informatie wordt gevraagd. Vanwege rechts-gelijkheid en efficiency is het verstandig dat openbaarheid dan ook nog by design worden ingericht en niet per geval apart worden beoordeeld. Informatie op orde Als de wet ongewijzigd wordt aangenomen, zullen overheidsorganen veel wijzigingen moeten doorvoeren, zoals het scheiden van persoonlijke beleidsopvattingen en het beoordelen van 'kennelijk misbruik' van de wet. De indieners van het wetsvoorstel gaan ervan uit dat het aantal Wob-verzoeken zal afnemen, maar dat is natuurlijk niet zeker. Het opvragen moet wel gemakkelijker worden gemaakt. Het voorkeurskanaal is elektronisch, bijvoorbeeld met een webformulier, verbonden aan het informatieregister. Naast het informatieregister betekent de eis dat informatie actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is, dat de archiefvormer zijn informatie op orde moet brengen en houden. Dit is zo mogelijk een nog grotere uitdaging, want wie kent niet de informatiesystemen die incomplete, onjuiste of verouderde gegevens bevatten? Wob-toets vooraf Voor de actieve en passieve openbaarheid moet de archief vormer zich goed gaan verdiepen in de uitzonderingsgronden, het ruime openbaarheidsregime van de Archiefwet gaat immers al grotendeels gelden bij de archiefvormer. Dit vereist het identificeren van zowel de categorieën verplicht te publiceren documenten en de absolute uitzonderingsgronden, als de zorgvuldige beoordeling van de relatieve uitzonderingsgronden. Relatieve uitzonderingsgronden als de persoonlijke levenssfeer (van zowel betrokkenen als ambtenaren), bedrijfs- en fabrica gegegevens en persoonlijke beleidsopvattingen. Daar hangt ook de vraag mee samen of het wijs is om over te gaan tot de vaak gepropageerde vervroegde overbrenging. Onbedoeld kan er immers een ongewenst effect optreden: twee verschillende openbaarheidsregimes over hetzelfde tijdvak en dezelfde onderwerpen. Twee openbaar-heidsregimes die alleen gescheiden zijn door het - in dit verband niet relevante - onderscheid tussen te bewaren en te vernietigen stukken. Vervroegde overbrenging kan ook problemen geven bij het beperken van de openbaarheid. Er mag dan alleen worden getoetst aan de beperkingen van art. 15 van de Archiefwet en niet aan de ruimere beperkingen van Wob of Woo, zoals persoonlijke beleidsopvat-tingen, opsporing van strafbare feiten of toezicht en inspectie, de kenmerkende belangen voor de administratieve fase.Tenslotte lijkt het niet praktisch om de actieve openbaarmaking over twee partijen te verdelen, de archiefdienst voor de 'producten' van de administratie en de archiefvormer voor het informatieregister. Verbetering van de toegankelijkheid Er zijn inmiddels al veel thematische sites, zoals wiewaswie.nl, risicokaart.nl, overheid.nl en van A naar Beter.nl. Overal worden pogingen gedaan het aanbod van informatie te 'op maat te maken', door middel van interactieve kaarten, beknopte en uitgebreide zoekmogelijkheden (bijvoorbeeld gemeente, plaats, postcode, trefwoord, rubrieken, publicatiedatum). Die pogingen zijn nog niet allemaal succesvol, onder meer doordat de informatie aan de aanbodzijde niet dezelfde 'maatwerk' meekrijgt. Overheden buigen zich ook over de vraag hoe de informatie op een begrijpelijke manier kan worden aangeboden aan het publiek. Denk aan de 'scores' van ziekenhuizen en scholen, die weliswaar begrijpelijk zijn, maar niet altijd voldoende nuance kennen. Een ander voorbeeld is het aanbieden van samenvattingen van inspectieverslagen van BRZO-bedrijven (Besluit Risico Zware Ongevallen) op BRZO+,

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 76