Moten De vijf basisregistraties zijn het kader voor automa tiseringsprojecten zoals die tussen haakjes worden genoemd. Het zal duidelijk zijn dat het minimum pakket in belangrijke mate de automatisering bin nen de verschillende gemeentelijke organisatieon derdelen stuurt. Dat geldt ook voor het gemeente archief, waar vooral rekening gehouden moet worden met het onderhouden en aanvullen van de basisregistraties 'personen' en Vastgoed'. Veel be langrijker is evenwel dat het archief een rol speelt in het kader van de basisregistratie 'ondersteuning'. In tegenstelling tot de andere basisbestanden, die in belangrijke mate informatie van refererende aard verschaffen (statistische gegevensbestanden met diverse analysemogelijkheden), is 'ondersteuning' in eerste instantie gericht op het sturen en controle ren van dynamische informatiestromen in de gehe le gemeentelijke organisatie. Maar 'ondersteuning' is ook in grote mate het ad ministratief proces zelf. Archief en registratuur ma ken zelf deel uit van het administratief proces en zijn tegelijkertijd belast met het beheer en de be heersing van dat proces. Niet alle archivarissen zijn gelukkig met die dubbelrol, maar de al eerder ge noemde factoren, namelijk de opkomst van de mlg's en de aanwas van overheidsarchieven, laten geen keuze. Archief en registratuur vormen een steeds sterkere twee-eenheid in het procesmatig in formatiebeheer. In 's-Hertogenbosch is het infor matiebeleid gericht op gemeentelijke integratie. Het is van belang dat archief en registratuur een zo sterk mogelijke regie ontwikkelen om informatie stromen effectief en efficiënt te organiseren. Praktijk 2: werken aan integraal informatie beheer Integratie van informatiestromen is pas mogelijk wanneer een organisatie daartoe is ingericht. Op het procesmatig informatiebeheer zo goed moge lijk te regelen, zijn in 's-Hertogenbosch de gemeen telijke afdelingen Stadsarchief en Interne Zaken ondergebracht in dezelfde organisatorische een heid, de Sector Bestuurszaken. Om het hoofd te kunnen bieden aan de diverse, reeds genoemde problemen die het moderne infor matiebeheer met zich meebrengt, is - door de prak tijk bepaald - de afstand tussen archief en registra tuur zo klein mogelijk gemaakt, met voorbijgaan aan de 'organiserende werking' van de wettelijke overbrengingstermijn. De archivaris is namelijk 'verantwoordelijk' voor de gemeentelijke archief bestanden jonger dan 50 jaar en ouder dan 5 jaar. In het licht van de Archiefwet is de term' verantwoor delijk' niet te duiden. De archieven zijn nog niet formeel overgebracht maar vallen wel 'onder ver antwoordelijkheid' van de archivaris. Cruciaal is dus dat de 'verantwoordelijkheid' bij de archiefvor mende gemeentelijke organisatie-eenheden is weg gehaald. Niet vanwege imperialistische neigingen van de archivaris, maar omdat mijns inziens de grootste verantwoordelijkheid bij de meest belang hebbende moet liggen. De termijn van 20 jaar in de nieuwe Archiefwet is, laten we zeggen, 15 jaar te lang. Het belang van de archivaris begint waar het belang van de archiefvormer eindigt! In de gemeente 's-Hertogenbosch bedroeg de ach terstand in selectie en vernietiging van moderne ar chiefbestanden circa 3500 meter. Sinds het voor jaar van 1993 is een projectteam van 5 archiefme dewerkers bezig deze achterstand weg te werken op basis van de gemeentelijke vernietigingslijst, soms ook met een wat meer PivoT-achtige benadering (het boerenverstand doet bij de keuze goede dienst). Vanaf de andere zijde van het procesmatig informa tiebeheer, dat wil zeggen vanaf het moment dat binnenkomende informatie een handeling van het ambtelijk apparaat vereist, is het de afdeling Inter ne Zaken die de regie voert. De centrale postregis tratie is daarvan een goed voorbeeld. Sinds het be gin van 1993 komt de gemeentelijke post centraal binnen bij Interne Zaken. Na inschrijving vindt de verdeling van de stukken over de diverse organisa torische eenheden plaats. Na behandeling en af doening door de diverse afdelingen vindt ook weer centrale verzending van de antwoordbrieven plaats via Interne Zaken. De afgedane originele stukken met bijlagen komen zo weer bij de registratuur