\è- Vervolgens is gekeken naar welke informatie dan precies meer, minder, of op een andere manierwordt vastgelegd (afbeelding 6). Het blijkt met name te gaan om mondelinge afspraken en om informatie die onder de noemer 'anders' (een niet in de enquêtevraag genoemde informatiesoort) valt; de respondenten noemen daarbij zogenaamde 'plusgegevens' (historische gegevens met betrekking tot een object, zoals het overzicht van eerder verleende vergunningen), onderzoeksresultaten en een zorgvuldige zakelijke formulering. Het van toepassing zijnde genre is dus van invloed op de keuze of iemand meer, minder, of op een andere manier informatie vastlegt. Tot slot is de respond enten gevraagd of zij ook om andere redenen dan actieve openbaarheid informatie meer, minder, of op een andere manier vastleggen (afbeelding 7). Ruim 2/3 van de respondenten geeft aan dat dit niet het geval is. Iets meer dan 1/5 van de respondenten geeft aan dat zij soms meer vastleggen. De redenen die daarvoor worden genoemd zijn interne en externe transparantie. Minder dan 1/6 van de respondenten geeft aan dat zij soms minder vastleggen; een reden die hiervoor door een respondent wordt genoemd is privacyoverwegingen. Afbeelding 6 Wnlkn informatie wordt anders vastgelegd: S X®J Afbeelding 7 Andere reden voor anders meer minder vastleggen?

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Schetsboek | 2015 | | pagina 120