Chronology in the county of Holland, 1200-1600 In the county of Holland the cus tom to begin the new year at Christmas changed to Easter in the course of the thirteenth century. This was stated by Mr Kruisheer, and the author of the present article agrees: the counts of Holland and the abbey of Middelburg did indeed change the calendar. However, on the scant evidence avai lable until 1299 Mr Kruisheer also argues that a complete shift to Easter took place throughout the county. The author of this article fails to see the reason for this, and argues that ever since the four teenth century noble families dated mostly by the new year. 1246 tot omstreeks 1350 van de Paasstijl, gevolgd door de heren van Polanen in de eerste helft van de veertiende eeuw. Deze laatsten pasten deze stijl wis selend in de vijftiende eeuw toe en bij voortduring vanaf 1469. In 1451 gingen de heren van Wassenaar over op de Paasstijl en datzelfde deden de heren van Egmond omstreeks 1500. Veel groter was de groep die bewijsbaar van een winterstijl gebruik maakte, dus jaardag- of Kerst stijl. Een van beide was in zwang bij: de heren van Altena in de zestiende eeuw, Arkel, Egmond tot cir ca 1500, Hodenpijl, burggraaf van Leiden, Naald wijk, Persijn, Poelgeest, Voorne, Wassenaar tot 1450, IJsselstein. Bij uitsluiting met de jaardagstijl dateerden de heren van Brederode, Matenesse, Montfoort, Polanen in de tweede helft van de veer tiende eeuw en Vianen. In twee gevallen kon alleen het gebruik van een bepaalde stijl ontkend worden. De heren van Haar lem gebruikten de Kerststijl niet en de heren van Voorne volgden behalve de Paasstijl ook de Bood- schapstijl niet. Voor die laatste stijl is overigens niets positiefs gevonden. In drie gevallen tenslotte werden verscheidene stijlen gelijktijdig gevolgd. De heren van Polanen pasten in de eerste helft van de vijftiende eeuw vier stijlen toe en lieten alleen de Boodschapstijl onge bruikt. De heren van Raaphorst bedienden zich in de vijftiende en zestiende eeuw afwisselend van de jaardagstijl of de Paasstijl. Uit het bovenstaade, waarin bij gebrek aan gege vens meerdere families ontbreken, blijkt dat de stijl, die bij voorkeur door de adellijke families in Holland vanaf de veertiende eeuw werd aange wend, de jaardagstijl was. Dit betreft de tijd, dat de ze heren een eigen administratie voerden, die met name bekend is van hun leenregisters. Voor de dertiende eeuw bestaat bij deze groep al leen een onomstotelijk bewijs voor de Paasstijl bij de heer van Putten. Voor vijf andere gevallen van Paasstijl bij de betreffende groep meen ik te hebben aangetoond, dat de Paasstijl te danken was aan de opsteller van de oorkonde, zijnde de grafelijke kan selarij of een lid van de abdij Middelburg. De heren zullen in deze eeuw niet beschikt hebben over een eigen administratie van enige omvang maar hebben hooguit gebruik kunnen maken van de diensten van hun kapelaan. Samengevat blijft er van de volgens Kruisheer ta melijk talrijke gevallen, waarin particulieren in de dertiende eeuw Paasstijl toepasten, weinig over. Ook het door hem opgeroepen beeld, dat de Paas stijl in de loop van de dertiende eeuw de jaardag- of Kerststijl verdrongen zou hebben, overtuigt niet. Niet alleen zijn de bewijsplaatsen daarvoor niet af doende maar bovendien is vanaf de veertiende eeuw, door Kruisheer niet bij zijn onderzoek be trokken, de jaardagstijl bij het grootste deel van de ze adellijke families bewijsbaar. Zij zouden zich in geval van Kruisheers gelijk en masse van de eerder gebruikelijke Paasstijl hebben afgekeerd. Het be hoeft naar mijn gevoel weinig betoog, dat zoiets hoogst onwaarschijnlijk zou zijn, ook al zouden meer bewijsplaatsen wenselijk zijn geweest. Ik meen daarom, dat de gebruikelijke jaarstijl bij adel lijke families van beginne af de jaardagstijl is ge weest. Summary [204] Moten 1 J. G. Kruisheer, De oorkonden en de kanselarij van de graven van Holland tot 1299 (2 dln.; 's-Gravenhage/ Haarlem, 1971) 126-128. 