goederenbezit. Uit dat oogpunt bleven ook de oude registers bewaard met pachtcontracten en afreke ningen met pachters en cijnsbetalers. De langlopen de reeksen getuigden van een lange traditie van be talingsverplichtingen. Waarom ook de oude reke ningen van het onderhoud van de gebouwen bewaard bleven is minder goed verklaarbaar. Daar naast bevatte het archief enig geheugensteunend materiaal: lijsten van conventsleden [gremianecro- logia, waarin de overlijdens geschreven stonden, die in de gebeden van het convent herdacht moesten worden, en abdijkronieken. Een interessant gegeven vormen de vele pastoorsarchieven en dorpsarchiva- lia van dorpen, waar de abdij het patronaatsrecht be zat. Summary The archive of the abbey of Averbode during the ancien régime In order to study and interpret medieval archives some knowl edge of the administrative practice of institutions in that period is necessary. A reconstruction of the ad ministrative practice and the resulting archives of the Norbertine abbey of Averbode. Noten NBTenzij anders vermeld zijn de bronnen (registers, charters, liassen) afkomstig uit het Archief van de Abdij van Averbode (aaa) sectie i arab Algemeen Rijksarchief Brussel, Kerkelijke Archieven Brabant. 1 G. Despy, 'Les richesses de la terre: Citeaux et Prémontré devant l'économie de profit aux xueet xine siècles', in: Problémes d'histoire du Christianisme 5 (1974-197 5) 72. 2 M. Koyen: 'Abbaye d'Averbode', in: U. Berlière (ed.): Monasticon Beige, tome 4, 3 me volume: Province de Brabant (Luik, 1969) 630. 3 1224-1226; Koyen (noot 2) 634- 635. 4 Reg- 15- 5 In lias 18 bevindt zich de uitgebrei de correspondentie (1625-1643) tussen G. die Voecht en historici (J. B. Gramaye, A. Miraeus, C. But- kens, G. de Ryckel, J. Chifflet, Gelenius, Wendelinus, Van den Berg, Van den Borgt)P. Lefevre, 'Correspondence d'érudits du xvn esiècle a propos de l'histoire de l'abbaye d'Averbode', in: Analecta Praemonstratensia42 (1966) 304- 3 21Zie ook: L. Goovaerts, Ecrivains artistes etsavantes de l'ordre de Prémontré. Dictionnaire bio- bibliographique. iv (Brussel, 1911) 44-55: G. die Voecht. Met name Miraeus en Gramaye hielden echter geen rekening in hun publikaties over de geschiedenis van Averbode met de informatie die archivaris Die Voecht van de abdij hen ver schaft had en waarom ze zelf hadden gevraagd. Dit relativeert de deugde lijkheid van hun werk. 6 P.J.V. Dekkers, 'Secularisatie van kloosterbezit in de achttiende eeuw in de Meierij van Den Bosch', Brabants Heem 44 (1992) 2, 41-48; A. Maes, 1834, het herstel der abdij van Averbode, Analecta Praemonstratensia 10 (1934) 223- 227. 7 Maes (noot 6) 222-223. 8 T.J. Gerits, 'Figuratieve kaarten, een spiegel van de kloosterdomeinen', Ons Heem 17 (1973) 246. 9 E. Lesne, L 'origine des metises dans le temporel des églises et des monastéres de France awxie siècle. Parijs/Lille, 191°). 10 J. le Paige, BibliothecaPraemonstra tensia Ordinis omnibus religiosis. Pa rijs 1633) 804-805. Decellerarius was verantwoordelijk voor de maal tijden, maar ook voor bijzondere in komsten voor de maaltijden van het convent, de 'pitantie'. Dit was een speciaal fonds, waaraan schenkingen konden worden gedaan. Daarom werd deze functionaris ook wel als pitantiarius aangeduid. 11 Reg.i. 12 H. Janssens, De premonstratenzer abdij van Averbode, ontstaan en vroegste ontwikkeling (1134-1190) (onuitgegeven licentiaatsthesis Katholieke Universiteit Leuven) 4. 13 arab, inv.nr.5008. 14 Koyen (noot 2) 647. 15 De laatst bewaarde oorkonde van Arnolds prelatuur is charter nr.1097. In de cartularia zijn echter enige oorkonden bewaard, die niet in originali zijn overgebleven. Het aantal deperdita is mijns inziens verwaarloosbaar. 16 Reg.201 (1370): Tabula censuum et reddituum Averbodiensium in boe libro seu cartario anno xincLxxmo, tempore reverendi patris domini Arnoldi de Tuldel, abbatis huius monasterii Averbodiensis scripto contentorum. 17 Reg.2 en 3 (1380): cartarius magnus. [l54] 18 P. F. Lefevre, 'Documents relatifs a la gestion d'Arnould de Tuldel, abbé d'Averbode de 1368 a 1394', Analecta Praemonstratensia 31 (1955) 305-3 14- 19 Reg.31 (i3e-i7ceeuw). 