Besluit dan ioo jaar over te brengen naar het departemen taal archief. De autonomie van de plattelandscom munes ('la France profonde', waarvan er 400 min der dan 100 inwoners hebben) is heilig. In de prak tijk betekent deze wet eerder departementale hulp en controle voor de kleine gemeenten dan daadwer kelijke overbrenging, aangezien de departementale depots hier niet op berekend zijn. De wet op de vrij heid van informatie van 1988 (vgl. de Nederlandse tob), tezamen met de decentralisatie van bestuur, heeft ook de lokale archiefzorg actueel gemaakt. Er bestaan in Frankrijk inmiddels ook 12 streekarchi varissen ('archivistes intercommunales'), die in dienst van het departementaal archief op de plaatse lijke gemeentehuizen werken. De 'Direction des Archives de France' houdt regel matig enquêtes om te zien welke kant men op moet gaan en om de publieksgerichtheid op peil te hou den. Ook probeert men te komen tot een 'hiérar- chisation intellectuelle' van de archieven, omdat, al dus directeur-generaal Erlande-Brandenburg, niet alle archieven op een gelijk niveau van importantie staan. Tegelijk probeert men de problemen aan de wortel aan te pakken, door kwaliteitseisen aan pa pier en inkt te stellen, door 'missionaires' aan te stel len bij de administratieve organen zelf, die de over dracht later moeten vergemakkelijken. Sinds 1988 bestaat er in Frankrijk een Archiefraad met verte genwoordigers uit alle belangengroepen t.a.v. het ar chiefwezen: archivarissen, archiefvormers, onder zoekers, genealogen, leraren, Buitenlandse Zaken, Defensie. Hij komt eens per jaar bijeen en adviseert bijvoorbeeld t.a.v. het programma van publikaties van de 'Direction des Archives'. Een andere ontwikkeling is de decentralisatie van de Franse overheid sinds 1986. Dit betekent een overdracht van politieke soevereiniteit aan lagere echelons, de 'collectivités territoriales'. Dit heeft vaak een verdubbeling van instellingen tot gevolg gehad: een departement heeft nu een prefectuur, die de belangen van de Staat behartigt in het depar tement, en een 'conseil-général', de departementaal verkozen raad. De departementale archieven her bergen zodoende archieven van de staat en archie ven van de 'collectivité territoriale'. Daardoor is een deel van het personeel van de departementale ar chieven in staatsdienst (waaronder de directeur), het merendeel echter is in dienst van het departe ment. De archieven vallen ook niet langer onder de prefect, maar onder de 'président du conseil-génér al', waardoor de budgetten van de archiefdiensten meer aan de grillen van de politieke besluitvorming zijn overgeleverd. Sinds 1986 bestaan er ook regio's, die de onderlinge samenwerking tussen de departe menten moeten bevorderen. Ook zij zijn collecti vités territoriales', gekozen door het volk. In 1993 zijn 14 archiefdiensten voor de regio's gesticht, maar hun archieven zijn nog zo recent en zij verzor gen enkel de archieven van de 'conseil général'. Een computernetwerk (lynx) verbindt sinds 1987 de gegevensbanken van de Direction des Archives de departementale archieven en enige belangrijke gemeentearchieven met elkaar. De Franse archieven laten zich cijfermatig moeilijk vergelijken met hun Nederlandse tegenhangers. Wat de metrage betreft doen de Franse archieven erg veel aan opslag van ongeschoond semi-statisch archief, waartoe ze verplicht zijn, een gevolg van de strikte hantering van de openbaarheidstermijn, waar bij ons de overbrenging bepalend is voor de openbaarheid van de stukken. Wat de budgetten betreft, heeft de archivaris een grote vrijheid in de besteding ervan. Het onderhoud van de gebouwen komt altijd voor rekening van het budget van een andere dienst, evenals de personeelslasten.11 Opval lend is wel de bereidheid tot hoge investeringen in de uitrusting van de nieuwe archiefdiensten, die ik bezocht heb, van informatiesysteem tot microfilm- apparatuur (35 mm is standaard in Frankrijk). Op merkelijk is ook dat elk archief een aanzienlijk be drag reserveert voor de aankoop van archieven.'3 Van bepaalde archieven, die tot het cultureel erf goed behoren, kan de overheid zich zelfs een recht tot aankoop voorbehouden op de veiling. Internationale vergelijkingen Enige forumdiscussies tijdens de stage waren inge richt voor internationale vergelijkingen op diverse thema's: ten aanzien van de wetgeving, de opleiding en de