123
Conclusie
Bij de vraag of zij knelpunten ervaren bij de naleving van
actieve openbaarheid (afbeelding 10) antwoordt bijna 2/3 van
de respondenten dat dit het geval is.
Enquêtevraag gebaseerd op Adaptive Structuration
Theory
Aan de respondenten is gevraagd in hoeverre zij de hun ter
beschikking staande middelen aanpassen aan het gebruik in de
praktijk (afbeelding 11). Ruim de helft van de respondenten geeft
aan geen aanpassingen te maken, bijna 1/3 meldt dat samen
met collega's een afwijkende 'eigen' werkwijze is ontwikkeld. Iets
minder dan 1/6 van de respondenten geeft aan een individuele
'eigen' werkwijze te volgen die (nog) niet door collega's is
overgenomen.
De zachte aanpak moet vooral gezien worden als een
meetinstrument, een diagnostisch hulpmiddel waarmee de
harde aanpak - die vaak ten grondslag ligt aan beslissingen -
kan worden aangevuld zodat een meer holistische uitkomst kan
worden bereikt. In een maatschappij waarin ouderwetse
organisatiestructuren steeds minder voldoen en ruimte moet
worden gemaakt voor een veranderende sociale dynamiek
(tussen medewerkers onderling maar zeker ook tussen overheid
en burger), kan de zachte aanpak helpen om de kloof tussen
'wat hoort' en 'wat is' te dichten. Door de aandachtspunten
zichtbaar te maken worden overheidsorganisaties in de
gelegenheid gesteld het verschil tussen standaard en praktijk
te verkleinen, de participatie op het gebied van actieve
openbaarheid binnen de organisatie te vergroten en - daarmee
en daardoor - de belanghebbende burger op dat gebied
beter van dienst te zijn.
Afbeelding 10
Ervaring bij naleving actieve openbaarheid
geen
knelpunten
36%
wel
knelpunten
64%
Afbeelding 11
Aanpassing middelen bij
naleving actieve openbaarheid
aanpassing
57%