Archives as collective memory of the nations buitenland buitenland werd aangeboden aan de Indonesische minister van Administratieve Hervorming Taufiq Effendi, die het archiefwezen in zijn portefeuille heeft. Bij de opening van het academische jaar van 2006 hield deze minister een openingsrede in de Hooglandse Kerk in Leiden, waarin hij opmerk te dat als we van de eeuwenlange relatie tussen Nederland en Indonesië echt iets willen begrij pen, we te rade moeten gaan bij ons geheugen dat gedeeltelijk in Jakarta en gedeeltelijk in Den Haag ligt opgeslagen. Precies één jaar later kreeg hij de sleutel tot een deel van dat geheugen aange reikt. De verzamelinventaris Archives of the Dutch East India Company geeft met zijn 571 pagina's toegang tot vijftien archieven. De samenstellers hebben ervoor gekozen om in het eerste deel de inleidingen op te nemen en in het tweede deel alle inventarissen ach ter elkaar te plaat sen. De inleiden de hoofdstukken zijn niet alleen in het Nederlands, maar ook in het Engels en in het Bahasa Indonesia vertaald; de inven- tarissen zelf zijn uitsluitend in het Nederlands beschikbaar. In de inleidende hoofdstukken geeft Nederlands VOC-kenner bij uitstek, Femme Gaastra, een overzicht van de organisatie van de VOC. Vervolgens verschaft Hendrik Niemeijer een uitermate nuttig institutioneel overzicht van de instellingen waarvan de archieven in deze verzamelinventaris zijn opgenomen. Dit institu tionele hoofdstuk draagt de wat misleidende titel 'Het VOC-hoofdbestuur en de stedelijke colleges te Batavia (1618-1811)', omdat behalve de centra le instellingen voor bestuur en rechtspraak die in het kasteel van de VOC resideerden en de stede lijke colleges die in Batavia zetelden, ook de ker kelijke instellingen (niet alleen van Batavia, maar ook van Semarang) en een aantal andere instel lingen, zoals de Amfioen Sociëteit en Amfioen Directie, worden behandeld. Louise Balk, Frans van Dijk en Diederick Kortlang, die geruime tijd door het Nationaal Archief uitgezonden zijn geweest om in Jakarta, samen met in totaal zo'n 17 medewerkers van het Arsip Nasional, de eigenlijke inventarisatiewerkzaamheden uit te voeren, schreven een hoofdstuk over de geschie denis van het archief, waarin zij uiteenzetten op welke wijze zij de (her)inventarisaties ter hand hebben genomen. Tot slot geeft Pieter Koenders, coördinator van het TANAP-project binnen het Nationaal Archief, een inkijkje in de organisa tie van dit grote internationale samenwerkings project. Daarna volgen de vijftien inventarissen. De inventaris van het 'Archief van de gouverneur- generaal en raden van Indië (Hoge Regering) van de VOC en taakopvolgers, 1618-1812' bevat van alle in deze verzamelinventaris opgenomen toe gangen wel de meeste informatie. Veel nuttige gegevens die betrekking hebben op de archief vorming door de Hoge Regering zijn als toelich tingen en soms met kleine voorbeelden bij de rubrieken en verschillende series opgenomen. Hierdoor is de inventaris een instrument gewor den dat inzicht biedt in de wijze van besluitvor ming en, wat nog belangrijker is, het begrip van waarom welke series gevormd zijn. Het is jammer dat het symposium niet werd aangegrepen om deze inventarissen vanuit ver schillende invalshoeken te becommentariëren en een samenwerkingsproject als TANAP te eva lueren. Er zijn weinig voorbeelden van projecten waar historici en archivarissen in een interna tionale setting zo nauw en langdurig met elkaar hebben samengewerkt als bij TANAP. Het zou een interessante en waarschijnlijk ook uitermate leerzame bijeenkomst hebben kunnen worden, zeker in het licht van het vraagstuk van wat er nog moet gebeuren met de in omvang vele malen grotere archieven uit de koloniale periode. De bijdragen aan het symposium vielen grofweg in twee groepen uiteen. Nogal wat presentaties van de kant van de archivarissen uit de deelne mende landen beperkten zich tot het geven van een aangeklede opsomming van archieven in hun depots die betrekking hebben op Indonesië. Een enkele bijdrage, zoals die van de Japanse Aiko Kurasawa, stak daarboven