Enkele zeventiende-eeuwse
Amsterdamse regentenfamilies
Hun archieven, hun portretten en hun verleden
DrsS.A.C. Dudokvan Heel'
[68]
Noten
i DrL. Kooijmans promoveerde op
een studie naar het Hoornse regen
tenpatriciaat in de achttiende eeuw.
Hij is verbonden aan de Universi
teit van Amsterdam en doet onder
zoek naar Vriendschap', met name
onder zeventiende- en achttiende-
eeuwse patriciërs en baseert zich
daarbij hoofdzakelijk op familie
archieven.
2 ArchiefHuydecoper 53-68 (Rijks
archief in Utrecht).
3 Sommige geschenken waren te on
praktisch om te behouden. Zo
schonk Huydecoper in 1694 een
eland, die men hem van Kaap De
Goede Hoop had doen toekomen,
aan Willem 111. Toen Huydecoper
twee jaar later een bezoek bracht
aan Honselaarsdijk vermeldde hij
dat hij de eland had zien lopen.
4 Daaronderwarensomsvogels,die
de scheepsreis niet allemaal even
goed doorstonden. In 1685 meldde
Huydecoper de behouden aan
komst van een kakatoe, maar hij
moest vaststellen dat de bijbeho
rende parkiet, 'wat teerder sijnde',
onderweg was gestorven.
5 Toen hij in 1700 een aantal opge
rolde Chinese schilderijen toege
stuurd kreeg, was hij zeer verbaasd
'dat een natie, die in alles excelleert,
soo onkundig is in hare parspecti-
ven, wetende de schaduen (waer-
door de hoogtens en dieptens wor
den aengewesen) in hare schilderij
en niet te observeren; moetende
bekennen dat ick het water van het
landt niet als door vaertuijgen en
weijende buffels weet teondersche-
ijden'. Overigens vond hij de af
beeldingen wel interessant, en hij
dankte degene die ze hem had toe
gestuurd van harte voor de schilde
rijen, prenten en tekeningen, die
hij had laten inlijsten, maar niet
dan nadat hij hier en daar het per
spectief wat had laten 'verbeteren'.
6 Huydecoper 50.
7 Boos omdat hij en zijn vrouw'soo
wenigciviliteijt voor soo veel be-
leeftheden' hadden ontvangen van
iemand die hij omschreef als een
boeken laetdunckenden geck',
zwoor hij dat hij 'bij gelegenheijdt'
wel 'revengie' zou nemen. Een an
der zou het berouwen hem 'met een
swarte kool te hebben afgeschil
derd.
8 Het incident wordt beschreven in
H. Bontemantel, De regeeringe van
Amsterdam (Den Haag, 1897) n,
155-
9 Zie Bontemantel 11,493.
10 Over Joan Bitter, zie: J. L. Blussé,
Strange Company (DotAxechi,
1986).
11 Toen hij kort daarop opnieuw werd
verzocht een baan voor iemand te
regelen bij de voc, antwoorddehij
dat hij de Heren xvn met zo'n ver
zoek niet meer lastig durfde te
vallen omdat hij in korte tijdal
twee familieleden had gepousseerd.
12 Ick heb niet goet gevonden om de-
voiren aen te wenden op dat mijn
swager Westerhof.soude werden
beroepen, sijnde niet raetsaem om
mijn eer en reputatie in de waeg-
schael te stellen bij die ondanckba-
re menschen die aen mijn vader sali
ger de fleuren het welvaren van het
dorp.schuldigsijn', luidde zijn
commentaar.
13 Constantia Huydecoper aan Joan
Huydecoper, Lingen, 31-1-1676,
3-6-1676 (Huydecoper 51).
14 Albert van Westerhoff aan Joan
Huydecoper, Lingen, 8-8-1676
(Huydecoper 51).
15 In 1675 beloofde Huydecoper zich
als burgemeester zo te zullen gedra
gen 'dat het gemene best en mijne
particuliere vrinden ten volle sullen
sijn gecontenteert'. Het jaar daarop
beloofde hij niet te zullen 'versuij-
men het gunt de interesse van den
staet, dese stadt en van mijne lieve
vrinden sal komen te vereijschen'.
Als bewindhebber van de voc, ver
zekerde hij een van zijn 'neven', was
hij van plan diens belangen 'en die
van mijn verdere vrinden niet te
negligeren',
r 6 Het ging om Emanuel van Borne-
zee, die als jong soldaat in dienst
van de voc was gekomen en in
168 3na zijn huwelijk met Marga-
reta Coymans, was opgeklommen
tot opperkoopman van het kasteel
in Batavia. Aan zijn nicht Isabella
Hinlopen schreef Huydecoper:
'wat voor menschen neef en nicht
Bornezee sijn en weet ick niet
Naa ick bemerek soo sal bij het
vroutje veel drift en geen minder
embitiesijn, alsoo se mijn aenpordt
om haer man extraordinaris raet te
maecken, het gene mijn belagge-
lijckvoorkomdt'. Desondanks
werd Van Bornezee in 1690 buiten
gewoon raad en in 1701 zelfs ge
woon raad van Indië.
17 Huydecoper haastte zich om
iemand die hem had geschreven
prompt te antwoorden 'om alle
occasien weg te nemen die mijn bij
UEd van de alderminste noncha
lance in het onderhouden van onse
oude vrindtschap soude kunnen
verdacht maecken'.
18 Hij voegde de overzichten van zijn
inkomsten en uitgaven jaarlijks bij
zij n dagregister en de copieën van
zijn brieven.
bnbbb
Drieluik met de Amsterdamse familie Cat uit het bezit van de familie Hee
reman van Zuydtwyck). In het begin van de achttiende eeuw werden de wapens
op de zijluiken met gefantaseerde kwartieren van de familie Heereman overge
schilderd. Op het linkerzijluik zien we achter de mannen St Hieronymus en op
het rechterzij luik St Catharina achter de vrouwen. Jacob Corneliszn van Oost-
sanen), 1517. Rijksmuseum Amsterdam. Foto: Rijksmuseum-Stichting Am
sterdam