het archiefbeheer in de Provinciale Leergangen voor
Bestuurswetenschappen die bedoeld zijn voor het
leidinggevend personeel. Beide voorstellen werden
vanaf 1986 gerealiseerd en mede onder impuls van
het Rijksarchief door de andere Vlaamse provincies,
namelijk Antwerpen, Limburg en West-Vlaanderen,
nagevolgd. Ondertussen werden dergelijke cursus
sen ook voor o.c.m.w.-personeel gegeven in een
tweetal provincies.2 Voor een goed begrip moet de
lezer immers weten dat er op dat ogenblik geen speci
fieke archiefopleiding bestond in België. Die ving
slechts aan - en daarmee raken we een tweede be-
wustmakingsfactor aan - in 1988/89 wanneer aan de
Vrije Universiteit Brussel een volwaardige post-uni-
versitaire archivalische opleiding van start ging. Ar
chivarissen pleitten al lang voor een professionele
opleiding, maar ook ambtenaren voelden het tekort
van een specialisatie, vooral dan inzake het beheer
van het dynamisch archief.3 De Katholieke Universi
teit Leuven volgde in 1989-1990. Samen met de Uni
versiteit Gent zijn vanaf het academisch jaar 1993/94
de krachten gebundeld in één universitaire oplei
ding, een gespecialiseerde opleiding archivistiek en
hedendaags documentbeheer. De universiteiten van
Leuven en Brussel leverden tot nu toe een dertigtal
diploma's af. Maar het diploma is wettelijk nog niet
vereist om de functie van archivaris te vervullen, al
wordt het reeds bij sommige vacatures als voorwaar
de gesteld. Ook het diploma voor middelbaar ar
chiefambtenaar bestaat niet. Wel is er als enige in
België een archiefafdeling aan de Antwerpse biblio
theekschool en dit vanaf 1943. In 1967 werd de ar
chiefafdeling er afgeschaft, maar archiefvakken ble
ven op het programma van de bibliotheekopleiding
figureren. Vanaf 1990-1991 zijn deze archiefvakken
uitgebreid. Behalve archiefwezen komen nu ook het
beschrijven van archief, dynamisch archiefbeheer en
archiefautomatisering aan bod. Aan de andere bibli
otheekscholen van Brussel, Gent en Genk werden -
zij het eerder sporadisch - vanaf 1981 eindwerken
voorgelegd gewijd aan archiefonderwerpen.4
In het begin van de jaren tachtig kwam ook de huidi
ge structuur van de Vlaamse Vereniging voor Biblio
theek- Archief- en Documentatiewezen (vvbad)
tot stand met een zelfstandige en aktieve archiefsec
tie. Dit bracht een verbreding van het veld van de ge
organiseerde Vlaamse archivarissen mee. De oudere
vereniging, Archives et Bibliothèques de Belgique/
Archief- en Bibliotheekwezen in België omvatte
Franstalige en Nederlandstalige archivarissen en bi
bliothecarissen, maar is er nooit in geslaagd voor
wat de archivarissen betreft, uit het kleine kringetje
van rijksarchivarissen en enkele stadsarchivarissen
te breken.5 Vanaf het zelfstandig bestaan van een
Vlaamse vereniging was er ook meer systematische
belangstelling voor en contacten met het buiten
land, vooral met Nederlandse en Duitse zusterver
enigingen en met de Internationale Archiefraad.
Vanaf 1984 manifesteerde deze archiefsectie van de
vvbad zich meer en meer. Zonder onderbreking
zullen voortaan in het tijdschrift Bibliotheek- &Ar-
ehiefgids van de vvbad archiefbijdragen verschij
nen. En via Infohet mededelingenblad van de
vvbad, tracht men het brede veld op de hoogte te
houden van het reilen en zeilen op nationaal en in
ternationaal vlak.6 Doorstroming van de informatie
was voordien wel een zwak punt.
Naar aanleiding van de vele vragen tot vernie
tiging vanwege de gemeenten groeide binnen het
Departement 1 van het Algemeen Rijksarchief de
idee om de studie van de gemeentebescheiden naar
het voorbeeld van wat gebeurde voor rijksbescheiden
systematisch aan te vatten en te komen tot de publi-
katie van een bewaar- en vernietigingslijst. Het eerste
deel verscheen in 1986. En het stemt ons nog altijd
gelukkig dat een van de laatste brieven die ere-alge-
meen rijksarchivaris Wyffels ondertekende de pro-
motiebrief naar de gemeenten was.7 Het opstellen
van zo'n omvangrijke bewaar- en vernietigingslijst
kan echter moeilijk het werk zijn van één persoon.
Overleg en advies werd georganiseerd en deze con
tacten hebben dan mede aan de basis gelegen van de
Werkgroep Gemeentearchief binnen de archiefsec
tie van de vvbad.8 De bijdrage van de werkgroep
was fundamenteel bij het tot standkomen van het
tweede en derde deel.'7 Onder de stimulerende wer
kingvan de voorzitter dr A. Vandewalle, hoofdarchi
varis van Brugge, heeft deze sectie heel wat los ge
maakt.
