Gemeentelijke bouwdossiers online: de kink in de auteursrechtelijke kabel worden gecreëerd zonder financiële genoegdoening in het vizier: open content. In wetenschappelijke kringen zien we open access, zoals dissertaties die naast handelsedities op websites van universiteiten worden gezet. We zijn geneigd om tegenwoordig zo ongeveer alles wat we tegenkomen op het internet als open content/ auteursrechtenvrij te beschouwen: 'als het op het internet staat, dan kan ik het gebruiken.' Zo is het in veel gevallen echter juist niet. Waarschuwingen dat afbeeldingen op het internet (mogelijk) auteursrechtelijk beschermd zijn, lijken gemakkelijk te worden genegeerd. Zelfgeschreven disclaimers die je weleens tegenkomt op YouTube sluiten geen inbreuk op andermans auteursrecht uit. De Nederlandse Auteurswet en het Europese auteursrecht zijn nog altijd gestoeld op principes uit het papieren tijdperk, ondanks het feit dat nog niet zo heel lang geleden (2001) op Europees niveau acties zijn ondernomen om in te spelen op ontwikkelingen. Daarmee is zeker niet gezegd dat het auteursrecht moet worden afgeschaft. Het is volkomen logisch dat bijvoorbeeld de auteur van een boek economische bescherming over dat werk krijgt. Wie wil nou het boek waaraan hij jaren heeft gewerkt een paar weken na publicatie ingescand op de website van een erfgoedinstelling aantreffen? Daar zijn overigens wel voorbeelden van bekend (zoals Google Books), maar dan is er een regeling tussen rechthebbende en derde partij getroffen. De vraag naar informatie op het internet is niet meer te stuiten. Erfgoedinstellingen spelen daar uiteraard op in. Zo zijn er in Nederland diverse gemeenten en hun archiefbewaarplaatsen die hun bouwdossiers van vóór 1 oktober 2010, de datum waarop de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) in werking trad, online hebben gepubliceerd. Dat is op zich begrijpelijk: bouwdossiers zijn veel bevraagde archiefbescheiden. Deze gemeenten hebben echter, zo blijkt uit ons onderzoek in het atelier Actieve Openbaarheid, geen toestemming gevraagd aan de auteursrechthebbenden van documenten in die bouwdossiers (zoals architecten) om ze online te publiceren. Daarmee wordt feitelijk inbreuk gepleegd op het auteursrecht van die architecten. Toch lijken de gemeenten een gat in de informatiemarkt te vullen. Geen enkele gemeente heeft tot op het moment van schrijven van dit artikel te maken gehad met een rechtszaak, terwijl de meeste hun bouwdossiers al jaren op het internet hebben staan. Bouwtekeningen zijn zonder meer auteursrechtelijk beschermd. Artikel 10, lid 1.8 van de Auteurswet noemt 'ontwerpen, schetsen en plastische werken, betrekkelijk tot de bouwkunde als auteursrechtelijk beschermde werken. Vermoedelijk worden er geen rechtszaken tegen deze gemeenten aangespannen omdat de bouwdossiers op het internet enorm handig zijn. Architect, aannemer en bouwhistoricus kunnen snel even iets opzoeken in plaats van afreizen naar een beperkt geopende studiezaal. Als we echter kijken naar het online publiceren van foto's door archiefinstellingen, dan zien we een heel ander beeld. Meerdere archiefinstellingen zijn verwikkeld geraakt in rechtszaken wegens vermeende inbreuk op auteursrechten van fotografen. Foto's zijn net zo goed auteursrechtelijk beschermd als bouwteke ningen in bouwdossiers. Deze paradoxale ontwikkeling is zeer interessant en zeker een uitdaging voor de archivaris. Maar hoe kan het dan zijn dat gemeenten niet altijd het auteursrecht hebben over hun bouwdossiers? De VNG heeft immers voor haar leden een inkoopbeleid geformuleerd, het 'VNG-model Algemene Inkoopvoorwaarden voor leveringen en diensten', waarin in artikel 8 bedongen wordt dat een gemeente

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 82