Wet openbaarheid van bestuur. Na commentaar van de Raad
van State werd het initiatiefvoorstel aangepast en in december
2013 opnieuw ingediend, ditmaal door Groen Links en D'66.
De eerste plenaire behandeling van het voorstel vond in
december 2014 plaats. Er zijn nog steeds veel vragen, die medio
april 2015 in de tweede termijn beantwoord moeten worden.
Het is nog steeds onzeker of de nieuwe wet er komt, en zo ja, of
alle elementen behouden blijven. Het laatste bericht is, dat de
behandeling voorlopig is uitgesteld.
Inhoud van de wet
Een belangrijke verandering in de Woo is de uitbreiding van de
reikwijdte ten opzichte van de Wob en de Archiefwet. Niet alleen
vervallen de uitzonderingen voor de Staten-Generaal, de Raad
van State en de Algemene Rekenkamer, maar de initiatiefnemers
willen de reikwijdte van de wet ook uitbreiden naar de commissie
van toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (de
'commissie Stiekem'), de Nationale ombudsman, semi-publieke
instellingen en zelfs de koepelorganisaties van overheden (zoals
VNG, IPO en Unie van Waterschappen). Net als nu geldt de Woo
tot overbrenging van de archieven naar de archiefbewaarplaats.
De Woo kent minder uitzonderingsgronden dan de Wob en die
uitzonderingsgronden, vervallen grotendeels na vijf jaar. De Woo
stelt ook eisen aan de creatie van documenten. Persoonlijke
beleidsopvattingen moeten in documenten worden gescheiden
van feitelijke informatie, zodat feiten tijdig openbaar kunnen
worden gemaakt.
Een verplicht in te stellen informatieregister maakt het
burgers mogelijk zelf alle inkomende en uitgaande documenten
op te zoeken ('met uitzondering van de reclamefolders', zo
schrijft de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp) en alle
interne documenten die niet meer de concept-status hebben.
Er wordt uitgegaan van een elektronisch register, met directe
toegang tot de documenten door middel van hyperlinks.
Tevens blijft de mogelijkheid bestaan om informatie over
onderwerpen op te vragen. De Woo bepaalt dat een flink aantal
typen documenten actief moet worden aangeboden. Denk
daarbij aan vergaderstukken, besluitenlijsten, beschikkingen,
plannen en beslissingen over uitgaven hoger dan 250.000 euro.
Om te waarborgen dat de informatie beschikbaar is, kent de
Woo dezelfde zorgplicht als de Archiefwet; de eis 'goede,
geordende en toegankelijke staat' is letterlijk overgenomen.
Om dit te realiseren moet de informatiehuishouding op orde zijn:
de informatie dient actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar te zijn.
De Wet open overheid kent net als de Archiefwet een
toezichthouder, nl. de informatiecommissaris, in positie
vergelijkbaar met de Ombudsman. Hoewel hij een bredere taak
heeft, zal hij ook toezien op de informatiehuishouding.
Relatie met andere wetsvoorstellen
In de Woo is een anti-misbruikbepaling opgenomen. De
regering heeft hiervoor niet op de uitkomst van het Woo-debat
willen wachten; zij heeft in december 2014 een apart 'reparatie
wetsvoorstel' ingediend bij de Kamer. Intussen lijkt het erop dat
de minister toch wacht op de uitkomst van het Woo-debat, voor
behandeling van het reparatie-voorstel wordt doorgezet.
Het bestaande recht op hergebruik van openbare publieke
informatie (open data) wordt in de Woo uitgebreid. Ook op dit
terrein is er inmiddels een apart voorstel van de regering: de Wet
hergebruik overheidsinformatie, ingediend in januari 2015.
Het kabinet is, in lijn met het advies van Afdeling advisering van
de Raad van State, van mening dat het wenselijk is als
initiatiefnemers van de Woo ertoe besluiten de bepalingen over
hergebruik uit het initiatiefvoorstel te laten vervallen.