Verslag van de
Brabantse Archivarissendag 2007
Rode Kruis
management
omgang met betrekking tot het kopen
van archieven. Geirnaert constateerde
dat Vlaamse archivarissen meer dan hun
Nederlandse collega's de neiging hebben
om het toekennen van waarde aan een
document principieel af te wijzen en om
geen archivalia aan te kopen. Duidelijk is
dat aan overheidsarchieven nooit enige
financiële waarde toegekend mag wor
den: ze behoren tot het publiek domein,
en kunnen per definitie niet het voorwerp
zijn van commerciële transacties. Toch is
een waardering soms onvermijdelijk wan
neer de cultuurhistorische waarde in het
geding is, bijvoorbeeld in het geval een
archiefstuk wordt uitgeleend ten behoeve
van een expositie. Een derde waarde die
kan worden onderkend betreft de emotio
nele waarde van een document. De hoge
bedragen die in Frankrijk en Engeland
voor archiefstukken worden neergeteld,
ven niet uit de weg te worden gegaan,
maar schenkingen en bewaargevingen
moeten de voorkeur blijven genieten
boven aankoop. Aankopen moeten de
bestaande collectie werkelijk aanvullen,
en er dient uitsluitend te worden gekocht
van betrouwbare aanbieders. Zolang de
gemeenschap - beleidsmakers, maar ook
het publiek - overtuigd is van de waarde
die het archief heeft als geheugen van de
samenleving, moet de bereidheid bestaan
om hieraan in voorkomende gevallen de
nodige middelen te besteden.
De twee voordrachten werden
gevolgd door een paneldiscussie, die
in goede banen werd geleid door Eric
Ketelaar, hoogleraar Archiefwetenschap
aan de Universiteit van Amsterdam. Het
panel bestond naast Marieke Kroonen en
kunnen worden verklaard uit het relatief
grote nationaliteitsbesef in deze landen,
een ontwikkeling die volgens Geirnaert
momenteel ook in Nederland in toene
mende mate kan worden waargenomen.
Hoewel de spreker betoogde dat de cul
tuurhistorische waarde van archivalia
soms in financiële zin tot uitdrukking
moet worden gebracht en dat we moeten
accepteren dat daarbij sociale en emoti
onele argumenten een grote rol kunnen
spelen, onderstreepte hij het belang van
een terughoudend beleid: aankopen hoe-
Noël Geirnaert uit de Amsterdamse hoog
leraar Middeleeuwse Geschiedenis Peter
Hoppenbrouwers en uit Jan Stuyck, die als
archivaris verbonden is aan het AMVC-
Letterenhuis te Antwerpen. Als verte
genwoordiger van de wetenschappelijke
wereld betoogde Hoppenbrouwers dat
archiefinstellingen alert en actief moeten
zijn bij de verwerving van archiefstukken,
maar dat zij zo goed mogelijk moeten ver
mijden om er voor te betalen, desnoods
door het uitoefenen van zware druk.
Jan Stuyck verdedigde de stelling dat
het geen probleem is om te betalen
voor literaire archieven, aangezien het
vanzelfsprekend is dat ook voor andere
kunstwerken grote bedragen op tafel wor
den gelegd. Op dit moment worden in
Nederland voor literaire nalatenschappen
hogere bedragen betaald dan in België,
maar hierin lijkt langzaam maar zeker
verandering te komen.
Aan de levendige manier waarop vervol
gens ook door de overige aanwezigen aan
de discussie werd deelgenomen, viel af te
leiden dat veel collega's in de praktijk te
maken hebben met het kopen van archi
valia. Een snelle enquête door discussie
leider Ketelaar bracht inderdaad aan het
licht dat nog geen tien procent van de
aanwezigen principiële bezwaren heeft
tegen het verwerven van archieven door
koop. Grote verdeeldheid bleek er vooral
te bestaan over de wenselijkheid van de
inrichting van het hierboven al ter sprake
gekomen centraal register, dat mogelijk
een prijsopdrijvend effect heeft door
dat het als het ware fungeert als etalage.
Binnen de Belgische rijksarchiefdienst is
vooralsnog voor een andere oplossing
gekozen. Men heeft er een beleid ontwik
keld dat erop neerkomt dat de diensthoof
den van de rijksarchieven in de provincie
de algemeen rijksarchivaris attenderen op
te koop aangeboden archiefmateriaal.
Algehele consensus over dit onderwerp
werd op deze vrijdagmorgen in Heusden
vanzelfsprekend niet bereikt. Op de vraag
'Kopen of niet?' kon dan ook geen eendui
dig antwoord gegeven worden, maar het
werd door alle aanwezigen zonder meer
als zinvol ervaren dat de beroepsgroep
zich van tijd tot tijd bezint op de houding
ten opzichte van de handel in archieven.
december 2007
management
del in archivalia - ligt een concrete aan
leiding ten grondslag. In 2005 wist het
Streekarchief Land van Heusden en
Altena op een veiling een omvangrijk
gedeelte te verwerven van het archief van
de heerlijkheid Oudheusden, Elshout en
Huiten. Die aankoop bleef destijds niet
geheel onbesproken, omdat verschil
lende collega's van mening zijn dat een
archivaris zich met de handel in archief
bescheiden volstrekt niet dient in te
laten, om zo te voorkomen dat er een
markt voor ontstaat. In de korte inleiding
waarmee de Brabantse Archivarissendag
werd geopend, benadrukte streekarchi
varis Tom van der Aalst dat artikel 8 van
de ethische code uitsluitend verbiedt dat
archivarissen als privé-persoon archivalia
verzamelen en er in handelen. Maar zelfs
indien archivarissen principieel weige
ren om voor hun instelling stukken aan
te kopen, dan dragen zij toch bij tot het
creëren van een markt, bijvoorbeeld door
aan archiefstukken een financiële waarde
toe te kennen om een schenking fiscaal
aantrekkelijk te maken of om een uit te
lenen document te kunnen verzekeren.
