Hoe modern
moet een historicus worden?
De gevolgen van het ontstaan
van gedigitaliseerde bronnen
drs G. A. Collenteur
kunnen benutten, kan zij alleen vinden in nationaal
en internationaal verband. Daarbij is het essentieel
dat zij een rol gaat spelen bij de vastlegging van stan
daarden, want met standaarden kan zij de beheerders
van vastgoedinformatie vragen om de informatie in
een bepaalde vorm te bewaren. Hier moet mijns in
ziens een principiële discussie gevoerd worden over
de vraag wie feitelijk het archiefbestand gaan vor
men: de huidige beheerders van de informatie of de
beheerders van de archieven. Deze laatsten zullen
niet in staat zijn om die informatie te genereren uit
bestaande bestanden die zij nodig achten. Noch de
bestandsstructuur, noch de benodigde software kun
nen zij in voldoende mate beheersen, terwijl zij hier
voor van systeembeheerders ook zeker niet toestem
ming zullen krijgen.
Deze standaarden moeten tenminste gaan om:
a Opslagmedium cd-rom en beeldplaat zijn
industriestandaarden waar momenteel grote belan
gen mee gemoeid zijn. Apparatuur hiervoor is breed
beschikbaar. Dat er op een gegeven moment een vol
ledige conversie naar een ander opslagmedium zal
komen is iets dat onvermijdelijk zal zijn.
b Internationale standaard Data moeten in
zodanig formaat zijn opgeslagen dat dit voldoet aan
internationale standaarden. Een nationale standaard
redt het in deze tijd van Europese en wereldwijde in
tegratie niet meer. Dergelijke standaarden zijn op
verschillende plaatsen in de maak, voor verschillen
de doeleinden. Echte helderheid is er nog niet. Zo
wel vanuit de archiefwereld ('Descriptive Standard
for archival records' vanuit ica), als vanuit de ge
bruikerswereld (iso/osi, nen) wordt hieraan ge
werkt.
c Inhoud Inhoud van bestand dient ook stan
daard te worden voorgeschreven. De systeembeheer
der moet zelf volgens vaste procedures 'standaard-ar
chief-bestand' aan kunnen maken en meta-informa-
tie in bestand opnemen.
d Ontsluiting Een goed ontsluitingssysteem waar
bij allerlei soorten digitale bestanden benaderd kun
nen worden vanuit verschillende perspectieven (col
lectie, document, inhoud document, geografisch,
periode etc.) is essentieel.
Wil men met succes digitale bestanden gaan archive
ren, dan is aansluiting zoeken bij wat nu op andere
vakgebieden gebeurt noodzakelijk. Daarbij moet ge
dacht worden aan de bibliotheekwereld en aan de
internationale afspraken die gemaakt worden. Bepa
len welke gegevens bewaard dienen te blijven en in
welke vorm is en blijft de taak van de archivaris - al
leen hij zal deze selectie door de beheerder van de in
formatie moeten laten uitvoeren.
Summary
Retaining real estate. An introduction
to a machine readable record Municipal real
estate registration is a most complex automated in
formation system. An introduction into the specific
pitfalls and problems related to this kind of machine
readable record.
132.
Door de actuele discussie over selectiemethodieken (zie het vorige (the-
majnummer van het nab) staat de verhouding tussen archivarissen en
historici volop in de belangstelling. Gelukkig is er een voortdurende uit
wisseling van ideeën en visies, vooral tijdens studiedagen en congressen.
Ook de kwestie van de machineleesbare gegevensbestanden (mlg's) zal
de relatie tussen archiefwereld en geschiedwetenschap in belangrijke ma
te gaan bepalen. In het hol van de leeuw, bij de presentatie (7 juni 1993)
van het rapport Documenten uit de tijd. Behoud en beheer van digitale in
formatie, samengesteld in opdracht van de Algemene Rijksarchivaris en
de gemeentearchivarissen van Amsterdam, 's-Gravenhage, Rotterdam en
Utrecht, gaf drs G.A. Collenteur, verbonden aan de Rijksuniversiteit
Groningen (Vakgroep Algemene Economie, sectie Economische en So
ciale Geschiedenis) zijn prikkelende visie op de historicus en zijn digitale
bronnenmateriaal. Hier volgt de enigszins gewijzigde tekst van zijn le
zing.
Zodra archivarissen congressen, symposia of andere
bijeenkomsten organiseren die in eerste instantie de
archiefwereld aangaan, worden vaak ook sprekers uit
de (vak)historische wereld gevraagd hun licht te la
ten schijnen over de materie. Zo verschenen in het
kader van deze goede traditie de hoogleraren E. H.
Kossmann en P. Kooij op het congres '100 jaar kiezen
voor later', ter gelegenheid van het eeuwfeest van de
van, om hun visie op de rol van de archivaris bij de
beeldvorming van het verleden in eendrachtige sa
menwerking uiteen te zetten.1 Nu is voor deze tradi
tie ook wel een reden, daar historici en historisch
geïnteresseerden de belangrijkste legitimatie voor
de 'archiefwereld' vormen. Zij immers zijn de voor
naamste 'afnemers' van de archiefdiensten en bepa
len daarmee het (her)gebruik dat van het in de ar
chieven opgeslagen materiaal wordt gemaakt. Het is
dus onvermijdelijk dat hen gevraagd wordt om com
mentaar op ontwikkelingen in de archiefwereld. Een
'programma van eisen' met betrekking tot te be
waren materiaal is dan wel het minste waarmee de
historicus kan aankomen in ruil voor de vererende
uitnodiging. Ook dit symposium, hoewel de titel
'Documenten uit de tijd' misschien anders doet ver
moeden, voegt zich naar de traditie.
Dat biedt de gelegenheid om enige kanttekeningen
te plaatsen bij de wijze waarop de archiefwereld
tracht te anticiperen op de grote veranderingen die
haar te wachten staan. Wij, historici, mogen ons
[i33]