ruim, dat ook een niet-archiefspecifieke gegevens verzamelingeen mlg kan zijn (maar geen object van de archivistiek is) en dat een mlg als gegevensverza meling een deel van een andere gegevensverzameling - en dus van een archief - kan zijn. Keren we nu terug tot de terminologie. Na de korte uiteenzetting over archiefwetenschap, breid ik als lo gisch gevolg daarvan het terminologisch domein in vergelijking met het Lexicon uit. Ik beperk me niet alleen tot de taal voor het ordenen en beschrijven, maar ook van beheer; of anders gezegd: naast intel lectueel beheer, betrek ik ook administratief en fy siek beheer in het interessegebied. Daarmee sluit ik aan bij het conceptueel model dat de projectgroep mlg fase 2A hanteerde.8 Termen voor administratief en fysiek beheer Onder administratief en fysiek beheer versta ik de lo gistiek (bewaren en transporteren), conservering, in spectie, selectie en acquisitie, alsmede de besturing van deze activiteiten. Per deelgebied ga ik na of be staande termen (zo die er al zijn) gewijzigd moeten worden, of dat er sprake moet zijn van de ontwikke lingvan nieuwe termen. Inspectie, acquisitie en selectie Re cente rapporten over de gevolgen van de informati sering van de administratie wijzen direct of indirect op de noodzaak van veranderende methoden van inspectie.9 Om bij overbrenging niet geconfronteerd te worden met onbruikbare gegevensbestanden, moe ten inspecteurs zich 'pro-actief' opstellen.10 De ar chivaris zou zich al moeten bemoeien met de ont wikkelingvan de informatiesystemen nog voordat ze de in de toekomst over te brengen gegevens produce ren ofvastleggen. Op dit moment overzie ik niet of daarvoor een speciale archivisdsche terminologie nodig is. In elk geval moeten archivarissen over mlg 's kunnen com municeren met de administratie, organisatie-, be- stuurs- en informatiekundigen en met systeemont wikkelaars; een vorm van intersubjectiviteit. Dus is er taal nodig; het ligt voor de hand dat de archivaris eenpolyglotis, dat geldt niet alleen voor de pivot on derzoekers, maar voor de hele beroepsgroep. Voor een deel zal die intersubjectieve taal niet eens meer bestaan uit woorden, maar uit schema's en modellen. De inspecterende en selecterende archivaris zal zich terdege methoden, technieken, begrippenapparaat en communicatiecultuur van de informaticus en zijn trawanten eigen moeten maken; een zendeling die niet de taal van de heiden spreekt, preekt voor eigen parochie en loopt de kans het lot van Bonifacius te ondergaan. Echt archivistisch is dit allemaal niet, maar bin nenkort zal veel van dit alles onderdeel van de archi vistiek moeten worden. De archivistiek is meer dan alleen termen. Meer op het archivisdsch-terrninologische terrein ligt de nadere definiëring van het begrip archiefbe scheiden. De voorzitter sprak in haar openingsrede van de studiedagen weliswaar geruststellende woor den over het object van ons vak, maar we moeten wel zorgvuldig vaststellen wat in de nieuwe administra tieve wereld dat object precies is en uit welke samen stellende delen het bestaat. Is het onderscheid tussen archief en de overige gegevensbestanden nog wel zin vol, en als dat al zo is, hoe geef je dat onderscheid in houd in de elektronische wereld. Het PivoT-con- cept spreekt steeds over gegevensverzamelingen - en dan niet in wiskundige zin - omdat men de hele in formatiehuishouding11 van een organisatie in het on derzoek betrekt. Als archivaris vraag ik me af, of het begrip gegevensverzameling in dit verband niet wat ongenuanceerd is, als informaticus kan ik er onvol doende mee uit de voeten. Als de archivaris aan de automatiseerder duidelijk wil maken dat een deel van de door het informatiesysteem verwerkte gege vens voor permanente12 bewaring in aanmerking komt, moet je de kenmerken van die specifieke deel verzamelingen ondubbelzinnig kunnen verwoor den. Automatiseerders denken discreet, in nullen en enen, in ja en nee. Interpreteren doen ze niet graag - en zodra ze dat doen, gaat het dikwijls mis. Logistiek Vanuit logistiek oogpunt is de archi varis niet geïnteresseerd in de inhoud van de bestand delen. Het gaat hem dan alleen om fysieke objecten - dozen, mappen, portefeuilles - die terugvindbaar (in geordende staat) bewaard moeten worden. Er zit dan ook weinig archivistisch aan, en bijgevolg ook niet [120] aan de gebruikelijke termen zoals stelling, kast, plank. Het is niet voor niets een onderdeel van het vak, dat de