studiezaalpraktijk. De discussies gaven steeds [160] aanleiding tot het maken van tal van interessante opmerkingen. Opzien baarde de Nederlandse tari fering van onderzoekstijd voor schriftelijke vragen. Ook het verschijnsel van archiefverzorgingsburo's, die tijdelijk archiefmedewerkers detacheren bij een archiefdienst, bleek uniek in de wereld te zijn. Een opmerkelijke discussie was die over de 'nood zaak tot liegen'. Hier tekende zich duidelijk een mentaliteitsverschil af. In landen als Italië en Frank rijk kent men de 'leugen om bestwil': men geeft be wust niet de juiste informatie om sociale onrust te voorkomen, een probleem waar archivarissen wel mee geconfronteerd worden. Ondanks onze 'drang tot eerlijkheid' herkennen wij dit probleem wel: wij eisen anonimisering door de onderzoekers, vernie tigen persoonsgegevens van onze voormalige gehei me agenten en staan in dubio als het gaat om het vrijgeven van gegevens over voormalige NSB-ers aan hun nabestaanden. In de jaren zeventig kon het gehele oud-archief van de Franse Spoorwegen (in feite de archieven van de later genationaliseerde privé-ondernemingen) nog als onnodige ballast vernietigd worden door gebrek aan controle. De archiefwet van 1979 moet dit soort rampen in het vervolg voorkomen, doordat zij ook de archieven van openbare instellingen openbaar verklaart. Een ander voorbeeld gaf de deelnemer uit Zwitserland, waar enige jaren terug de firma Nestlé haar oud-archief heeft vernietigd, nadat een ge schiedschrijver eruit had geput voor het gedenk boek van de firma. Ondanks alle vernielingen die de Franse Revolutie aangericht heeft, moet geconsta teerd worden dat Revoluties de archieven van de door hen omvergeworpen regeringen goed bewaren (dit werd rijkelijk geïllustreerd door de tentoonstel ling van de tsarenarchieven in de aanpalende loka len), terwijl democratieën niet zelden door onacht zaamheid hun archieven teloor laten gaan. In Canada (Archives Nationales de Québec) wordt twee maal per jaar een enquête gehouden om de wensen van het publiek te peilen ten aanzien van voorzieningen, onderzoeksfaciliteiten en zoekin strumenten. Inderdaad stellen wij in Nederland nauwelijks de vorm van onze zoekinstrumenten ter discussie. Misschien wenst het publiek wel dat onze inventarissen heel anders worden ingericht, dat er andere zoekinstrumenten moeten komen of dat de beschrijvingen anders moeten. Verder viel de spraakverwarring op tussen de Fran sen en francofone Canadezen: dezelfde archivisti- sche termen hebben er andere betekenissen en ge lijksoortige begrippen worden met andere termen verwoord. Hier is het dus oppassen geblazen tijdens Frans-Canadese discussies! Een algemeen oordeel over de inhoud van de 'Stage technique' luidt: 'klassiek'. Er zijn natuurlijk vele actuele onderwerpen aan bod gekomen als micro grafie, selectie en vernietiging, indicering etc. De diepgang van de verschillende voordrachten was echter wisselend en hing vooral van de spreker(s) af. Veel verder dan een algemene inleiding kon men soms niet gaan omdat in een internationaal gezel schap als dit de achtergronden vaak zo verschillend zijn dat men niet altijd weet welke kennis als be kend verondersteld mag worden. Men streeft dan liever naar een gelijkwaardig niveau na afloop. Ove rigens is de toelatingseis voor de 'Stage technique' een opleiding op universitair/HBO-nivo en enige ja ren ervaring in het archiefwezen. Mogelijk worden de toelatingseisen in de toekomst aangescherpt. De discussies achteraf - doorgaans voortgezet in een 'soirée' - bleken echter steeds bijzonder vruchtbaar omdat archivarissen in alle landen toch steeds weer met gelijksoortige problemen worden geconfron teerd. Omgekeerd was niet alle geboden informatie voor eenieder even relevant, omdat de omstandig heden soms erg uiteenlopen. Ik denk hierbij met name aan de Vietnamese en de Nigeriaanse deelne mers. Onderwerpen als 'beroepsethiek', 'public re lations', 'ontsluiting van mlg-bestanden'14 of 'de educatieve taak van de archiefdienst' kwamen he laas nauwelijks aan bod.'5 Wellicht zal overigens in de volgende stage een meer innoverende koers wor den gevaren. De 'Stage technique' biedt de Nederlandse archiva ris de mogelijkheid zich te bezinnen op de verschil len tussen het Nederlandse en het Franse archiefwe- [161]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1995 | | pagina 15