Participatief archief
gemeenschappelijkheid. Deze gemeenschappelijkheid behelst ook direct 'het andere', dat wat niet
gemeenschappelijk is. Het gaat om in- én uitsluiting. Hoe ga je daar als instelling, als gemeenschap, als
individu mee om? Wat wij doen is nooit neutraal en is altijd ingebed in politieke en/of maatschappelijke
machtsverhoudingen. De veronderstelling van homogeniteit van gemeenschappen kan een valkuil zijn
als er gezocht wordt naar enige mate van representativiteit in collecties. Bovendien is je representatief
voelen wat anders dan representatief zijn. Wie bepaalt dit en op grond waarvan? Kritische zelfreflectie
is bij dit soort projecten van groot belang.
In de paneldiscussie kwamen vragen naar boven als: Hoe ga je om met vraagstukken over
representativiteit? En hoe beïnvloeden verwachtingen van participanten de archief- en erfgoedpraktijk?
De gangbare veronderstelling: wat een archiefinstelling binnenhaalt, blijft voor altijd bewaard bracht
die middag veel tongen in beweging. Musea hebben al veel ervaring met participatief verzamelen en
zijn door hun objectgerichtheid vanzelfsprekend custodiaal ingesteld. Maar juist van die kant luidde
het antwoord op voornoemde verwachting dat je duidelijk moet maken, dat het niet zeker is of iets bij
een erfgoedinstelling voor altijd wordt bewaard omdat historische reflectie nu eenmaal leidt tot
betekenisverandering. Maar de archivaris behandelt archieven als historische bron, bij de bestudering
waarvan betekenisverandering in de loop der tijd een intrinsiek gegeven is; betekenisverandering kan
in zijn ogen dus principieel geen reden voor ontzameling zijn! Meer praktisch gezien is het probleem
dat er bij digitaal archief geen tijd is voor historische reflectie en je per definitie risico op verlies loopt,
want digitale archiefvormers zullen lang niet altijd hun informatie (willen en kunnen) bewaren volgens
de (duurzaamheids)eisen zoals ze in de archiefwereld gelden. Een Gordiaanse knoop, of biedt
doorontwikkeling van concepten als Het Bewaren Waard bij wijze van vangnet misschien een gulden
middenweg?
De projecten in de verschillende werkplaatsen boden aanknopingspunten te over voor verkenning
van toepassing van begrippen als crowdsourcing, participatory archives en engagement in een andere
open bijeenkomst van het archiefatelier, georganiseerd door de atelierstudenten. Verschillende
voorbeelden uit de buitenlandse literatuur passeerden de revue. Daaruit kwam allereerst naar voren
dat een participatief archief is gericht op bijdragen door anderen dan archiefprofessionals van kennis
en bronnen die leiden tot een beter begrip van archiefmateriaal. Dat gebeurt bij voorkeur online, maar
gaat verder dan de sociale betrokkenheid of social engagement zoals die op Facebook of Flickr is te
zien. Bij dat laatste gaat het vooral om de mogelijkheid van individuele communicatie door aanvulling
van toegangen op erfgoedobjecten met trefwoorden, commentaar en correcties.