archivaris enigszins heeft laten liggen. Pas met de opkomst van de geautomatiseerde archiefbe heersystemen begint het een aandachtspunt te wor den, omdat een computer weinig kan met fuzzy aan duidingen als: 'archiefstuk 235A-bis ligt in het oude houten kastje achter in het depot links van de char- terkast'. Logistieke termen voor het beheer van mlg 's zul len vooral liggen op het gebied van apparatuur, be- heersprogrammatuur en media. Ook die termen zijn niet specifiek archivistisch. Terminologie-ontwikke ling lijkt mij dan ook niet nodig, wel het compileren van lijsten met gebruikelijke termen. Want we moe ten wel met elkaar en leveranciers van systemen over logistieke problemen kunnen praten. Conservering Het in goede staat bewaren van mlg's vereist specifieke deskundigheid. Zelfs (of misschien wel vooral) als het fysieke beheer wordt uitbesteed, moet de archivaris de taal van de op drachtnemer kunnen spreken en verstaan. Conservering van mlg's zal vaak betekenen ko piëren op een andere drager (dus moet je de gangbare dragers, hun namen en vanzelfsprekend hun eigen schappen kennen), of conversie naar een ander be sturingssysteem (dus moet je de terminologie van systeemsoftware kennen), of zelfs conversie naar een ander database systeem (dus moet je weet hebben van dergelijke systemen: een database-index bijvoor beeld heeft weinig van doen met een klapper). Maar weer: specifiek archivistisch lijkt het mij niet. Wat niet wegneemt dat een lijst van gehanteerde termen op zijn minst handig kan zijn. We zullen overspoeld worden met woorden uit andere vakgebieden. Bij wijze van voorbeeld sta ik even stil bij de systeem- documentatiede functionele en technische beschrij ving van een informatiesysteem, die straks een on misbare schakel tussen administratie en archivaris lijkt te worden. De daarin gebruikte terminologie is niet altijd consistent en verandert in de tijd. Archiva rissen kennen gelukkig dit soort problemen als geen ander. Dat is nu juist een vakgebied waarin ze sterk zijn: oude administratieve praktijk. Functioneel is systeemdocumentatie te vergelijken met de negen- tiende-eeuwse hoofdenlijsten en aapjes. Kortom, de methode hebben we in huis, nu nog de wil om hem toe te passen op nieuwe archieven, en niet te verge ten: de noodzakelijke technische kennis van zaken. Beschikbaarstellen Opgevat als logistiek proces houdt het beschikbaarstellen in dat de ar chiefdienst de faciliteiten (infrastructuur) heeft om de in mlg's opgeslagen gegevens beschikbaar te kun nen stellen aan onderzoekers; te transporteren van depot naar studiezaal, of van het computersysteem van de archiefdienst naar dat van de gebruiker. De klant moet duidelijk weten wat zij/hij krijgt, in wel ke vorm, waar, enz. Maar opnieuw: weinig specifiek archivistisch. De beheerstermen samengevat Vanuit archivistisch oogpunt is er weinig interessants op dit gebied te beleven. Misschien is het daarom, ook in de papieren wereld, wel zo'n achtergebleven gebied ge weest. Theorievorming op dit terrein is zo langza merhand wenselijk. De scheiding tussen archiefstuk als fysiek object en als samenhangend geheel van ge gevens, zal theoretisch beter onderbouwd moeten worden. We zullen expliciet onderscheid moeten ma ken tussen het fysieke bestanddeel, de drager of ver zameling dragers, de tastbare eenheid waar we een nummer op plakken, en het logische bestanddeel, een identificeerbaar geheel van gegevenselementen die gezamenlijk op zeker moment als resultaat van een proces vanwege hun vooronderstelde informatie- of juridische waarde zijn vastgelegd. Het begrip lo gisch bestanddeel heeft nauwe verwantschap met het begrip document, maar er is nog enige theorievor ming nodig om betekenis en onderling verband een duidig vast te stellen en te formuleren. Overigens is dit stukje theorie ook al voor de papieren wereld no dig als we bijvoorbeeld denken aan het verschijnsel van de blanco nummers in inventarissen, die bijna al tijd duiden op verschillende logische bestanddelen die verenigd zijn op één fysieke drager.13 Wat de MLG.-terminologie betreft kunnen we naar het zich laat aanzien in veel gevallen uitstekend leen tjebuur spelen bij de informatica. Maar ik herhaal het, we worden overspoeld door specifieke vakter men, die niet uit de archivistiek komen, maar die we wel nodig hebben. Terminologisch zullen we verder uit het isolement moeten komen. [121]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 3