Veremgingsmeuws
Jaarrede van de voorzitter
Tijdens de ledenvergadering van de kvan van 24 maart 1994 te Zwolle
sprak de voorzitter mw dr Yvonne Bos-Rops haar jaarrede uit. Zij deed dat
op een moment dat de aanvaarding van de nieuwe Archiefwet door de
Tweede Kamer opeens weer heel ver weg leek. Immers, er waren enkele
'problemen'. Gelukkig liep het toch weer anders, maar de jaarrede 1994
draagt een speciaal tintje.
'Het tweede lid vervalt
en bet derde lid wordt tweede lid'.
Dames en heren,
Deze woorden uit de 'Nota van wijziging van het
wetsvoorstel tot vervanging van de Archiefwet 1962'
hebben, zoals U waarschijnlijk bekend is, de afgelo
pen dagen voor veel commotie gezorgd. Als gevolg
daarvan werd namelijk het voorstel om geheime ar
chieven, die gegevens bevatten waarvan geheimhou
ding voor het belang van de Staat of van zijn bondge
noten wordt geboden, niet na 20 jaar over te brengen
naar een openbare archiefbewaarplaats, geschrapt.
De aanleiding daarvoor lag in opmerkingen die door
leden van de fracties van pvda, vvd en d66 over dit
onderwerp waren gemaakt en die zijn vastgelegd in
het voorlopig verslag van de Vaste Kamercommissie
voor Welzijn en Cultuur van 14 januari 1994. Uit de
pers zal U inmiddels duidelijk zijn geworden dat het
schrappen van deze uitzonderingsbepaling bij vijf
departementen niet in goede aarde is gevallen en dat
als gevolg daarvan de minister van wvc aan de Twee
de Kamer heeft moeten verzoeken de behandeling
van het wetsontwerp uit testellen.1
Dit geeft te denken over de werking van wat eens
is genoemd de 'corridors of power', maar ook vanuit
het perspectief van onze beroepsgroep. Niet ten on
rechte heeft de algemene rijksarchivaris opgemerkt
dat dit wijst op gebrek aan vertrouwen in het Rijksar
chief. Nog veel sterker werd dit vorige week ver
woord door het Tweede Kamerlid (en onze oud-col
lega) Gerrit Valk. Bij de opening van de tentoonstel
ling 'recht op openbaarheid' - in dit verband een toe
passelijke titel - betoogde hij dat als er ergens zorg
vuldig wordt omgesprongen met archiefstukken dat
juist in het openbaar archiefwezen is. Affaires doen
zich voor bij de administratie. Een aantal recente
kranteberichten kan deze stelling staven. Stond niet
nog in januari j.l. in nrc-Handelsbladdat bij de be
lastingdienst in Amsterdam ruim dertig dossiers,
waaronder die van bekende criminelen, worden ver
mist? En werd nog geen vijf dagen daarna in de Volks
krant melding gemaakt van het terugvinden van de
verdwenen archiefstukken over de invoering van de
studiefinanciering?2 Juist archivarissen zijn er op ge
traind zorgvuldig met stukken en informatie om te
gaan - zorgvuldig, volgens de afgesproken regels en
zonder willekeur.
Het Nederlands archiefwezen wacht al lang op de
nieuwe wet en anticipeert er al jaren op. Ook Tweede
Kamerleden hebben gewezen op de 'wel erg ruime
tijdspanne' tussen de behandeling van de Nota Ar-
chiefbeleid (1986) en de indiening van het wetsvoor
stel. De hoop op een snelle afhandeling leek gerecht
vaardigd vanaf het moment dat de tekst van de wet
naar de Kamer werd gezonden (oktober 1992). De
Vaste Kamercommissie voor Welzijn en Cultuur
bracht al in januari 1993 haar voorlopig verslag uit.
De memorie van antwoord liet weliswaar wat langer
[i74]
op zich wachten, maar toen deze in november van
het vorige jaar gereed kwam, leek het erop dat de wet
nog vóór de verkiezingen door de Kamer zou kun
nen worden behandeld. Door problemen rondom
de geheime archieven lijkt dit nu haast een onmoge
lijke zaak. De jaarrede van de voorzitter die ingaat op
de inhoud en de behandeling van de wet kan ik U
daarom vandaag niet bieden.3
Over gebrek aan politieke belangstelling heeft het
archiefwezen het afgelopen jaar overigens niet te kla
gen gehad. Nog vorige week boog de Vaste Ka
mercommissie voor Welzijn en Cultuur zich over de
evaluatie van de eerste fase van het Deltaplan Cul
tuurbehoud. Naast kritiek over de wijziging van het
beleid ten aanzien van subsidies voor niet-rijksar-
chieven, zonder dat daarvan de Kamer op de hoogte
was gesteld, werd het belang van het Deltaplan door
minister en Kamer onderstreept. Ook het beschik
baarstellen van gelden om luchtzuivering te installe
ren in de rijksarchieven werd positief ontvangen.