20 Reg.12-29 (i5e-i8eeeuw). De opvolging binnen deze reeks en over welke jaren elk register zich uitstrekt zijn mij onbekend. 21 Reg. 5-11 (i3e-i7ceeuw). 22 W. Steurs, Les sources de l'économie rurale dans le quartier d'Anvers et dans le seigneurie de Malines jusqu 'en 1300. Catalogue de polyptiques, de censiers et de comptes (Leuven 1977) 123-138. 23 arab, inv.nr.5215 (1370-1390); AAA, I, reg.32 (1379-1388); reg. 122; reg. 201. 24 arab, inv.nr.5215 (1375). 25 Reg.32 (1379-1388) enreg.33 (1396-1403). 26 arab, inv.nr.5008: inkomsten te Bergeik, Bladel, Hapert, Hogeloon, Nuenen, Oerle, Waalre, Wetten, Zonderwijk, 1361-1519. De inventaris geeft abusievelijk 1367 als beginterm. 27 arab, inv.nr.5017. 28 F. L. GanshofenA. Verhulst,'Me dieval agrarian society in its prime. France, the low countries and Wes tern Germany', in: M.M. Postan (ed.), The Cambridge economic histo ry ofEuropei (Cambridge, 1966) 3 20. De Sint Pietersabdij te Gent stelde in 1281 een poliptiek op na een ernstige financiële crisis, waarin de abdij kwam te verkeren. A. Ver hulst, Précis d'histoire rurale de la Belgique (Brussel, 1990) 79. 29 J. Mosselmans: De landt-meeters van deywie totxvine eeuw in onze provincies. Tentoonstellingscatalogus (Brussel, 1976). 30 L. Vanhove, 'De kaartboeken van de abdij van Park-Heverlee', in: Oude kaarten en plattegronden. Bronnen voor de historische geografie van de Zuidelijke Nederlanden (16e- 18e eeuw) (Archief- en Bibliotheekwezen in België, extranr. 31; Brussel 1986) 122. 31 De Orde van Prémontré was ingedeeld in circarieën ('kringen') of provincies. 32 L. C. van Dyck, 'L'affaire Raguet et le problème de gouvernement central de l'ordre de Prémontré au xvi 1 e siècle', Analecta Praemonstratensia 51 (1975) 42, 54-65. OokA. D'Haenens (Abbaye de Pare), in: Monasticon Beige iv, 820) bracht de vervaardiging van het kaart boek van Park in verband met deze circulaire. 3 3 Voor soortgelijke sporen in het abdij-archiefvan Park zie Vanhove (noot 30) 124-125. 34 Een aantal afschriften zijn naderhand verzameld in één band, die in Brussel bewaard worden onder de benaming 'cartularium' (arab, inv.nr.4947). 35 Registrum Omnium Bonorum Monasterii Averbodiensis Iussu Admodum Reverendi Domini Serva- tii Vaes Abbatis Anno 1630 etdeinceps mensuratorum ac delineatorum per iuratum geometriam Magistrum Cornelium Lowis, scribebatF. Joannis a Castro Minorita, quiethocfrontis- picium calamo suo exaratum. Het is opmerkelijk dat Lowis in 1646 in Brabant, maar pas in 1661 in Luik als landmeter is ingezworen, hoewel Averbode toch een Luikse abdij was en de meeste van haar bezittingen in Luik lagen. 36 E. van Ermen (e.a.): Limburg in kaart en prent. Historisch cartografisch overzicht van Belgisch en Nederlands Limburg (Tielt/ Weesp, 1985) 19. 37 Reg. 106. 38 Gerits 1973 (noot 8) 246-247. 39 Reg. 212 (1705-1706) en reg. 440 (1706). 40 C. Dekker, 'Kerkelijke Archieven', Nederlands Archievenblad?,') (1981) 140. 41 F. Daelemans, 'De vorming van het domein van de norbertijner abdij van Grimbergen (vanaf haar stichting tot ongeveer 1300)', in: Eigen Schoon en de Brabander 61 (1978) 52. 42 A. D'Hoop, Inventaire géneral des archives ecclesiastiques du Brabant in (Brussel, 1922) 41 en 59. 43 P. F. Lefevre, 'Les archives de l'abbaye des Prémontrés d'Averbode a la fin de l'Ancien Régime', in: Miscellanea Lucienne van Meerbeeck, Archief- en Bibliotheekwezen in België42 (1971 168. 44 Reg. 804. Ookdeschepenenregisters van Tessenderlo (reg.i 14), Kwaad- mechelen (reg.130,191), Testelt en Messelbroek (reg. 220- 221) en van Rummen (reg.670) worden in het abdij-archief be waard. 45 Reg.279-280: ArchivorumAverbo diensium per capsas distributorum synopses. 46 Steurs (noot 22) 123. 47 D'Hoop (noot 42) 59-64. 48 Maes (noot 6) 234. 49 aaa, sectien: 189 oorkonden (1224-1721), een necrologium (i4f-i8eeeuw), een cartularium 19 eeeuw)vijf registers en 53 bundels (i7e-i8eeeuw). T.J. Gerits, 'De Premonstratenzer kloosterarchieven in Vlaams België', in: J. van den Nieuwen- huizen (red.), Religieuze archieven en bibliotheken in België. Handelingen van dew e sectie van het colloquium 'Bronnen voorde religieuze [155]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1994 | | pagina 20