Henk Nalis:
trouw aan de stad
rP&h&*.
burgerlijke stand
"Ik belde na mijn eindexamen HBS
in 1964 aan bij stadsarchivaris en -bibli
othecaris van Deventer, A.C.F. Koch,
en vroeg of hij niet een baan had bij de
Athenaeumbibliotheek. Dat was toen (en
nu weer) één organisatie, samen met het
stadsarchief." Het was een opzienbarende
keuze voor de jonge nozem, liefhebber
van zijn Puch, voetbal en popmuziek.
Maar hij hield ook van literatuur. "Er wer
den diverse pogingen gedaan om mij van
het idee af te brengen. Bij de bibliotheek
werkten immers alleen vrouwen, dus
Koch had een rol voor me in gedachten
bij het archief. Maar daar werkten alleen
mensen die nergens anders geschikt voor
waren. Er kwam zelfs een medewerker
van de gemeente met mijn ouders praten
om hen ervan te overtuigen dat het geen
goed idee was." Maar Nalis hield voet bij
stuk en Koch was erg blij met hem. Zijn
taak in het archief werd al snel het beheer
van de architectuurhistorische documen
tatie en de topografisch historische atlas.
Latere pogingen om hem elders in dienst
te nemen - onder meer door niemand
minder dan Van der Gouw - werden zorg-
vuldig door Koch in de kiem gesmoord.
Nalis bleef uiteindelijk tot 2006. In dat
jaar werd uitgebreid afscheid van hem
genomen met de presentatie van een
Liber Amicorum. Zijn collega's schreven
daarin artikelen die aansluiten bij zijn
brede interesse en werkveld. De interesse
in popgeschiedenis en voetbal zijn blij
ven bestaan, maar daarnaast had hij ook
belangstelling gekregen voor de zestien
de- en zeventiende-eeuwse graveursfami
lie Van Doetecum.
Ik tref Henk Nalis ook na zijn pensi
oen op het stadsarchief in het Buiskens- of
Agneshuis in de binnenstad van Deventer.
"Mijn naambordje is nog niet weg. De
meeste dagen ben ik nog op m'n eigen
werkplek te vinden. Ik mag dan met pen
sioen zijn, maar het werk is nog niet af.
Ik ben nog niet toe aan tuinieren." Hij
verzorgt momenteel de beeldredactie
van de te verschijnen Deventer stadsge
schiedenis. Daarnaast wordt hij nog vaak
gevraagd om zijn kennis over de stad en
netwerk aan te wenden. En daarbij doet
niemand tevergeefs een beroep op hem.
"We vieren binnenkort de 89ste verjaar
dag van een fotograaf, die ik namens het
stadsarchief veel opdrachten heb gegeven,
met de publicatie van een boek met zijn
werk. Dan moeten de onderschriften wel
kloppen, dus ik controleer de drukproef."
Inzetten voor de inhoud
Henk Nalis werd op het archief aan
genomen onder de voorwaarde dat hij de
opleiding voor 'wetenschappelijk archief
ambtenaar der tweede klasse' ging volgen.
"Omdat Koch vaak weg was, kreeg ik veel
vrijheid. Ik was 18 jaar en werd direct ver
antwoordelijk gemaakt voor het aanstu
ren van de mensen die bij het archief te
werk waren gesteld, omdat zij elders in de
samenleving geen werk konden vinden.
Een keer had ik een NSB'er en een Jood
aan mijn bureau die niet tegenover elkaar
wilden zitten. Ze waren beiden door hun
oorlogsverleden niet meer in staat elders
te werken en waren aan het archief toege
wezen. In de jaren zeventig werden deze
iims:
burgerlijke stand
tewerkgestelden niet meer bij het archief
maar op een sociale werkplaats ingezet.
Dat was erg jammer: de meeste klappers
in de studiezaal zijn nog steeds producten
van deze medewerkers."
