aTE/WÉN «StcRE/fARIt
staan door een dertigtal knechten en huurlingen,
de wegvoering met geweld beletten!! De commissie
is onder protest huiswaarts gekeerd, daar zij te
verstandig was om geweld met geweld te keeren.
De burgemeester diende vervolgens bij gedeputeer
de staten en de gouverneur zijn beklag in, hetgeen
leidde tot de voorlopige schorsing van het omstre
den raadsbesluit bij kb van 22 september (nr. 101).
De Raad zag zich op 1 oktober genoodzaakt het be
sluit in te trekken terwijl de raadsleden Goofers,
Clercx en Coopmans met het volgende nieuwe
voorstel kwamen:
1 De secretarie werd in het nieuwe raadhuis te Ble-
rick gevestigd.
2 Het raadhuis te Baarlo werd niet meer voor de
openbare dienst bestemd verklaard.
Volgens de raadsnotulen weigerde de burgemeester
dit voorstel te bespreken:
'Nadat de voorlezing door den Voorzitter is afge-
loopen, zegt hij: "Ik laat mij met dat besluit niet
in; ik zal het niet in behandeling brengen. On
middellijk daarna staat de Voorzitter op zeggen-
de: "de Vergadering wordt gesloten, "en verlaat de
vergadering. Hierop werd door het aanwezige
publiek bravo! bravo!geroepen, en bijna alle toe
schouwers beginnen met te lachgen, razen en met
de voeten op den vloer te trappen, hetgeen eene
groote verstoringen voor de vergadering eene con
fusie en beleediging daarstelde. De raad bleef
echter kalm. Middelerwijl neemt de heer Peeters
als Oudste Wethouder het Presidium in. Het ge
raas blijf aanhouden. De heer Peeters als waar
nemende Voorzitter brengt het ontwerpbesluit
nopens de verplaatsing der gemeentesecretarie
weder in behandeling waarna hetzelve in stem
ming wordt gebracht en niet zeven - tegen ééne
stem is aangenomen; tegen heef gestemd de heer
Verhaegh.
Naar aanleiding van deze rel stond diezelfde week
nog in een ingezonden brief (afkomstig van Clercx?)
in De Volksvriend.
'Ik moet er nog bijvoegen, dat de gemoederen van
het geringe volk, alsmede het aan drank verslaafde
gedeelte der ingezetenen, dermate in opgewonden
toestand zijn, dat de Raadsleden, uit voorzigtig-
heid, gewapend met revolvers ter vergadering ko
men, en geen wonder, de politie is in handen van
iemand, door wiens optreding de spanning der
partijen ontstaan is.
Overdrijving of realiteit? Ook het conservatieve Ven-
loosch Weekblad nam een tweetal ingezonden brieven
op. De eerste was afkomstig van 'Eenige toeschouwers'
die op de hand van De Pollart waren, de tweede van
een anoniem raadslid (alweer Clercx?) dat de han
delwijze van de raad verdedigde. Na deze tweede
brief kapte de redactie de polemiek af in de volgen
de, de hopeloze toestand op treffende wijze typeren
de bewoordingen:
'Wij hopen nu verder van ingezonden stukken be
trekkelijk de Maasbreesche quaestie verschoond te
blijven. Beide partijen hebben nu het woord ge
had en - het helpt toch niet. Integendeel.
Intussen weigerde De Pollart aan het raadsbesluit van
1 oktober uitvoering te geven, omdat het tijdens zijn
afwezigheid was genomen. Gedeputeerde staten,
hierin gesteund door de minister, achtten het besluit
wettig en tikten hem op de vingers. Op 27 december
besloten burgemeester en wethouders om de volgen
de dag alle registers van de burgerlijke stand en op
7 januari 1868 de rest van het archief op een kar te la
den en deze onder begeleiding van een veldwachter
van Baarlo naar Blerick te brengen. Dit gold overi
gens niet voor het 'oud archief ''waarmee de schepen
bankarchieven bedoeld zijn. Na enige vertragings-
taktiek van de zijde van de burgemeester werd be
paald dat de overbrenging hiervan op 7 september in
aanwezigheid van de secretaris en de veldwachter
moest plaatsvinden.
Niet lang daarna kwam aan de strijd een einde
doordat De Pollart, na een adres van de raad en een
bezoek van minister Fock van Binnenlandse Zaken
op 9 september, bij kb van 21 september 1868 (nr. 3)
eervol ontslag kreeg. Wethouder Gerard Peeters, die
in 1867 eveneens tot de sollicitanten had behoord,
werd tot burgemeester benoemd. 'Schandaleuze af
zetting van den Heer JF. de Pollart als Burgemeester
en aanstelling van G. Peters, een nulliteitschreef
pastoor Cremers in zijn kroniek. Hoe het ook zij, de
gouverneur dacht er anders over en de benoeming
van Peeters bracht rustiger tijden. Wel kreeg de zaak
nog een staartje in de landelijke politiek doordat De
222
Pollart een adres aan de Tweede Kamer richtte waar
in hij minster Fock er onder andere van beschuldig
de zich als speelbal te hebben laten gebruiken van lo
cale invloeden. Op 23 juni 1869 kreeg de Kamer in-
lichtigen van de minister over dit ontslag.14
Zijn deze gebeurtenissen typisch voor Maasbree of
deden zij zich in die tijd ook elders voor? De enige
(tot nog toe achterhaalde) gemeente waar een der
gelijke wedijver tussen de verschillende kernen uit
mondde in een enigszins vergelijkbaar tafereel was de
Middenlimburgse gemeente Hunsel. In 1864 ont
stond hier naar aanleiding van de bewaring van de
archieven in de bovenkamer van de onderwijzerswo
ning in het gehucht Ell eveneens een soort volks
oproer.15
De secretarie was nu zonder restricties in het nieuwe
raadhuis (annex onderwijzerswoning) te Blerick ge
vestigd, maar niet voor lange tijd zou dit dorp over
het alleenrecht beschikken. Op 17 december 1872
trok de raad het bovengenoemde besluit van 1 okto-
Ambtenaren van de secretarie in het raadhuis te
Blerick, 1926(Collectie GemeentearchiefVenlo)
ber 1867 in en verklaarde dat van 27 augustus van
datzelfde jaar opnieuw van kracht, waardoor de in
dertijd door De Pollart gehekelde vijfjaarlijkse ver
huizing toch nog ingang vond. De bouw van drie
nieuwe raadhuizen in de gemeente staat met dit be
sluit in direct verband. Maasbree, waar eveneens een
gloednieuw raadhuis (annex woningen voor de on
derwijzer en de vroedvrouw) verrees, was als volgen
de aan de beurt en per 1 januari 1873 verhuisde de se
cretarie daarheen. Baarlo, voor de periode van 1878
tot en met 1882 aangewezen, kreeg aan het einde van
die periode een nieuw raadhuis (annex school).16
Vanaf het einde van de eeuw kwam een geheel nieu
we ontwikkeling op gang. Gunstig gelegen bij de
brug over de Maas, langs belangrijke verkeers- en
spoorwegen, met een eigen station vanaf 1866 en
een werkplaats van Staatsspoorwegen vanaf 1889,
begon Blerick in bevolkingsaantal zeer sterk toe te
[223