Van een dubbele moraal is eigenlijk ook
sprake wanneer aankopen niet worden
verricht door een archiefdienst zelf maar
door een vriendenstichting van die instel
ling, aldus Van der Aalst.
Op het thema werd vervolgens
nader ingegaan door twee sprekers.
Marieke Kroonen (Gemeentearchief Den
Haag) voltooide vorig jaar haar studie
Archiefwetenschap met een vergelijkend
onderzoek naar de situatie rond het kopen
van archieven in Nederland en Engeland.
In haar voordracht bepleitte Kroonen een
meer actieve houding van de beroeps
groep ten opzichte van de archievenmarkt.
Daarmee doelde zij niet op een actiever
aankoopbeleid maar op het belang van
een grotere kennis van de markt, vooral
waar het gaat om particuliere archieven.
De handel in archivalia is nu eenmaal
een gegeven, en het is dan ook zinvol om
bestaande kennis te bundelen om te voor
komen dat de markt verder toeneemt.
Hoewel het aanbod en de prijzen op de
Nederlandse archievenmarkt in vergelij
king tot landen als Frankrijk en Engeland
gering zijn, kunnen er uit de gang van
zaken elders toch de nodige lessen wor
den getrokken. Naar Engels voorbeeld is
de inrichting van een centrale database
denkbaar, waarin onder meer prijzen van
verhandelde archivalia en informatie over
de eigenaren zouden moeten worden
geregistreerd. In navolging van dit Britse
'Sales Catalogue Monitoring Team' zou
in Nederland het Centraal Register voor
Particuliere Archieven nieuw leven inge
blazen kunnen worden, met als achterlig
gende gedachte dat de aanmelding van
archieven de overdracht van die archie
ven aan een openbare archiefinstelling
vergemakkelijkt. En mocht een bepaald
archief toch op de vrije markt belanden,
dan is het nog altijd van belang om op de
hoogte te blijven van de verblijfplaats.
Ook de tweede spreker, Noël Geirnaert
(Stadsarchief Brugge), toonde zich voor
stander van een niet al te krampachtige
Streekarchief Land van Heusden en Altena
Ruim tachtig Brabantse archivarissen
bogen zich in de Heusdense Catharinakerk
over de vraag hoe archiefdiensten zich
moeten opstellen ten opzichte van de
handel in archivalia. Traditiegetrouw
werd 's middags een excursie gemaakt
(naar Fort Altena bij Werkendam, het
vestingstadje Woudrichem dan wel naar
Slot Loevestein), waarna de dag werd
afgesloten met een diner. De organisatie
van de Brabantse Archivarissendag 2007
berustte bij het archief van het Rode
Kruis-Vlaanderen te Mechelen en het
Streekarchief Land van Heusden en Altena
te Heusden, dat met het gastheerschap
tevens de festiviteiten rond de viering
van zijn dertigjarig bestaan afrondde.
Aan de keuze voor het thema van
de Brabantse Archivarissendag - de han-
Streekarchief Land van HeovJen en Attena
Zware druk of prijsopdrijvend effect
Panelleden Jan Stuyckvan hetAMVC-Letterenhuis
Antwerpen en Noël Geirnaert van het Stadsarchief
Brugge (foto Streekarchief Land van Heusden en Altena/
Vincent Kobijn).
Discussieleider Eric Ketelaar van de Universiteit van
Amsterdam (foto Streekarchief Land van Heusden en
Altena/Vincent Robijn).
Hildo van Engen is als hoofd Archiefbeheer in dienst
van het Streekarchief Land van Heusden en Altena.
archievenblad
Kopen of
Door Hildo van Engen
niet?
archievenblad
december 2007
Actieve houding
Terughoudend beleid
Mill II I I lil
11 1 1 1111 11 it 1
Tussen archivarissen uit de Nederlandse
provincie Noord-Brabant en Belgisch Brabant
bestaan sinds jaar en dag hechte banden.
Dat is niet in de laatste plaats te danken aan
een jaarlijks terugkerende gebeurtenis: de
Brabantse Archivarissendag. Op vrijdag
9 november jongstleden vond deze
Brabantse Archivarissendag plaats in het
uiterste noorden van het oude hertogdom, te
weten het Land van Heusden en Altena.
Brabantse archivarissen luisteren naar een voordracht in
de Heusdense Catharinakerk (foto Streekarchief Land van
Heusden en Altena/Vincent Robijn).
Dubbele moraal