ment, maar bijvoorbeeld ook via analyse van een an
der document of aan de hand van literatuur of een
inventaris. Zo lezen we in een brief over de staat van
het lager onderwijs van het gemeentebestuur van
Naarden aan de agent van Nationale Opvoeding het
volgende:
'Ter voldoening van de aanschrijving van het In
termediair Administratief Bestuur van het voor-
malig gewest Holland in dato n Februari met
melding van de door uw gedaane aanschrijving
aan gemeld Bestuur omme de respective munici-
paliteiten in dit gewest aan te schrijven om zoo
dra moogelijk aan uw Departement in te zenden
eene nauwkeurige opgave van de daarinne ver
meldepoincten, hebben wij de eer te berigten. ,.'8
Naast de opgave van het gemeentebestuur zelf kun
nen via analyse van dit document nog twee ivet-
stappen worden achterhaald: de lastgeving van de
agent aan het provinciaal bestuur en de aanschrijving
van het provinciaal bestuur aan de municipaliteiten.
Deze twee iVET-stappen worden als zelfstandige een
heden in de database opgenomen, waarbij het veld
'bouwsteen' de waarde 'analyse' krijgt. Ideaal zou zijn
dat van iedere stap het bijbehorende document voor
handen is, maar belangrijker is in eerste instantie dat
het informatieproces gereconstrueerd wordt. De
drager van de informatie is in feite van secundair be
lang. Deze methode is vooral belangrijk voor de re-
constructie van communicatie tussen provinciaal en
lokaal niveau. Aangezien het onderzoek zich, door
de enorme omvang van de archieven, noodgedwon
gen beperkt tot het nationaal niveau, zou dit aspect
van de informatieverwerving op een andere manier
met in beeld komen. Natuurlijk wil een onderzoeker
waarschijnlijk vooral weten waar hij de betreffende
documenten kan vinden, maar door zo te werk te
gaan, krijgt hij in ieder geval alvast een aanwijzing.
In de database wordt steeds een onderscheid ge
maakt tussen iVET-velden die betrekking hebben op
het informatieproces, en andere velden die betrek
king hebben op het document waarop de stap geba
seerd is. De vindplaatsen van de documenten wor
den uiteraard ook opgenomen.
Natuurlijk kent de database de mogelijkheid op de
verschillende velden te zoeken, bijvoorbeeld op loka-
tie of op trefwoord, waarmee de informatieprocessen
worden losgelaten en een overzicht wordt gegeven
van alle stappen die op dat trefwoord of die lokatie
betrekking hebben. De kracht van dit project en de
iVET-database is echter vooral gelegen in de combi
natie van inhoudelijke ontsluiting van de bronnen
enerzijds en het zichtbaar maken van dwarsverban
den tussen de verschillende archieven anderzijds.
Gelijksoortige ontsluitingsmethoden
in het archiefwezen Het basisconcept van
deze manier van ontsluiten is niet helemaal nieuw.
Natuurlijk is het ook niet zo bijzonder aandacht te
besteden aan de context of de ontstaansgeschiedenis
van bronnen, dat doen historici en archivarissen al
langer.
Het idee voor het iVET-project is gedeeltelijk ont
leend aan de serie Broncommentareneen serie die
sinds 1982 wordt uitgegeven, eerst door de Vereni
ging van Archivarissen in Nederland en sinds 1995
door het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis.
In deze reeks wordt systematisch aandacht besteed
aan het administratieve proces waarin een bron tot
stand is gekomen, waarbij zowel de formele grond
slag van een bron (zoals decreten en wetten), als de
uitvoeringsbesluiten aan bod komen. Dit proces
wordt in de Broncommentaren uiteraard gewoon op
papier omschreven, terwijl het iVET-project de pro
cessen echt zichtbaar maakt met behulp van de com
puter, maar de ontsluitingsconcepten van beide pro
jecten vertonen wel overeenkomsten.
De methode van het iVET-project wordt daarnaast
wel eens vergeleken met de werkwijze van pivot,
het Project Invoering Verkorting Overbrengingster
mijn, dat in 1991 van start is gegaan.9 Het doel van
pivot is gericht op het bewaren van zodanig archief
materiaal dat het overheidshandelen op hoofdlijnen
gereconstrueerd kan worden. Over de selectiepro
blematiek die hierbij komt kijken, is een hele hoop te
doen geweest en er wordt nog steeds over gediscus
sieerd. Wanneer die problematiek buiten beschou
wing wordt gelaten, is de methode die pivot ge
bruikt voor die reconstructie van het overheidshan
delen wel te vergelijken met de iVET-methode.
pivot beschrijft door middel van institutioneel on
derzoek het overheidshandelen en probeert vervol
gens de archieven te ordenen volgens die handelin
gen. Dit wil zeggen dat documenten niet langer wor-
[120]
den geordend volgens de aard van de documenten,
wat voorheen gebruikelijk was, maar per werkproces
of beleidsterrein van de overheid en dat is wel enigs
zins te vergelijken met de ordening via informatie
processen. Overigens zijn de verschillen met pivot
groter dan de overeenkomsten. Zo probeert pivot
beleidsterreinen van bepaalde organisaties te recon
strueren, terwijl de ivET-methode in eerste instan
tie kijkt naar informatiestromen en pas daarna naar
de daarbij betrokken organisaties. Bovendien richt
pivot zich op één specifiek overheidsorgaan, terwijl
het iVET-project gericht is op de overheidsarchieven
als geheel, waarbij dwarsverbanden gelegd kunnen
worden tussen rijk, provincies en gemeenten.