uit. Zij deed ver slag van een groot project dat sinds 1986 door Japan wordt uitgevoerd met als doel bronnen (niet enkel archieven maar ook interviews, boe ken, films en dergelijke) bijeen te brengen die betrekking hebben op de Japanse bezetting van Indonesië tussen 1942 en 1945. Een tweede groep bij dragen was wat meer beschouwend van aard. Als een van de weinigen probeerde de Australische historicus Robbert Cribb door te dringen tot de betekenis van 'archives as collective memory of the nations' door archiefvor ming en archiefgebruik aan elkaar te verbinden. Soms worden bepaalde facetten van archieven pas zichtbaar als men bewust op zoek is naar bepaalde sporen. Als specialist in de geschiede nis van de Indonesische Revolutie constateert hij bijvoorbeeld een enorm verschil tussen de archieven die in deze periode gevormd zijn door de Britten, die na de Japanse overgave de Indonesische archipel onder hun hoede hadden, en de archieven die in dezelf de tijd door de Nederlanders ter plaatse gevormd werden. De Britten waren eigenlijk alleen geïnteresseerd in het handhaven van rust en orde en lieten zich nauwelijks in met sociale en politieke pro blemen. Op die terreinen is "reading these archives like listening to a band several hundred metres away: especially if you know the tune, you can work out what is happening, but there is no sense of immersion in events". Maar als we daaren tegen de archieven die door de Nederlanders werden gevormd bestuderen, dan lijken die op de inhoud van een stofzuiger: "a vast range of materials relevant not just to the negotiations and the military struggle but also to the battle for the hearts and minds of Indonesians found its ways into these archives" (Robbert B. Cribb, Paper The Indonesian Revolution: archives and emotion). Jammer genoeg waren dergelijke bijdragen, waarbij de historicus en de archivaris elkaar inhoudelijk echt wat te vertellen hebben, op de vingers van één hand te tellen. De aanleiding voor dit seminar was het gereedkomen van de inven taris The Archives of the Dutch East India Company (VOC) and the Local Institutions in Batavia (Jakarta). Het is eigenlijk vreemd dat in Nederland zo weinig ruchtbaarheid is gegeven aan de verschijning van het kloeke, mooi uit gegeven boekwerk dat het resultaat is van een jarenlange intensieve samen werking tussen het Nationaal Archief in Nederland en het Arsip Nasional van de Republiek Indonesië. Vanaf 2001 is gewerkt aan het toegankelijk maken van de archieven uit de VOC-periode die zich in de depots van het Arsip Nasional bevinden. Alle toegangen die in deze periode werden vervaardigd, zijn gebundeld in een verzamelinventaris waarvan het eerste exem plaar op 3 september door Maarten van Boven, scheidend directeur van het Nationaal Archief, i hllnu ny VOC Jakarta Door Charles Jeurgens december 2007 archievenblad De Indonesische minister van Administratieve HervormingTaufiq Effendi. Sleutel tot geheugen archievenblad december 2007 Opsommingen en beschouwingen De Australische historicus Robbert Cribb. Prof. Charles jeurgens is hoogleraar archivistiek aan de Universiteit van Leiden en stadsarchivaris van Dordrecht. Opening van het seminar door de Indonesische minister van Administratieve Hervorming,Taufiq Effendi. Sfeerimpressie van het internationale semi nar. Foto's: website AN Rl (Arsip Nasional Republik Indonesia). Het tweedaagse seminar werd gehouden in het sfeervolle Discovery Kartika Plaza Hotel op Bali. Op 3 en 4 september 2007 vond in Denpasar, op het Indonesische eiland Bali, het internationale seminar 'Archives as collective memory of the nations' plaats. Historici en archivarissen afkomstig uit Indonesië, Nederland, Sri Lanka, Australië, Groot-Brittannië, Japan, India, Suriname, Portugal, Maleisië, Cambodja, Filippijnen en Zuid-Afrika debatteerden met elkaar over archieven die gevormd zijn als gevolg van wat het best omschreven kan worden als de 'interculturele ontmoetingen en uitwisselingen' die in het verleden hebben plaatsgevonden.

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 2007 | | pagina 11