Om door te kunnen groeien tot adjunct
archivaris moest hij nog meer diploma's
halen. "Wetenschappelijk archiefambte
naar der eerste klasse kon je pas worden
als je een academische titel had. Liefst was
ik Nederlands of geschiedenis gaan stude
ren, maar voor beide studies was het ver
plicht Latijn te hebben gehad op de mid
delbare school. De eerste studie waar deze
eis werd losgelaten was rechten. Maar
toen ik in 1978 in de rechten afstudeer
de, werd de eis om het archiefdiploma te
hebben om te kunnen doorgroeien steeds
soepeler gehanteerd." De opleiding voor
archiefambtenaar eerste klasse deed Nalis
daarom niet meer. De ambitie om door
te groeien was bovendien afgenomen,
omdat daarvoor
steeds meer manage
mentvaardigheden
werd gevraagd. Hij
zette zich liever in
voor de inhoud.
Wereldberoemde gra
veurs
En niet zonder
resultaat. Ik vroeg
Nalis wie de familie
Van Doetecum was,
waarover ik in zijn
Liber Americorum
had gelezen. Als ant
woord verschijnen
vier kloeke delen op
tafel uit de serie The
New Hollstein Dutch
Flemish etchings,
engravings and wood
cuts 1450-1700. In
deze serie verschij
nen alle belangrijke
internationale wer-
ken over grafiek. En hij vertelt over het
onderzoek, dat hij als liefhebberij begon.
"Eerst vond ik ons eigen archief een boe
delbeschrijving van de familie waarin
verschillende koperplaten van gravures
werden beschreven. Ik ging op zoek naar
de afbeeldingen. Van het een kwam het
ander en ik combineerde mijn vakanties
met bezoeken aan musea, bibliotheken
en archieven om naar het werk van de
Van Doetecums te zoeken. Mijn huwe
lijksreis naar Parijs was volgepland met
bezoeken aan bibliotheken. En later, toen
de kinderen naar Salou wilden, stond ik
in Valencia op een ladder de reusachtige
wereldkaart van Petrus Plancius uit 1592
te bestuderen." Langzaam maar zeker
reconstrueerde hij het oeuvre van twee
broers, die in Deventer glazenier waren,
maar als graveurs wereldberoemd werden.
Ze ontstegen de provincie en werkten in
Antwerpen voor de grootste uitgevers.
Ook de zonen van de eerste broer verwier
ven internationale faam.
Na een gesprek met een conserva
tor bij Boymans Van Beuningen werd
Nalis uitgenodigd door de redacteur
van de Hollstein-serie - tevens directeur
van het Rijksprentenkabinet - om over
zijn werk te praten. Nalis was in zijn
ogen amateur en hij werd eerst door
hem op de proef gesteld. "Ik moest een
aantal gravures bestuderen naar Pieter
Breugel van een Van Doetecum, die het
Rijksprentenkabinet op zicht had van
een antiquaar uit België. Hij vroeg mij of
er verschillen waren tussen deze en het
exemplaar dat het Rijksprentenkabinet al
bezat. Ik heb een halve dag zitten zoeken
naar verschillen, want ik dacht dat hij de
verschillen wel kende en mij wilde testen.
Ik kon er geen vinden en gaf aan dat dit
dezelfde gravure was als die ze al hadden.
De koop ging niet door. Het had meer dan
160.000 gulden moeten kosten."
Uiteindelijk kwamen Nalis en de redac
teur van de serie overeen dat hij zijn werk
kon publiceren. "Het zou in mijn vrije
tijd nog wel tien jaar duren voor het af
zou zijn. En daar konden ze natuurlijk
niet op wachten. Ik kreeg van de gemeen
te de mogelijkheid om het project voltijds
af te ronden: op kosten van de gemeente
en drie jaar lang." Over een uit de hand
gelopen hobby gesproken...
De boeken werden in 1988 gepubli
ceerd. In 2000 kreeg hij - onder andere
voor dit levenswerk - de Deventer cultuur
prijs de Gulden Adelaar. "Achteraf gezien
is het jammer dat ik dit werk niet als een
afsluitende periode van mijn werkzame
leven heb kunnen doen. Het was soms
lastig weer terug te keren in de dagelijkse
beslommeringen van het archief, waar
bij ik ook weer studiezaaldiensten moest
doen. Toen ik de kans kreeg aangeboden
om met pensioen te gaan, greep ik deze
gelegenheid aan. Nu kan ik mij als vrijwil
liger nog steeds inzetten voor het stadsar
chief, met de zekerheid van een pensioen
en de vrijheid om zelf mijn taken en werk
tijden te bepalen." Een leven in de geest
van Koch, die niet voor tien uur begon,
maar als het nodig was ook tot tien uur
's avonds doorwerkte.
