n
027
name als het gaat om bouwtekeningen. Het auteursrecht hierop
berust bij de architect, de tekening digitaliseren en actief
openbaar online plaatsen maakt hier inbreuk op. De derde
balans richt zich op openbaarheid versus vertrouwelijkheid.
Een veel gehanteerde term hiervoor is beleidsintimiteit: de
overheid moet in rust en stilte aan nieuwe ideeën kunnen
werken. Ook hoort het beschermen van concurrentiepositie van
bedrijven hierbij, teveel openbaarheid kan een bedrijf in een
nadelige positie brengen ten opzichte van andere bedrijven.
Het zijn drie lastige balansen om recht te houden, bij het
minste of geringste slaan ze door richting meer of minder actieve
openbaarheid. Om een goede afweging te kunnen maken,
hebben onderzoekers van het atelier daarom een beslismodel
ontwikkeld (zie hierna in dit Schetsboek). Met dit beslismodel
kunnen overheidsorganisaties snel in kaart brengen of bepaalde
informatie actief openbaar gemaakt kan worden. Dit kan
bijvoorbeeld per proces of per zaaktype.
Behoefte aan een informatiebron en/of
een noodrem
Een belangrijke vraag in het beslismodel is de vraag of er bij
burgers behoefte is aan het actief openbaar maken van een
bepaald type overheidsinformatie. Wat is die behoefte? Wil men
alle documenten thuis ontvangen of is een publicatie over een
besluit of beschikking voldoende? Door de onderzoekers is
een matrix ontwikkeld voor het meten van de mate van actieve
openbaarheid waaraan behoefte is. (Zie voor de matrix het
artikel van Kirsten van den Eijnde, Harco Gorter en Herman Oost
verderop in dit Schetsboek). De matrix is vervolgens getest.
Uit het onderzoek kwam onder meer dat actieve openbaarheid
niet direct tot meer vertrouwen in de overheid leidt. Er is wel
behoefte aan openbaarheid, maar men is bang voor het
vrijgeven van privacygevoelige informatie. De 'doorsneeburger'
vraagt om een vertaling van vakjargon, de 'actieve wobber'
wil de originele tekst zien. Ambtenaren zijn bang dat meer
actieve openbaarheid leidt tot onrust, verstoorde verhoudingen
tussen betrokkenen en een vloedgolf aan Wob-verzoeken.
Hierdoor bekruipt hen de vraag of de kosten wel tegen de baten
opwegen.
De derde conclusie van het atelier is dan ook, dat de
informatiebehoefte bij burgers enorm varieert. Soms is er
behoefte aan alle beschikbare informatie. In andere gevallen is
het voor burgers al voldoende om te weten dat informatie,
indien nodig, ingezien kan worden. Zoals een deelnemer aan
een van de Open Ateliers zei "Actieve Openbaarheid is net als
de noodrem in de trein: misschien heb je 'm niet nodig, maar
het is fijn te weten dat hij er is."
Recordsmanagement maakt Actieve
Openbaarheid mogelijk
De laatste conclusie van het atelier is dat goed recordsmanage
ment essentieel is voor het inrichten van actieve openbaarheid
en de Open Overheid. Het informatiebeheer moet op orde zijn,
anders is de informatie niet vindbaar, laat staan openbaar en
toegankelijk. Het 'by design' inrichten van actieve openbaarheid
en privacy, openbaarheid en vertrouwelijkheid, maar ook
openbaarheid en beperkingen in het kader van auteursrecht gaat
over het inregelen van het informatiesystemen. Het aansluiten bij
de informatiebehoefte van burgers, gaat over het inregelen van
informatiesystemen. Het heeft betrekking op de metadata, de
ICT, de processen en ook de mensen en organisatiecultuur