De leerdoelen van het vak beperken zich niet alleen
tot de samenhang der dingen. Van zowel de hoger-
als middelbare archiefambtenaren in opleiding
wordt verwacht dat zij:
1 inzicht hebben in de maatschappelijke betekenis
van archieven en de maatschappelijke functie van
archieven.
2 inzicht hebben in de relatie van het archiefwezen
met verwante sectoren in de informatievoorzie
ning.
3 kennis hebben van de hoofdlijnen in de ontwik
keling en organisatie van het archiefwezen.
4 inzicht hebben in het proces van professionalise
ring van de beroepsgroep.
5 kennis hebben van en inzicht in de voor archief
beheer relevante wet-en regelgeving.
6 inzicht hebben in de mogelijkheden en knelpun
ten van automatisering in het archiefwezen.
7 inzicht hebben in de mogelijkheden tot opera
tionalisering en deze kunnen toepassen in relatie
tot de diverse werkprocessen.
Een belangrijke doelstelling is om de aanstaande
archivaris inzicht te geven in de onderlinge verwe
venheid van de werkprocessen. De inhoud van de
lessen is dan ook specifiek archivistisch van karak
ter.
Het vak van archivaris brengt immers proble
men met zich mee en biedt tevens mogelijkheden
die expliciet in relatie staan tot de aard van het
werk. Al te grofmazige veralgemenisering van het
vak leidde immers in het verleden tot frustratie en
miste het doel.
Zonder te kort te willen doen aan algemene aspec
ten van logistiek management is een aankomend
archiefambtenaar meer gebaat bij inzicht in de ge
volgen van acquisitie van het archief van de lokale
snoepjesfabriek "t Zuigje' met een omvang van
250 strekkende meter voor depotbeheer, conser
vering en raadpleging. Om de vraag te kunnen be
antwoorden waartoe wij hier op aarde zijn en ar
chieven beheren, zal duidelijk moeten zijn dat wij
ons werk doen ten behoeve onze klant: de gebrui
ker. Iedere organisatie, en dus ook het archiefwe
zen vindt haar legitimatie uitsluitend in haar afne-
mersmarkt.
Zonder klanten heeft geen enkele organisatie
bestaansrecht. Wanneer een charterverzameling
nooit geraadpleegd wordt, zou men kunnen twij
felen aan het bestaansrecht ervan. De verzameling
zou er net zo goed niet kunnen zijn en in existen
tiële zin is een dergelijke verzameling er ook niet.
Zij is non-existent.
Uitgangspunt bij de lessen is dan ook telkens de
relatie zichtbaar maken tussen de grote variëteit
van handelingen en het uiteindelijke doel: de raad
pleging of de informatieverstrekking. Dat wil zeg
gen niet alleen raadpleging vandaag, maar ook
morgen en in de verre toekomst. De wijze waarop
de informatieverstrekking plaatsvindt en welke
processen daaraan vooraf gaan staan nu nog in nau
we relatie tot de inrichting van openbare archiefbe
waarplaatsen. Het is denkbaar dat in de toekomst
dit geen conditio sine qua non meer zal zijn. Is het
uiteindelijk de klant/gebruiker die bepaalt hoe,
waar en wanneer hij zijn informatie-behoefte wil
bevredigen, dan hebben wij als dienstverleners
slechts een dienende functie. Informatie is niet
plaatsgebonden meer en maakt zich in versneld
tempo los van de tijd. Aan die veranderende situ
atie zullen we moeten wennen. Nu nog volgt de op
bouw van de lessen het principe van de levenscyclus
van archieven. Na een introductieblok waarin the
ma's als geschiedenis van het archiefwezen, organi
satie en archiefrecht centraal staan, volgt behande
ling van de belangrijkste processen: selecteren, be
houden, bewerken en benutten. Tenslotte vindt de
synthese plaats in de vorm van een te maken werk
stuk. Vanuit integraal managementperspectief for
muleert de leerling een probleemanalyse en biedt
oplossingen aan. De resultaten van de werkstukken
zijn hoopgevend. Herkenbare problemen zoals de
aanwezigheid van twee identieke historisch-topo-
grafische atlassen binnen de grenzen van een ge
meente of de fusie tussen een Rijks- en gemeentear
chief bieden volop mogelijkheden.
Wellicht komt binnenkort de eerste studie naar
opheffing van een archiefdienst in klassieke zin en
versmelting met de openbare bibliotheek en de lo
kale krant.
Het lijkt een vooruitgang te zijn met het verleden
dat nieuw opgeleide archivarissen door het opdoen
van praktische kennis op het gebied van manage
ment in staat zullen zijn sneller en beter voorbereid
[234]
aan het werk te kunnen. Door doelgerichte cursus
sen als Depotbeheer en Archiefassistent wordt ook
de aandacht gericht op anderen in ons vakgebied.
Ook voor hen geldt hetzelfde adagium: een pond
veren vliegt niet als er geen vogel in zit. Vliegens
vlug verandert de wereld om ons heen. En al zijn
wij daarop nog onvoldoende ingesteld, het lijkt mij
beter dat wij snel aan boord stappen van het ge
reedstaande vliegtuig. Want een oud chinees
spreekwoord luidt: beter laat gevlogen dan te blij
ven zitten op het nest.
2-35