delijke nationalistische bewegingen in verschillen de landen. Wat dat betreft stond de Europese een wording, waar zoveel sprekers als vanzelfsprekend vanuit gingen, voor veel deelnemers nog ter discus sie. Vooral de vertegenwoordigers van de Europese organisaties waren bijzonder optimistisch over de integratie en de komende nieuwe Europese burger. Een belangrijke opmerking werd geplaatst door de voorzitter, die de eenzijdige standpunten van de twee laatste sprekers over het belang van archief bronnen voor historici, relativeerde door te stellen dat elke -Europese- burger toegang moet hebben tot de archieven. Dit betekende niet alleen een sa menwerking tussen landen met een historische band, maar ook een samenwerking met internatio nale organisaties. Naar aanleiding van deze opmer king ontspon zich de discussie over de selectie en vernietiging van archieven en de rol van de histori cus/archivaris hierin. In dit kader merkte Maarten van Boven duidelijk op dat de selectie van archie ven aan archivarissen moet worden overgelaten en niet aan historici, hierbij refererend aan de huidige discussie in de Nederlandse archiefwereld over de vernietiging van archiefbestanden. Deze opmer king vond veel bijval van vooral Engelse en Duitse collega's. AnneliesM. RodingAbelmann [23 6] In memoriam l\lic Eussen 1929-1993 Op donderdagavond 18 februari rond zeven uur is Zuid-Limburg door het overlijden van Nic Eussen een bezield geschiedbeoefenaar armer geworden. Zolang als zijn lichaam hem daartoe in staat stelde, heeft hij zich - ondanks zijn langdurige lijden in de laatste jaren - haast onvermoeibaar gewijd aan de historie van onze regio. De op 23 juli 1929 geboren Nic Eussen volgde te 's- Gravenhage aan de Rijksarchiefschool de opleiding tot wetenschappelijk archiefambtenaar. Vóór zijn Sittafdse tijd was hij lange tijd als plaatsvervangend gemeentearchivaris werkzaam in Heerlen. Voor ve le historische publikaties heeft hij aldaar het voor werk verricht. In 1973 werd hij hoofd van de secre tarieafdeling historisch archief van de gemeente Sittard, als opvolger van Jac Offermans, en kort daarna, op 1 januari 1975, mocht hij zich gemeen tearchivaris noemen. Hiermee had de gemeente Sittard gekozen voor een zelfstandige archiefdienst en Nic Eussen heeft aangetoond, dat dit een zeer juiste keuze is geweest. Als eerste bezoldigde ge meentearchivaris (ongeveer een eeuw eerder was Martin Jansen gedurende enkele jaren onbezoldigd archivaris geweest) wist Nic de basis te leggen voor het instituut, dat heden ten dage niet meer weg te denken is uit de stad en de regio. Hij startte met de huidige archivaris, drs Jo Kreukels, een grondige inventarisatie en de uitgave van een reeks inventa rissen. Daarbij wist men, mede via educatieve acti viteiten en het geven van cursussen paleografie, een grote groep geïnteresseerden te stimuleren om op vrijwillige basis veel historisch onderzoekswerk te verrichten. Het Sittardse archief werd zo de werk plaats voor het geschiedonderzoek in de Westelijke Mijnstreek en een voorbeeld voor andere instellin gen elders in de provincie. Toen Nic in 1987 als archivaris opgevolgd werd door Jo Kreukels, betekende dit niet dat zijn histo- [2-37]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 43