te recht, waar vervolgens de archivering plaatsvindt. [180] Zo kan met grote mate van consistentie het centra le archief van de gemeente 's-Hertogenbosch wor den opgebouwd. De door de afdeling Interne Zaken gevoerde regie ten aanzien van de grote serie ingekomen en minu ten van uitgegane stukken resulteert in zorgvuldig samengestelde dossiers. Zoveel mogelijk wordt tij dens de dossiervorming rekening gehouden met se lectie voor vernietiging. Dit betekent dat integrale dossiers of of de afzonderlijke stukken in de dos siers op jaar van vernietiging worden afgesteld. Dit betekent ook dat, na afloop van het inhaalproject dat door het Stadsarchief wordt uitgevoerd, het dossierarchief nagenoeg geheel is gesaneerd. Van uit de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ar chief en iz voor het gemeentelijke archiefbeheer, zal het in een 'gesaneerde' situatie het meest effec tief zijn wanneer het gemeentearchief zich concen treert op de archiveringsproblematiek van de vele bestanden die 'afdelingsgebonden' zijn, inclusief het groeiende aantal geautomatiseerde gegevensbe standen. Sinds kort maken archief en registratuur gezamen lijk gebruik van een softwarepakket voor de auto matisering van de postregistratie en voor het ver vaardigen van een 'basisregistratie dossiers'? Het postregistratiesysteem en het dossierregistratiesys teem worden nu nog als losse modules toegepast. Wanneer in de gemeentelijke organisaties de proce dures ten aanzien van dossiervorming en archive ring verder zijn ontwikkeld, kan koppeling van bei de modules plaatsvinden. Er is dan sprake van een geïntegreerd systeem dat niet alleen de registratie, voortgang en afdoening van ingekomen stukken in beeld brengt, maar via de classificatienummers of via trefwoorden ook directe ingang verschaft tot de dossiers. De geautomatiseerde dossierregistratie biedt o.a. de mogelijkheid dossierinventarissen en vernietigingslijsten te vervaardigen, geeft inzicht in de lokatie/plaats waar het dossier is opgeborgen en is toegankelijk op trefwoorden. Lokale archivistiek We komen nu terug op onze eerder gestelde vraag: in hoeverre beïnvloedt de praktijk, zoals die zich op vele plaatsen ontwikkelt8, het vakgebied, de archi vistiek. Men zou kunnen stellen dat deze vraag te zwaar is aangezet. Want moet hierbij niet direct worden opgemerkt dat archivistiek natuurlijk niet bestaat uit een aantal natuurwetten, maar toch al een sterk nationaal bepaald praktijkvak is? Wetenschappelijk gezien concentreert de archivis tiek zich rond het 'aloude' herkomstbeginsel. Er is zelfs sprake van een ware 'revival' van de discussie rond dit thema onder invloed van de mlg-proble- matiek. Zoekend naar de specifieke bijdrage die de archivaris kan leveren ten aanzien van beheer en be houd van digitale gegevens, zien we steeds weer de kracht van dat herkomstbeginsel - vertaald in ter men van 'contextgebonden informatie' - bij het doorzien en oplossen van problemen. Maar de rest van het vak wordt toch grotendeels door de prak tijk bepaald? Er is al een sterke regionale (vs, Cana da, Europa) en nationale differentiatie. Waarom ook niet een sterke lokale differentiatie, afhankelijk van lokale problemen en oplossingsmogelijkheden. Ten aanzien van de grote vraagstukken van dit ogenblik - mlg's en selectie en vernietiging - zou de archivaris flexibel moeten kunnen werken, zonder dat hij voortdurend in territorium- en 'toezicht- op-beheer'-discussies verzeild raakt als gevolg van zoiets arbitrairs als een overbrengingstermijn van 50 of 20 jaar. In een volgende Archiefwet zou die flexibilisering aangebracht kunnen worden. Ook de verkorte overbrengingstermijn creëert nog een te groot schemergebied waarin verantwoordelijk heden en belangen elkaar niet dekken. Enigszins aangepaste versie van 'Archivistiek en werkelijkheid. Registratuur- en archiefsystemen in 's-Hertogenbosch', in: K. Clara enJ.vanBorm, red., Van ge automatiseerd beheer van archie ven en bibliotheken naar geauto matiseerde informatie (Antwerpen, 1993) 135-145. 1 Zie bijvoorbeeld Peter Horsman, 'Digitale taal', nab 98 (1994) 118-125, en A. J. M. den Teuling, [181]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 25