den uitgevoerd. Dat vraagt echter om een funda
mentele herbezinning op de huidige schaal van de
gemeenten.
4.3 Gemeentelijke
schaalvergroting
Als we in Nederland in de luxe positie zouden ver
keren vanuit een blanco situatie tot indeling van ge
meenten te kunnen besluiten, dan is het evident dat
op grond van rationele overwegingen een bedui
dend lager aantal dan het huidige, uit de bus zou ko
men. Vooral rekening houdend met de maatschap
pelijke samenhangen, die bepalend dienen te zijn
voor het scheppen van een bestuurlijk draagvlak,
zouden op lokaal niveau bestuurlijke eenheden
worden gevormd, die aan eisen van integraal be
stuur, bestuurskracht en slagvaardigheid zouden
kunnen beantwoorden. Het draagvlak voor decen
tralisatie zou worden versterkt en excessieve regel
geving zou met meer kracht van argumenten kun
nen worden bestreden. De realiteit is echter dat er
636 gemeenten zijn.
Gelukkig wordt ook in kringen van het lokaal be
stuur in toenemende mate onderkend dat het te
gengaan van uitholling van het gemeentelijke ni
veau en ingrijpende schaalvergroting als doel en
noodzakelijk middel kunnen worden aangemerkt.
Wil het primaat blijven berusten bij het lokale
bestuur en wil er ook in de toekomst sprake zijn van
een zelfstandige behartiging van een integraal pak
ket van lokale taken, dan valt aan een forse vergro
ting van de schaal van de gemeenten niet te ontko
men.
Ik wil en kan me niet vastleggen op een exacte ge
talsnorm maar in mijn gedachtengang zal de ge
meentelijke schaalvergroting uiteindelijk kunnen
leiden tot de vorming van circa 200 a 250 gemeen
ten. Gemeenten die in staat zijn eigentijdse taken
zelfstandig en democratisch gelegitimeerd uit te
voeren. Dit sluit ook aan bij de gedachten die thans
binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
in een discussienota nader zijn uitgewerkt, waarin
sprake is van een minimale gemeentegrootte van
40 000 inwoners.
4.4 De provincie
In mijn streefbeeld liggen de kracht en de missie van
de provincie in twee kerntaken:
1 de provincie schept beleidskaders waarbinnen
zich bovenregionale beleidsprocessen kunnen afspe
len;
2 zij voert een integraal en gebiedsgericht beleid
waarbij beleidslijnen van andere overheidspartners
worden vertaald naar specifieke gebieden en waar
bij diverse sectorale beleidsdoelstellingen geïnte
greerd worden binnen die gebieden.
De provincie zit als het ware als een spin in het be-
leidsweb. Hierdoor wordt de samenhang van beleid
van de verschillende overheden gewaarborgd. De
provincie dient zich m.i. primair te richten op deze
ordenende en coördinerende taken.
De provincie zal zich terughoudend moeten opstel
len ten aanzien van taken die op het niveau van
(grootschalige) gemeenten kunnen worden uitge
voerd. Aan de andere kant moet ook worden onder
kend dat de schaalvergroting ertoe kan leiden dat
het provinciale niveau het aangewezen niveau is
voor specifieke uitvoerende taken.
Daarnaast zal zij ten aanzien van haar kerntaken
ook bepaalde taken die nu nog op rijksniveau wor
den uitgevoerd voor haar rekening moeten nemen.
Naar mijn mening leidt deze heroriëntering van ta
ken in het binnenlandse bestuur ook tot een herbe
zinning op de provinciekaart. Deze is ons vanuit de
historie aangereikt en past niet meer overal bij de
maatschappelijk gegroeide situatie: schaalvergro
ting en de grootstedelijke problematiek.
Er is ook nog een Europees perspectief. Door sa
menwerking zullen de provincies zich kunnen pro
fileren als Europese regio's. Een proces van bestuur
lijke reorganisatie waardoor een verbrokkelde,
kleinschalige bestuursstructuur ontstaat (zoals een
25-regiomodel), is niet op deze Europese taken toe
gesneden.