Een ander zeer belangrijk element voor de bewust
wording was de erkenning èn subsidiëring door de
Vlaamse Raad (het Vlaamse parlement) op 27 juni
1985 van vier archief- en documentatiecentra gericht
[160]
op de historische en actuele archiefbescheiden van
vier filosofisch-ideologische zuilen of bewegingen.
Het zijn het Katholiek Documentatie- en Onder
zoekscentrum te Leuven, het Archief en Museum
van de Socialistische Arbeidersbeweging te Gent, het
Archief- en Documentatiecentrum voor het Vlaams
Nationalisme te Antwerpen en het Liberaal Archief
te Gent. Sommige archief- en documentatiecentra
bestonden al langer, maar door dit decreet was hun
werking en voortbestaan verzekerd. Het betekende
de redding van heel wat informatie en een groeiende
aandacht voor het beheer van zowel de dynamische
als statische bescheiden in de diverse zuilgebonden
instellingen.10
Behalve van de overheid was er ook van privé-zij-
de belangstelling, in dit geval van overwegend Frans
talige zijde. In december 1985 werd de Vereniging
voor het Behoud en de Valorisatie van de Belgische
Industriële Archieven boven de doopvont gehou
den. Het doel van de vereniging is het rationeel be
heer van de industriële en financiële archieven te be
vorderen, om te vermijden dat dit patrimonium zou
teloorgaan, vernietigd of verspreid worden.11
Goede getuigen van het veranderend klimaat zijn de
opeenvolgende wetsvoorstellen en -ontwerpen. De
Belgische archiefwet dateert van 24 juni 1955, telt
7 artikels en spreekt zich nagenoeg uitsluitend uit
over de wijze van acquisitie door het rijksarchief,
over het toezicht en over het verbod bescheiden te
vernietigen zonder toestemming van de algemene
rijksarchivaris of zijn gemachtigde. Definities wor
den niet gegeven. Vanaf 1970 worden met de regel
maat van een klok amendementen ingediend die be
trekking hebben op de termijnen van neerlegging en
inzage of op het gemeentearchief. Het eerste globale
voorstel voor een nieuwe archiefwet dateert van ok
tober 198 3 en is van de hand van volksvertegenwoor
diger L. Hancké. Dit leidde tot een belangrijke dis
cussie.12
In diezelfde periode circuleerde een concept van
wetsontwerp uitgaande van de toen verantwoordelij
ke ministers Coens en Bertouille. Om tot een ge
structureerde visie te komen richtte de vvbad een
Werkgroep Archiefbeleid op. Op de installatieverga
dering op 14 januari 1985 spraken de Nederlandse
collega's Caminada en Van Albada. Het moeten na
denken over archieforganisatie en archivistiek heeft
de belangstelling voor de theorie gestimuleerd. In
1984-1986 organiseerde E. Persoons een aantal stu
diedagen rond het thema 'Voor een nieuwe Belgi
sche archiefwet' waarin vooral situaties in binnen- en
buitenland werden uiteengezet.'3
Binnen de vvbad werd ook het aspect opleiding niet
vergeten en werd vernieuwend denkwerk verricht.
Maar het zou te ver leiden ook deze context uit te
werken.
Na een lange onderbreking trachtte men vanaf 1988
binnen het Rijksarchief de vorming van het eigen
personeel te stimuleren. Een belangrijk initiatief was
de interne vorming, waarbij meerdere archivarissen
een bepaald aspect voor hun collega's moesten uit
eenzetten.'4 De neerslag van die inspanningen gaf
het ontstaan van de reeks Preprint. De naam Preprint
was terecht, want in de meeste gevallen ging het hier
om een eerste aanzet, maar waar wel heel wat energie
en kennis was ingestopt. Het was een stimulans tot
systematisch nadenken over een of ander archivis-
tisch aspect. Het is dan ook jammer dat vooralsnog
op deze weg niet verder is gegaan. Het had de aanzet
tot een Belgisch handboek kunnen zij n.5 Vanaf het
academisch jaar 1988/89 volgen regelmatig Vlaamse
rijksarchivarissen lessen aan de Nederlandse Archief-
school.
Getuige van de langzame omslag is ten slotte het
meer en meer aanstellen van archivarissen in de dien
sten, zij het niet altijd in een functie in het organo
gram: de Senaat en de Vlaamse Raad, de universitei
ten van Gent, Leuven, vub, ulb, Antwerpen..., de
provinciebesturen, meer en meer gemeenten, grote
openbare instellingen zoals de nmbs, de Vlaamse
Watermaatschappij, Kind en Gezin Dit was het
klimaat in de jaren tachtig.
Archiefbeheer in de praktijk
Voor de evaluatie van ABip hebben we in Info een
kleine enquête georganiseerd. De bedoeling was niet
de gegevens statistisch te verwerken, want daarvoor
was de enquête niet voldoende professioneel opge
zet. We wilden gewoon vermijden dat we eigen op-
[161]