Bij het afscheid
van de Rijks Archiefschool
prof mr 0. Moorman van Kappen
O WOOKMW
A t S
Prof mr Moorman van Kappen bij het uitspreken van zijn lezing tijdens de vie
ringvan het 75 -jarig bestaan van de Archiefschool
Zoals iedereen weet, is de archiefopleiding in Nederland sinds kort in een
nieuwe jas gestoken. De opleidingen voor middelbaar en hoger archief-
ambtenaar zijn vanaf september 1995 'differentiaties' geworden van res
pectievelijk de BDl-opleiding van de Hogeschool en van de opleiding
Boek- en Informatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam. Prof
mr O. Moorman van Kappen, voorzitter van de curatorium van de Rijks
Archiefschool (ras), stond na afloop van de laatste vergadering van het cu
ratorium op woensdag 17 januari 1996, nog eens stil bij enkele aspecten
van de geschiedenis van de Rijks Archiefschool. Hierna volgt de tekst van
zijn - in verkorte vorm uitgesproken - 'afscheidsrede'.
[128]
Mevrouw, mijne heren, de Rijks Archiefschool
(ras) is niet meer.1 Op 28 december 1995 versche
nen immers de nummers 671 en 672 van het
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden,
houdende respectievelijk het nieuwe Archiefbe-
sluit 1995 en het Tijdelijk besluit opleidingen en
diploma's archivistiek, die, samen met de nieuwe
Archiefwet 1995, op 1 januari jl. in werking tra
den. In onderlinge samenhang gelezen, de memo
rie van toelichting bij die wet en de nota's van toe
lichting bij die beide algemene maatregelen van
bestuur bij die bestudering uiteraard betrokken
hebbende, ben ik, gebruik makende van de gram
maticale, de systematische, de teleologische en nog
een tiental andere interpretatiemethodes, tot de
onweerlegbare conclusie gekomen, dat de Rijks
Archiefschool in de nacht van 31 december 1995
op 1 januari 1996 te klokslag middernacht ophield
te bestaan.
Ik zal u niet met alle argumenten, die tot deze con
clusie nopen, vermoeien. Slechts zij gewezen op de
volgende passus in 1 van de nota van toelichting
op het evengenoemde 'Tijdelijke besluit':
'De verzelfstandiging [nl. van de Rijks Archief
school] heeft zijn (formele) beslag gekregen bij
de inwerkingtreding van de Archiefwet 1995
tegelijk met de inwerkingtreding van het Ar-
chiefbesluit 1995 en de onderhavige tijdelijke re
geling). Immers, op die datum [nl. 1 januari
1996] is de Archiefwet 1962 en het daarop geba
seerde Archiefbesluit [1968] ingetrokken en
daarmee de bepalingen, die de Rijks Archief
school regarderen, terwijl dergelijke bepalingen
in het Archiefbesluit 1999 noch in het onderha
vige tijdelijke besluit zijn opgenomen.
Het feit, dat de nota in de daaropvolgende zin
overgaat in de voltooid verleden tijd ('De Rijks Ar
chiefschool was ingevolge het oude Archiefbesluit
belast' enz.) onderbouwt de zoeven vermelde con
clusie nog eens extra.
Nu hebben wij weliswaar vanmiddag op onze laat
ste vergadering van de (oud-)directeur vernomen,
dat er op 28 maart van dit jaar nog een met de no
dige rituelen gepaard gaande 'overdracht' van per
soneel en middelen van de ras aan de Stichting
Archiefschool voorzien is, maar dat vertroebele
Uw juridisch inzicht niet. Ik ben - alweer na uit
voerige rechtsvergelijkende studies, ditmaal op het
gebied van het rechtspersonenrecht - tot de al even
onweerlegbare conclusie gekomen, dat die 'over
dracht' rechtens hoogstens beschouwd kan wor
den als het laatste handelingencomplex in het ka
der van de liquidatie oftewel vereffening van de
ras, die, ware zij een privaatrechtelijke rechtsper
soon geweest, in deze en de beide volgende maan
den het epitheton 'in liquidatie' zou hebben moe
ten toevoegen aan haar benaming.
Tot mijn grote contentement heb ik overigens op
onze vergadering van hedenmiddag vernomen, dat
bij die gelegenheid weliswaar óók het archief van
de ras aan de Stichting Archiefschool zal worden
overgedragen, maar dat die bewaargeving van tij
delijke aard zal zijn en dat de nodige voorzieningen
getroffen zijn, dat dit archief te zijner tijd naar het
Algemeen Rijksarchief zal worden overgebracht.
Hopelijk zal tegen die tijd de PivoT-methode op
moderate wijze worden toegepast, opdat een laat-
2irte-eeuwse geschiedvorser nog eens een driedeli
ge 'Geschiedenis van de Rijks Archiefschool' in
prachtbanden het licht kan doen zien
Behalve die archivarissen, die het zich tot hun
ambtelijke taak rekenen schier dagelijks het jong
ste nummer van het Staatsblad te verslinden, zul
len slechts weinigen in het Nederlandse archiefwe
reldje zich bij de recente jaarwisseling gerealiseerd
hebben, dat 'hun' archiefschool niet meer bestond,
ook al was het naderende einde van deze moribun-
da velen sinds eind mei 1995, toen de tekst van de
nieuwe Archiefwet in het Staatsblad verscheen
(Stsbl. 1995 nrs. 276 en 277), bekend. Immers on
bekend bleef nog tot laat in het vorige jaar of de be
oogde invoering van die nieuwe wet per 1 januari
1996 inderdaad plaats zou vinden.
Ware nummer 672 van jaargang 1995 van het
Staatsblad niet pas aan de vooravond van het lange
weekend van de jaarwisseling verschenen, maar
twee a drie weken eerder, dan zouden zonder twij
fel op Oudejaarsavond honderden archiefambte
naren, middelbare zowel als hogere, met medene
ming van hun gezinsleden, oliebollen, champagne
[129