Voor de toekomst is echter voortzetting van het Del
taplan onontbeerlijk. Materieel behoud van archie
ven vereist nog steeds aandacht en onderzoek. In
welke onverwachte richtingen dat onderzoek zou
kunnen gaan, valt te illustreren met een voorbeeld
uit de National Archives te Chicago, waar men on
langs ontdekte dat archieven van kernfysici radioac
tief besmet blijken te zijn.4
Binnenkort is ook met een andere invalshoek poli
tieke belangstelling voor archieven te verwachten.
Zoals bekend zal als eerste aanzet tot bestuurlijke
vernieuwing op afzienbare termijn een provincie
nieuwe stijl - ooR-provincie - worden ingesteld. In
het wetsvoorstel staan enkele opmerkingen over de
archiefzorg. Deze blijven dicht bij de traditionele si
tuatie: de taak van het gemeentearchief blijft, ze kan
worden overgedragen aan de provincie of men kan
een gemeenschappelijke regeling aangaan. Het lijkt
erop dat de nieuwe provincie ook een nieuw rijksar
chief moet krijgen, zoals ook in Lelystad is gebeurd.
Daarbij wordt slechts de kanttekening gemaakt dat,
aangezien de eerste overdracht pas over 20 jaar zal ge
schieden, er nog voldoende tijd is om de ontwik
kelingen te volgen. De Koninklijke van is met het
denken over regiovorming en archieven al verder: op
19 mei aaanstaande zal in het KB/ARA-complex een
studiedag over dit onderwerp worden gehouden,
waar onder andere zal worden ingegaan op de sa
menwerkingsinitiatieven die op dit moment al op
verschillende gebieden in Nederland bestaan.
Hiervoor heb ik de fysieke bedreiging door omge
vingsfactoren vermeld. Maar er is nog een andere
- die tegelijkertijd ook grote kansen biedt. Ik doel op
de mlg's. Vorige maand stond in Binnenlands Be
stuurden artikel waaruit bleek dat een groot gedeel
te van de persoonsgegevens die in Rotterdam via
het gbA-netwerk worden aangeleverd fouten bevat -
meer dan verwacht en moeilijker te traceren dan op
papier.s Automatisering vereist zorgvuldigheid. Het
beheer ook. Zoals u weet is het 'Project mlg', waarin
de Koninklijke van als mede-opdrachtgever partici
peert, een volgende fase ingegaan - fase 2B. Bij een
onlangs gehouden overleg bleek dat er voor de mlg-
problematiek geen eenvoudige oplossingen bestaan -
en evenmin eenduidige. Het zal van de aard van de
database afhangen of de archivaris een uitdraai, een
computerbestand of alleen een lijntje naar de com
puter van de administratie overneemt. Het rapport
wordt dit najaar verwacht.
mlg's stellen nieuwe eisen aan de archivaris, dat is
bekend. De afstand tussen archiefvormer en archiva
ris zal nog verder afnemen. De archivaris zal actiever
en alerter moeten reageren op ontwikkelingen bij de
overheidsadministratie. Dat alleen al vereist veran
deringen in de opleiding van archivarissen - of liever
aanpassingen, want laten we niet vergeten dat ook
het oude blijft. Verzwaring van de opleiding, uitbrei
ding in de opleidingsduur lijken onontkoombaar.
De Rijksarchiefschool is hiermee zeer actief bezig. In
januari 1994 werd het rapport Quo Vadis, waarvoor
een KVAN-commissie met vertegenwoordigers uit
het hele veld heeft gefungeerd als klankbordgroep,
openbaar. Op basis van de aanbevelingen wordt ge
werkt aan nadere uitwerking en concretisering van
de mogelijkheden. De Koninklijke van streeft er
naar U hiervan zo goed mogelijk op de hoogte te
houden.
Dames en heren er is vanochtend slechts tijd voor en
kele opmerkingen over de belangrijkste ontwikke
lingen, maar er is afgelopen jaar nog veel meer ge
beurd. Voor specifieke verenigingszaken verwijs ik
[175]