If m. 5- VjÜdh. h (jtrrtnudt
I 'W*vJm*/3.V* Or<U*f.j.
}fDt*ThmA.Drl>*rmtk mtrtkt.if.
iftPaUm Urmr/lX7{jr\mert(j-
jL.'XW Z%ftif> mrrAi.it.
•Mfyrlrf.V
Z. Trr/hrZ
rDe Stharp
u itiWdtrih
tat,7ê^naS drr,
the f%,<b*epn
rpt atrde,
Ugrauoi
ft ié>6j/?,
StAf
De SAantfl. M
jDpmalaftH^
tyUcrfóén
Door Ivo Zandhuis
Wie kan nog zeggen dat hij 40 jaar in dienst
zal zijn bij zijn werkgever? En dat vanaf zijn
achttiende? Dan ben je ofwel niet erg 'pro
actief op zoek naar uitdagingen' of je moet een
werkgever hebben die veel moeite doet om je
voor de organisatie te behouden. Ik sprak met
Henk Nalis, die het laatste overkwam.
Burgerlijke Stand
Naam: Hendrik Jan (Henk) Nalis
Geboren: Deventer (1946)
Burgerlijke staat: getrouwd, twee kin
deren
Studie: deeltijd rechten,
Rijksuniversiteit Utrecht (1969-1978)
Werk: Stadsarchief en Athenaeum
bibliotheek Deventer (1964-2005)
Bijzonderheden: winnaar Gulden
Adelaar, culturele prijs voor de gemeen
te Deventer (2000)
Nog niet tuinieren
4.Dé 'BrJr.tJf'nuri. CTif 'Or 'Bctitr JlrtityiO.'De 'M JMt
6. Dd Trdtrj uQt Aften JhaH. 2.2 .Qt Crrft&2**jhact.
c. TC- da *}0<L»ve vpt vjhut.ztfo GrtryMor
l h*- V Dr Cjnttjutrjhad.
S EP TE"N TRIO
Noor At
'Voertcn ia- [huk
I 'ft- Z. roori
Z ft.* 3nm( Voort
pDeDerch Voort
4. TV Vtjich Voert
5 'Tk'SCurnhtrtj Voort.
•- 6 Dat S&omakm
olit kuggeVoert.
1 ft®' VuUei 1 VoorCgni
Wj gQf Qranen Voort.
toDtVjpm Voort
11 De Verrvrrs Voort.
II Dat OXjlrkjlefPoortp
13 De Duyru Vhert
JirJlnut. ZZDf Wdrrjlnt. it .DtDrutJcr
ftmt.zj Dt tngUeJfnt.3».Op ir grout. 31
0j<tmV*tt.}zlMr4rdTCrthuup.y$.Dt
TCvnlty JhattftDt DftnJhoet. 33 .DtXijt
jUri.^fdt^nzn Jlnrt. Dt Srtttjhort.
jl.Dr HijcitrtttvJbxat, jfDeüttrtftJfout.^o
'Dt'RjgjtJhntt.j.iDt'Brtg Jh1t.4a.Dt (jolt
JU.H-'Dc'Waipjhatt.
S. lonen
Een gravure met voorstelling
van het beleg van de stad
Deventer door Rennenberg
in 1578, vervaardigd door
Johannes van Doetecum
(foto Stadsarchief en
Athenaeumbibliotheek
Deventer).
Uit de hand gelopen hobby
Henk Nalis in Deventer (fotoAuke Pluim).
Vrijheid
Ivo Zandhuis is zelfstandig adviseur voor digitale ont
sluiting van culturele collecties en redacteur van het
Archievenblad.
Dit interview is het tweede in een reeks
vraaggesprekken met mensen die in
het archiefwezen werkzaam zijn of zijn
geweest. In 'Burgerlijke Stand' wil
het Archievenblad archivarissen van
'vleesch en bloet' laten zien. Want een
archivaris is ook maar een mens!
archievenblad
december 2007
december 2007
archievenblad