026 p n "Ja, het kan" Balanceren tussen verschillende belangen Het derde team richtte zich op de vraag of actieve openbaarheid 'by design' ingeregeld kan worden in de systemen van de overheid, zoals in de nota Open Overheid wordt voorgesteld. Tineke Rouschop nam daarvoor de handhavingsbeschikkingen van het waterschap Brabantse Delta en van DCMR Milieudienst Rijnmond als casus. Mariken Lamers introduceerde in het onderzoeksteam de begrippen harde aanpak en zachte aanpak, als het gaat om het ontwerpen en inrichten van informatie systemen. De harde aanpak richt zich op ICT-systemen, procedures, werkwijze, de zachte aanpak op de mensen in het systeem. Het onderzoeksteam splitste zich langs deze lijn: Mariken Lamers deed onderzoek naar deze 'soft approaches', terwijl Jeroen van Oss, Ronald Rommelse en Jan-Willem de Reus de aandacht legden op de standaarden voor metadata, functionele specificaties en processen. Eind januari zeiden de onderzoekers van het atelier tegen elkaar "ja, het kan". Actieve openbaarheid en toegankelijkheid van Wabo-dossiers valt te realiseren. Een conclusie die, naar de mening van de onderzoekers, niet beperkt hoeft te worden tot de Wabo-dossiers, maar geldt voor alle informatie (documenten, dossiers, data) die een overheidsorganisatie beheert. Bij actieve openbaarheid maken overheidsorganisaties uit eigen beweging informatie openbaar. En dat betekent, zo stellen de onderzoekers, dat overheidsorganisaties bij actieve openbaarheid de belemmeringen wegnemen tussen de informatie en de burger. Actieve openbaarheid van overheids informatie valt in onze huidige, digitale wereld waarschijnlijk beter te realiseren dan 'vroeger' in de volledig papieren wereld. De 'online wereld' is na 17:00 uur en in het weekend immers ook gewoon 'open'. De generieke digitale infrastructuur, die onder leiding van Digicommissaris Bas Eenhoorn wordt ontwikkeld, vormt een belangrijk basis onder de Open Overheid en de 24/7 online beschikbaarheid van overheidsinformatie. Het enthousiaste antwoord "Ja, het kan" wil niet zeggen dat actieve openbaarheid eenvoudig te realiseren is. Er zijn 'wetten en praktische bezwaren', zoals de onderzoekers dat zelf ook zeggen. Toch lijken die niet onoverkomelijk, het is vooral zoeken naar een goede balans tussen verschillende belangen. Dat is de tweede conclusie van het atelier: overheidsorganisaties moeten balanceren tussen verschillende belangen, als zij overheidsinformatie actief openbaar willen maken. We hebben drie belangentegenstellingen onderscheiden, het is balanceren tussen: 1. Openbaarheid en privacy 2. Openbaarheid en de rechten van de maker op de documenten 3. Openbaarheid en vertrouwelijkheid. Allereerst is er het recht van de burger op informatie van de overheid versus het recht van de burger op bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer. Burgers moeten kunnen beschikken over overheidsinformatie om voor hun belangen op te kunnen komen, om de overheid te controleren, of om initiatieven te starten. Tegelijkertijd hechten burgers aan hun privacy. Persoonsgegevens die de burger bij de overheid achterlaat zouden niet zomaar online voor iedereen beschikbaar moeten zijn. In de tweede plaats is het de balans tussen openbaarheid van overheidsinformatie en het recht dat architecten, fotografen, schrijvers, ontwerpers en andere 'makers' hebben op die documenten. Bij Wabo-dossiers en bouwdossiers speelt dit met

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 25