[192]
4.5 Het Rijk
Het Rijk tenslotte dient zich vanuit de verantwoor
delijkheid voor een goed functionerend binnenlands
bestuur te beperken tot het vaststellen van hoofdlij
nen van beleid op diverse terreinen. Zij moet zich
onthouden van detailbemoeienis. Het Rijk moet
zich ook niet met uitvoeringstaken bezighouden.
Dit houdt in dat volstaan kan worden met afge
slankte (en/of minder) departementen die zich rich
ten op strategiebepaling.
Het Rijk heeft naar mijn mening een integrale regie
functie. Deze impliceert:
het vertrouwen in mede-overheden en het niet
treden in de bevoegdheden van deze mede-overhe
den;
de omgang van mede-overheden op basis van ge
lijkwaardigheid;
decentralisatie van taken en bevoegdheden in te
genstelling tot centralisatie;
globalere wetgeving;
gebiedsspecifieke vertaling van de hoofdlijnen
van beleid door krachtige provincies;
zelfstandige handelingsvrije gemeenten.
Daarnaast moet het Rijk zich beperken tot specifieke
taken op o.m. het gebied van buitenlandse betrek
kingen, defensie en rechtspraak.
5
Maatwerk blijft nodig
De voorgaande punten leiden uitdrukkelijk niet tot
een blauwdruk voor de inrichting van het binnen
landse bestuur. Het is zeker niet mijn bedoeling met
deze punten een eindbeeld te schetsen, maar wel om
aan te geven langs welke lijnen een effectief en demo
cratisch functionerend binnenlands bestuur bereikt
kan worden. Maatwerk blijft daarin mogelijk en
blijft ook nodig. De problematiek in de Randstad is
anders van aard en van omvang dan in andere gebie
den van het land. Dat vraagt om toegesneden oplos
singen, waarbij de verleiding moet worden weer
staan om in die oplossingen ook het antwoord op el
ders voorkomende problemen te zien. Noch binnen,
noch buiten de zogeheten BON-gebieden kan ge
sproken worden van een uniforme problematiek,
laat staan dat de verschillende BON-voorzieningen
het recept kunnen vormen voor het hele land.
Differentiatie en maatwerk hebben anderzijds ook
hun grenzen. Ver doorgevoerde verschillen in taak
toedeling en bestuursinrichting kunnen hun doel
ook voorbijschieten; het doel is immers het oplossen
van concrete problemen in een bepaald gebied.
Daarbij mag niet uit het oog worden verloren dat er
altijd sprake blijft van een pakket van elementaire za
ken waar de burger de overheid op moet kunnen blij
ven aanspreken.
Op grond van de vorenstaande punten kom ik tot de
volgende aanbevelingen:
1 Het proces van vernieuwing van het binnenlandse
bestuur, dat moet leiden tot een effectief en door
zichtig bestuur, moet bij de wortels worden aange
pakt, waarbij de posities van alle bestuurslagen moe
ten worden betrokken.
2 Voorkomen moet worden dat specifieke oplossin
gen voor de problematiek in bepaalde gebieden
maatgevend zijn voor de inrichting van het binnen
landse bestuur in het gehele land.
3 Het zwaartepunt van de noodzakelijke bestuurlij
ke veranderingen moet worden gelegd bij de meest
manifeste problematiek: de schaal van de gemeenten
en de daaruit voortvloeiende aanpassing van provin
ciegrenzen.
De hiervoor aangegeven uitgangspunten zijn naar
mijn mening voorwaarden voor een slagvaardig bin
nenlands bestuur zonder dat daarbij allerlei bestuur
lijke hulpstructuren zoals WGR-regeiingen tot hoofd
structuren behoeven te worden verheven.
Summary
A course for the establishment of a
decentralised public administration
The discussion about the administrative set-up in
the Netherlands has gained momentum in recent
years, as a result of plans towards the forming of
larger local government areas. This article describes
[i93]