'De mooiste en moeilijkste klus tot nu toe' Ing Alfred Schmits over het MLG-project Bert Looper In 1993 verscheen het rapport Documenten uit de tijd, dat de contouren van de problematiek van de machineleesbare gegevens in Nederland in beeld bracht. Het was het resultaat van een uniek samenwerkingsproject in opdracht van de Algemene Rijksarchivaris en de gemeentearchivaris sen van Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Als vervolg op het genoemde rapport werd een nieuwe projektgroep in het leven geroe pen die tot taak kreeg een beleidsplan voor het beheer van mlg's te ma ken. De groep opdrachtgevers werd uitgebreid met de Koninklijke Ver eniging van Archivarissen in Nederland en de Kring van Archivarissen bij Lagere Overheden. De werkzaamheden van de projektgroep resul teerden in 1995 in het rapport Het 'papieren'tijdperk voorbij. Beleid voor een digitaal geheugen van onze samenleving (Sdu, Den Haag, 1995). In het archiefveld leefde de verwachting dat dit rapport een concrete oplos sing zou bieden voor het MLG-probleem. Dit is niet het geval. Reden om met de externe adviseur van het project, ing A. F. Schmits, verbonden aan Het Expertise Centrum, eens te praten over verwachtingen en werkelijke voortgang. [216] De verwachtingen in het veld ten aanzien van concre te oplossingen voor het mlg -probleem waren hoogge spannen. Nu lijkt het alsof we als archivarissen het probleem alleen nog maar in abstracte termen kunnen formuleren en ook nog eens de verantwoordelijkheid op andermans bordje schuiven. Het is in dit verband goed om nog even de lijn van het MLG-project naar voren te halen. In het begin van de jaren '90 raakten de archivarissen plotseling doordrongen van het feit dat er een pro bleem in razende vaart op hen afkwam. Dat het ernst was, blijkt al uit het feit dat er een samenwer kingsverband tot stand kwam tussen Rijk en ge meenten. Het eerste rapport, Documenten uit de tijdwas alleen nog maar bedoeld om het pro bleem scherper in beeld te krijgen. Nu, in Het 'pa pieren' tijdperk voorbij, doen we verslag van ons onderzoek naar de vraag: hoe los je dat probleem dan op. Ik kan me voorstellen dat men 'in het veld' al concrete oplossingen verwachtte, maar ik ben er zeker van dat we - als we inderdaad zo oplossings gericht bezig zouden zijn geweest - de oplossingen voor de verkeerde vragen hadden gezocht. Er be staat namelijk niet een scherp definieerbaar, tech nisch MLG-probleem dat met een of twee gerichte acties is op te lossen. We hebben ons gelukkig de tijd gegeven om het probleem grondig te analyse ren, zodat we vanuit de juiste kernvraag naar op lossingen kunnen werken. Vanuit welk 'grondprobleem' van het wlg-vraagstuk moet je dan gaan redeneren om werkelijk verder te kunnen komen? Het is zoals het rapport het zegt: De MLG-pro- blematiek heeft te maken met de kwaliteit van in formatie; als er niets gebeurt leidt dat tot grote ri sico's voor het democratisch kunnen functione ren van de overheid en het Nederlandse politieke systeem. Het klinkt allemaal wat zwaar, maar dat is toch de kern van de zaak: een goed functione rend en compleet digitaal geheugen is van levens belang voor het openbaar bestuur in ons land. Vanuit die overtuiging heeft de MLG-project- groep ook zijn strategie uitgestippeld. Je zou als archiefwereld het MLG-probleem ronduit bela chelijk maken als je zou zeggen 'het is ons pro bleem'. Nee, het is een fundamenteel probleem voor onze samenleving en daarom moet je nu niet als archivaris teveel gaan klungelen. Maak alsje blieft de eerstverantwoordelijken voor de kwali teit van het openbaar bestuur in Nederland be wust van het feit dat zij iets moeten doen. Geluk kig leeft dat besef al sterk bij Binnenlandse Zaken. Biza en oc&w zullen de MLG-problema- tiek op de politieke agenda's moeten plaatsen. Pas wanneer het politieke en bestuurlijke draagvlak aanwezig is, kunnen we aan structurele oplossin gen gaan werken. Je kunt nu toch niet verwachten dat we 'in het veld' met de handen overelkaar gaan zitten totdat er een verlossend telefoontje uit Den Haag komt? Nee, er is natuurlijk veel te doen, op landelijk en op lokaal niveau. Alleen al het in beeld brengen van de kwaliteit en kwantiteit van digitale infor matie in overheidscontext is een moelij k en om vangrijk karwei. Je zult je als archivaris binnen je eigen verantwoordelijkheidsbereik nu wel moeten gaan oriënteren. En natuurlijk is het ook zo dat de archivaris met de onderzoeksresultaten van het MLG-projekt toch al zeer verstandige dingen kan zeggen. Er ligt al voldoende materiaal om je als ar chivaris op bestuurlijk en ambtelijk niveau te ont wikkelen tot serieuze gesprekspartner. Je kunt het proces van bewustwording in je eigen ressort al met kracht en inhoud op gang brengen. Wacht daar niet langer mee. De wettelijke inspectietaak geeft het handvat om met de archiefvormers te praten over de kwaliteit van hun produkten op korte en lange termijn. Maar waak ervoor dat je gaat improviseren. Juist nu moet de archiefwereld even geduld hebben en niet direct het probleem naar zich toe trekken. Ga nou niet op amateuristi sche wijze proberen een probleem op te lossen dat voor een zeer belangrijk deel op het bord van een ander ligt. Breng en hou het MLG-probleem op be stuurlijk niveau. Nogmaals: als je als archivaris te veel de suggestie wekt dat het MLG-probleem jouw probleem is, dan zullen bestuurders en beleidsvor mers de ernst van de zaak niet inzien. Direct hier aan gekoppeld is natuurlijk de vraag: wie betaalt de oplossing van het probleem. Natuurlijk zouden dat de belanghebbenden moeten zijn, maar zorg wel dat ze dan ook overtuigd raken van hun be lang. [217]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 43