en archief
instellingen spreken. Steken zij wel voldoende energie in de communicatie met actoren en in het
creëren van bruikbare tools voor archiefvormers? Samenwerken met andere erfgoeddisciplines zou
daarbij zeker meerwaarde hebben. Archivarissen zijn immers niet de enigen die zich bezig houden met
het documenteren van de samenleving. Daarnaast zouden zij zich voor archiefvormers veel sterker
kunnen positioneren als adviseurs en hun kennis en expertise, los van hun instelling, veel meer moeten
delen met andere experts. Zo luidde tijdens het symposium een breed gedragen antwoord op de
vraag naar de rol van een archivaris in het documenteren van de samenleving.
Het slotsymposium eindigde met suggesties voor vervolgonderzoek, waarbij reflectie op de
opgedane ervaringen en een scherp gedefinieerd begrippenapparaat hoog scoorden. Want wat wordt
precies verstaan onder documenteren en wat onder het begrip community, en zijn die begrippen wel
goed af te bakenen? Mensen organiseren zichzelf, maar documenteren ze zichzelf ook en wat is de
betekenis van de sociale media daarin? En welke rol speelt de archivaris daarbij zonder zelf de
communities te gaan documenteren? Om dat laatste te voorkomen werd geopperd research by design
als methode uit te proberen. Doorontwikkeling van tools zou een ander punt kunnen zijn voor de
agenda van een volgend atelier.
De deelnemers onderstreepten verder nog het belang van continuïteit: hoe kunnen archiefinstel
lingen het documenteren van de (turbulente) samenleving, zeker vanuit een meer postcustodiale