In memoriam
mr Annie J. Versprille 1905-1995
J. Dijkstra
waarde van stukken evenzeer betrokken moeten
worden.
De vanouds bij de overheden gangbare werkwijze
van een beoordeling vanuit de drie gezichtspun
ten, waarbij de lijst aangeeft wat zou mogen wor
den vernietigd en de beoordeling van stukken en
plaatselijke omstandigheden vervolgens bepaalt
wat verantwoord is, verdient een veel meer diep
gaande behandeling dan nu gebeurt.
Hierbij ook het vaak noodzakelijke overleg dat
de archivaris voert met de - toekomstige - gebrui
ker en de archiefvormend ambtenaar. Dit om het
doel duidelijk te maken dat door de selectie archie
ven niet volgens de meer algemene regels van de
lijsten worden gekrompen en geüniformeerd,
maar juist tot veelvormige, verrassende en goed
raadpleegbare bronnen worden gemaakt - voor ad
ministratief/juridisch en historisch gebruik ten be
hoeve van de generaties na ons.
Zoals boven al is geschreven wordt in verschillende
bijdragen aandacht gegeven aan het gebruik van de
moderne informatietechnologie. De toepassingen
staan in ons vakgebied nu nog in de kinderschoe
nen en zullen nog tot vele wijzigingen van dit werk
gaan leiden.
Maar een deel van de informatie hierover, zoals bij
voorbeeld in het praktijkvoorbeeld van de verzeke
ringsmaatschappijen, is wel erg achterhaald. Hier
is digitale opslag in combinatie met microfilm en
raadpleging van archieven via het beeldscherm al
een poosje routine en zeker geen plan voor de toe
komst meer.
Ook de toepassingen van allerlei digitale net
werken verdienen nu zeker aandacht.
Opvallend afwezig is informatie over de educatieve
en andere breed maatschappelijke functies van ar
chieven.
De lesbrieven, de archiefwinkels, mogelijkhe
den voor verkoop van publicaties, ansichtkaarten
en andere reproducties van archiefstukken, het
omgaan met de pers en radio/tv; alles opvallend af
wezig. Archiefvorming en -beheer staat altijd ten
dienste van de gebruiker. Juist via dergelijke doel
groepen en media kunnen zeer veel mensen in con
tact met archiefinformatie worden gebracht. Dit
leidt vervolgens tot meer maatschappelijk draag
vlak en dit komt vervolgens het archiefwerk weer
ten goede. Daarom zouden zeker de 'beheersaspec
ten van dit onderdeel opgenomen moeten wor
den, hoewel de titel van het werk dit op de keper
beschouwd natuurlijk uitsluit.
Ik hoop dat deze banden nog lange tijd gemoder
niseerd en algemeen gebruikt zullen worden. Dit
komt de administraties ten goede. Betere registra
tie en archivering geeft een betere informatievoor
ziening, en vervolgens ook een beter openbaar ar
chiefwezen ten dienste van de gebruikers van de
archieven! Deskundig gevormde archieven komen
op een kwalitatief hoger peil bij de archiefdiensten
binnen, zullen meer gebruiksmogelijkheden voor
onderzoek hebben en zullen door beter beheer ge
makkelijker en langere tijd gebruikt kunnen wor
den.
[162]
Op 28 december 1995 is op hoge leeftijd mr Annie
Versprille overleden, onverwachts, hoewel zij in juni
van dat j aar door een ernstig ongeval getroffen was.
Annie Versprille startte haar archiefcarrière op twin
tigjarige leeftijd als volontair bij het Rijksarchief Zee
land onder rijksarchivaris mr A. Meerkamp van
Embden. Nadat zij in mei 1926 haar diploma archief
ambtenaar tweede klasse had behaald, bleef zij als me
dewerkster aan het Zeeuwse rijksarchief verbonden.
Daarnaast hield zij zich bezig met zelfstudie van het
Latijn. In januari 1928 werd zij archivaris van de
Godshuizen te Middelburg. Dat zou van heel korte
duur zijn. Op 8 mei 1928 werd Annie Versprille be
noemd tot archiefambtenaar te Leiden. Zij kwam
daar te werken onder gemeentearchivaris mr dr J. C.
Overvoorde, die haar al snel wetenschappelijk werk
liet doen. Onder zijn opvolger mr dr J. W. Verburgt
mondde dit uit in een besluit van b w om haar de
persoonlijke titel van wetenschappelijk assistente te
verlenen. In de praktijk fungeerde zij als.adjunct-ar
chivaris van Leiden.
Na de oorlogsjaren pakte Annie Versprille de
draad van haar studie Latijn weer op. Nog altijd leef
de bij haar het idee dat haar toekomst lag in de advo
catuur, liefst in Zeeuws-Vlaanderen. Nadat zij het
colloquium doctum Latijn had behaald, begon zij
aan de rechtenstudie, die zij vanaf december 1947 in
de avonden volgde, naast haar dagtaak op het ge
meentearchief. Infebruari 1951 behaaldezij de mees
tertitel. Daarna liep het toch anders dan Annie Vers
prille aanvankelijk had gedacht. De afgeronde studie
in de rechtswetenschap gaf de mogelijkheid het di
ploma hoger archiefambtenaar te behalen. Daarvan
maakte zij gebruik. Op 31 maart 1955 behaalde zij
het diploma. Later in dat jaar volgde zij een 'stage
technique international d'archives' aan de Sorbonne.
Het moge duidelijk zijn dat Annie Versprille de
aangewezen en geëquipeerde figuur was om de zitten
de gemeentearchivaris, mr R. van Roijen, met wie zij
overigens een zeer ambivalente verhouding had, op te
volgen, toen deze vrij plotseling overleed. Haar be
noeming kwam af op 26 november 1956. Zij heeft
Leiden als zodanig gediend tot 1 oktober 1970. Zij
werkte in die functie met tomeloze wilskracht en
groot doorzettingsvermogen - woorden die uitermate
[163