Stelling 3: Actieve openbaarheid heeft als voornaamste doel het verhogen van de
transparantie, maar het is maar de vraag of dit bereikt zal worden. De kans is groot dat
meer informatie niet aan het papier wordt toevertrouwd.
De aanwezigen in de zaal en in het panel herkennen dit laatste punt wel. Er volgen verschillende
voorbeelden over het aanpassen van de toon in mails en rapporten. En er blijkt ook behoefte te
bestaan aan een zekere mate van vertrouwelijkheid, zodat je als ambtenaar ook eens vrijelijk kunt brain
stormen. "Het gemak waarmee actieve openbaarheid door overheidsorganisaties gerealiseerd kan
worden zegt dus ook wat over de cultuur binnen de overheid" concludeert Vincent Robijn. Frank Kasel
vulde aan dat openbaarheid van informatie niet alleen iets van de overheid is. Ook het bedrijfsleven
houdt zich hiermee bezig. Transparantie is iets waar overheid en bedrijfsleven samen aan zouden moe
ten werken. En ook nu al doen, bijvoorbeeld als het gaat om het geven van informatie bij incidenten.
Stelling 4 De overheid moet alle informatie 'sec' beschikbaar maken, zonder redactie
of samenvatting. Het is aan de burger om de informatie te interpreteren.
De stelling roept direct bij Frank Kasel de reactie op dat door informatie 'sec' beschikbaar te
maken, we nogal wat vragen van de burger. Taalniveau speelt een rol, niet iedere burger is heel
taalvaardig. Mensen worden vaak beter geïnformeerd door beeld of geluid. Veel documenten zijn voor
intern gebruik geschreven, ze zijn zonder toelichting lastig voor burgers. Michael Mekel vult aan dat
niet alleen de documenten zelf lastig zijn, ze zijn ook vaak het resultaat van overheidsbesluitvorming
waarvan de achtergrond soms lastig of onlogisch is.
Vanuit de zaal reageert Paul de Goede met de opmerking dat het antwoord ligt in het bepalen van
het doel. Voor welk doel publiceert de overheid actief informatie: controle van het openbaar bestuur,
het maken van apps, het economisch potentieel laten benutten, of een ander doel? Met dit doel in
het achterhoofd wordt de vertaalslag beter te maken. Bennie Blom pleit voor een 'en-en-aanpak':
zowel overheidsinformatie actief openbaar maken zoals deze een rol speelt binnen de overheid.
Maar ook contextinformatie toevoegen en een vertaalslag maken richting burgers, al naar gelang de
onderwerpen die spelen. Het is een werkwijze die aansluit bij de manier waarop archivarissen werken,
reageert Jantje Steenhuis, "de bronnen beschikbaar stellen en context toevoegen aan de data".
Met de constatering dat aan actieve openbaarheid van overheidsinformatie zowel een aspect van
vertrouwen zit (de noodrem van het openbaar bestuur) als een cultuuraspect en verschillende
implementatievraagstukken werd het debat gesloten.