Op het eerste gezicht lijkt het iVET-project meer
overeenkomsten te vertonen met het Leeszaal In
lichtingen en Aanvraag Systeem (lias), een ge
automatiseerd systeem dat dwarsverbanden kan leg
gen tussen verschillende archieven, afhankelijk van
de vraag stelling van de gebruiker, lias geeft echter
geen beschrijving van de inhoud van de bronnen zelf
(de structuur van de archieven heeft voorrang boven
de inhoud),10 terwijl in het iVET-project, zoals hope
lijk duidelijk is geworden, de inhoud en de structuur
van de archieven van even groot belang zijn.
Natuurlijk kost deze manier van ontsluiten meer tijd
dan wanneer met minder genoegen genomen zou
worden. Het iVET-project loopt thans vier jaar. De
deelperiode 1795-1798 is inmiddels afgerond; de pe
rioden 1798-1801 en 1806-1810 zijn in bewerking.
Hoewel het nog enige jaren zal duren voor het pro
ject is voltooid, ligt het in de bedoeling de database
eerder voor onderzoekers ter beschikking te stellen
als werkbestand via het Internet. Een presentatie van
het project met een uitgewerkt voorbeeld van een in
formatieproces is daar nu al te vinden.11
Moten
1 Dit artikel is gebaseerd op een le
zing, gegeven op I4juni 1996 terge
legenheid van de studiedag 'Digitali-
satie van archieven van de Vereniging
voor Geschiedenis en Informatica.
z De voorlopige resultaten van dit
project zijn gepubliceerd in de tus
sentijdse uitgave Ch. Jeurgens en
P. M. M. Klep, Informatieprocessen
van de Bataafs-Franse overheid,
1795-1813 (DenHaag, 1995).
3 Voor een uitgebreide behandeling
van dit onderzoek naar de staat van
het lager onderwijs, zie Jeurgens en
Klep, Informatieprocessen, 65-80.
4 Zievoordeproblematiekrondde
toegankelijkheid van deze bronnen
ook P. M. M. Klep, 'Researchwaarde
en toegankelijkheid van het beschrij
vende bronnenmateriaal uit de Ba
taafs-Franse tijd', in: Economisch en
sociaal-historisch jaarboek 5 5
(1992) 3-i3,enP.M.M. Klep,
'Kanttekeningen bij het Bataafs-Fran
se beschrijvende bronnenmateriaal in
Nederland, 1795-1813in: J. P. A.
Coopmans en A. MD. van der Veen
ed., Van blauwe stoep tot citadel
('s-Hertogenbosch 1988) 257-266.
5 Het Algemeen Rijksarchief is begin
1996 een project gestart dat hierin
verandering moet gaan brengen. In
het kader van dit project, dat beoogt
de archieven van de Bataafs-Franse
tijd toegankelijker te maken, wordt
een digitale onderzoeksgids gemaakt
die de onderzoeker moet helpen de
structuren van de Bataafs-Franse ar
chieven te begrijpen.
6 Inmiddels is een voorlopige lijst van
deze verzoeken om informatie ge
reed. Deze is gepubliceerd in Jeur
gens en Klep, Informatieprocessen,
37-46. De lijst is ooktevindenop
het Internet, adres:
http://www.konbib.nl/infolev/ing/
rgp/werkbest/batfra/intro.htm
7 Zie bijvoorbeeld Leen Breure,His
torische databasesystemen' in: On-
no Boonstra, Leen Breure, Peter
Doorn, ed., Historische informatiek
unde. Inleidingtot het gebruik van de
computer bij historische studies
(Hilversum, 1992), 63-130,
passim.
8 Algemeen Rijksarchief, Archiefvan
het departement van Binnenlandse
Zaken, 1796-1813, Agent van
Nationale Opvoeding, 1798-1801,
inv.nr. 295
9 H.D.Tjalsma,'Informatieproces
sen van de Bataafs-Franse overheid',
in: Historia en Informatica, 2
(december 1995) 5.
10 P.J. Horsman, 'Structuur, inhouden
samenhang', in: B. G.J. deGraaffen
A. J. Veenendaal jr. ed., Bronontslui
ting voorde negentiende en twintigste
eeuw. Teksten van een symposium
georganiseerd door het Instituut
voor Nederlandse Geschiedenis
(Interne publikatie van het Instituut
voor Nederlandse Geschiedenis,
Den Haag 1995) 46-49, aldaar 47.
11 Adres: http://www.konbib.nl/
infolev/ing/rgp/werkbest/batfra/
intro.htm.
[l2l]