2 J. G. Kruisheer, Oorkondenboek van Hollanden Zeeland tot 1299, deel 11 (Assen/Maastricht, 1986) XII. 3 R. Fruin, Handboek der chronologie voornamelijk van Nederland (Alphen aan den Rijn, 1934) 78. 4 J. de Fremery, 'De jaardagstijl, de jaarstijl der heeren van Naaldwijk, der heeren van Voorne tot 1372, en de gemeene stijl van Holland', Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde (bvgo), 3<?reeks, ix (1896) 105- 152. 5 Kruisheer, Oorkondenboek, 11, xii-xv. 6 Ibidem, 726 (toelichting). 7 Ibidem, 679. 8 J.C. Kort, Het archief van de heren van Voorne, burggraven van Zeeland I2j2-i5ji ('s-Gravenhage, 1972) xv-xvi. 9 R. Fruin Th. Az.,'De jaarstijl der heeren van Montfoort', bvgo, 3ereeks, viii (1894) 319-321. 10 S. W.A. Drossaers, Hetarchiefvan den Nassauschen Domeinraad, 1 ('s-Gravenhage, 1948) regesten 1121 en 1126. 11 K. N. Korteweg, Rechtsbronnen van Woudrichem en het land van Altena (Utrecht, 1948) 15-17. 12 J. G. Kruisheer, Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299, deel ui (Assen/Maastricht, 1992) 1379- 13 Kruisheer, Oorkondenboek, 11,498 en 504. 14 Rijksarchief in Zuid-Holland (RAZH),Archiefgraven van Holland (agh), inv 67 folio 14. De tekst breekt in de datering af. 15 Register Wassenaar a fol. 11-12V e. v. Foto's van dit en andere delen op het razh. 16 Register Wassenaar b fol. 82 en fol. 82v. 17 agh,inv. 242fol. 38v,nrs257en 258. 18 Register Wassenaar aa fol. 44. 19 Gemeentearchief Leiden, Gasthui zen, regest 83. 20 Kruisheer, Oorkondenboek, m, 1587. 21 L.Ph.C. van den Bergh, Oorkon denboek van Holland en Zeeland, 11 (Amsterdam/'s-Gravenhage, 1873) 642, d.d. 1 maart en 65 2 op augus tus 22 Fruin, Handboek, 100-101. 23 razh, Leen-enRegisterkamer, 264 fol. 58, 59. 24 Nassaus Domein, I, inv. 45 (Hing- man 6462) fol 3ve.v. 25 Hingman6461 fol. 386(26-2- 1406),fol. 239v(27-3-i439), fol.316(24-3-1451), fol. 288 (24-3-1452),fol. 351 (27-3-1452), fol. 372v(3i-3-i456),fol. 356V (26-2-1469). 26 Drossaers, Archief, regest (27-3-1452); Hingman 6461 fol. 336V-337. 27 Hingman 6461 fol. 33 5V (15-3- i4i7),fol. 333 (9-1-1434), 371V (9-4-1435),fol. 346Ven 33iv (26-3-1452). 28 Hingman6461 fol. 328enfoI. 343V (24-3-1451) en fol. 343v(25-3- i45i). 29 Ibidem, fol. 363 30 Ibidem, fol. 226V. 31 Ibidem, fol3 21 32 Ibidem,fol. 230. 33 Ibidem, fol. 349. 34 LeenhofVianen 5 fol. 32. 3 5 Ibidem, 6 fol. 5V-6. 36 Ibidem, 7 fol. 12v en 2or-v. 37 Fruin, Handboek, 101 38 LeenhofVianen iofol. 20V-21 en 44r-v. 39 Kort, Archief, xx en De Fremery, Jaardagstijl, 140-144. 40 Kruisheer, Oorkondenboek, 111, 1150. 41 Kruisheer, Oorkondenboek, 11,837 42 Ibidem, 511 en 750. 43 Ibidem, 991 en 1042; Kruisheer, Oorkondenboek, 11,1150,1171 en 1173. 44 Kruisheer, Oorkondenboek, II,841 45 Ibidem, 726. 46 razh, Rekeningen Rekenkamer 1397 fol. 73v. 47 DeNederlandscheLeeuw 100 (1983) 206. 48 Kort, Archief, regest 426. 49 Ibidem, regest 135. 50 J.L. van der Gouw, Rekeningen van de domeinen van Putten 1)99-1429, dl. 2 ('s-Gravenhage, 1980) regest 174- 51 Ibidem, regest 175. 52 Ibidem, regest 166. 53 Ibidem, regest 165. 54 Fruin, Handboek,73. 5 5 Van der Gouw, Rekeningen, regest 113. 56 Zienoot7. 57 Kruisheer, Oorkondenboek, m, 1776. 5 8 H. Obreen, 'Een en ander over de jaarstijlen in Zeeland', Neder- landsch Archievenblad 18 (1909/1910) 21-22. 59 Idem, 'De heeren van Putten en van Strijen', De Nederlandsche Leeuw 50 (1932) 299-300. 60 Kruisheer, Oorkondenboek, III, i73od.d. 19 april 1276. 61 Verslagen en Mededelingen omtrent 's-Rijks Oude Archieven (1906) 242, regest 2. 62 agh,707fol. 88. 63 Kruisheer, Oorkondenboek, 11,841 64 Ibidem, XI11 en noot 15 [205

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 27