n het oud-papier te stikken'.84 Vanuit de overweging dat de primaire taak van de archivaris ligt in het ver zamelen en toegankelijk maken van de hem toever trouwde archieven, verschoof de nadruk steeds meer van de dienstverlening naar de toegankelijk heid van de bronnen. In 1979 kreeg de inventarisa tie de absolute prioriteit. Omdat dure formatieuitbreiding voorlopig niet te verwachten was, moesten andere oplossingen ge zocht worden voor het behoud van voldoende in ventarisatiecapaciteit. Die werden voor een belang rijk gedeelte gevonden in het microfilmen van bronnen. Een andere manier om de zelfwerkzaam heid van de bezoekers te bevorderen is het aanbie den van een cursus archiefonderzoek. De cursus Speuren in het Verleden werd in samenwerking met de Volksuniversiteit georganiseerd en ging in 1986 van start. Het bezoek van lagere- en middel bare schoolklassen wordt niet aangemoedigd. De onderwijzers en docenten die toch een beroep doen op het archief, worden echter welkom geheten. Leerlingen van het hoger en universitair onderwijs krijgen op het gemeentearchief'vaardighedencolle- ges', waarbij zij door het verrichten van praktische oefeningen ervaring opdoen met bronnenonder zoek. Hierbij wordt steeds vaker gebruik gemaakt van 'geprefabriceerde' bronnen die een controleer baar resultaat moeten opleveren. Het Gemeentearchief beperkt zich zo veel moge lijk tot het verlenen van medewerking aan door an deren georganiseerde projecten. Er wordt veelvul dig een beroep gedaan op de deskundigheid van archiefmedewerkers bij publikaties, tentoonstel lingen en andere activiteiten met een historisch karakter. Bij veel gebeurtenissen op historisch ge bied in de stad is het Gemeentearchief, meestal op projectbasis, op de een of andere manier betrokken. De samenwerking tussen het Gemeentearchief en bibliotheken, musea en andere gespecialiseerde instellingen is hechter geworden. Samenwerking en taakverdeling moeten ondoelmatigheden voor komen en de kwaliteit van het werk verhogen. In de huidige praktijk werkt het Gemeentearchief mee aan projecten waaraan in de maatschappij be hoefte bestaat en waarin alleen het archief kan voorzien. Met Uitgeverij Waanders en het Groninger Muse um werd bijvoorbeeld samengewerkt in een tweetal projecten waaruit bleek hoe groot de belangstelling onder de Groningse bevolking was voor het verle den van de eigen stad. Tientallen foto's uit de col lectie van het Gemeentearchief vonden een plaats in de serie Ach Lieve Tijd. Tien eeuwen Groningen en de Groningers, waarvan in november 1984 de eerste aflevering verscheen. Elke aflevering sneed een be paald thema aan, waarvan de historische aspecten op een populariserende manier aan de orde werden gesteld. Voor het archief was dit een uitgelezen mo gelijkheid om 'een ongekend groot publiek kennis te laten maken met de geschiedenis van de stad en de rijke inhoud van de topografisch-historische at las van het Gemeentearchief'.85 De succesvolle se rie werd enkele jaren later gevolgd door Als de Dag van Gisteren, waarin de laatste eeuw centraal staat en waarvoor meer zelfstandig en oorspronkelijk on derzoek werd verricht. Aan beide series verleende het archief redactionele en organisatorische mede werking. Samenwerking betekent ook dat er gebruik ge maakt wordt van deskundigheid die buiten het ar chief aanwezig is. Om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen binnen de stad worden contacten onderhouden met professionele en amateurspe cialisten op verschillende terreinen. De archivaris had bijvoorbeeld zitting in het bestuur van de Stichting Archeologisch Onderzoek Martinikerk hof, die de opgravingen op het Martinikerkhof in 1987 en 1989 coördineerde. De opgravingen lever den een schat aan archeologische en bouwhistori sche gegevens op. De resultaten van het onderzoek werden gepresenteerd in boekvorm en met een ten toonstelling in het Groninger Museum.86 Deze tentoonstelling vond plaats ter gelegenheid van 'Groningen 950', waaraan het Gemeentearchief een belangrijke bijdrage leverde. Een andere in het oog springende activiteit waaraan het Gemeente archief heeft meegewerkt was het project 'Gronin gen in oorlogstijd'. Dit project resulteerde in een gelijknamig boek waarvoor veel historisch onder zoek werd verricht.87 De Stichting Oorlogs- en Verzetsmateriaal heeft onderdak gevonden op het archief, evenals het Gronings AudioVisueel Archief (gava). [192] Deze initiatieven kosten geld. De verhouding met het gemeentebestuur was onder alle drie de ge meentearchivarissen goed. Het enige probleem is dat archieven over het algemeen niet bijzonder tot de verbeelding spreken en geen duidelijke successen opleveren op de korte termijn. 'Met het archief kun je niet scoren', zoals oud-burgemeester H.G. Bui ter, die het Gemeentearchief in zijn portefeuille had, het treffend formuleerde. Op het Gemeentear chiefwerken meer dan tien mensen in verschillende werkvoorzieningsregelingen, zodat hun loonkosten niet op het gemeentebudget maar op dat van de lan delijke overheid drukken. Deze hulpkrachten heb ben geen archiefopleiding maar doen werk dat bin nen het archief absoluut niet gemist kan worden. Dit betekent een belangrijk verschil met de voor gaande periode; de hulpkrachten vormen nu onge veer de helft van het personeelsbestand en verrich ten dan ook een belangrijk deel van het werk. Ver- derzijn er verschillende vrijwilligers actief. Formatie-uitbreiding zat er al helemaal niet in na dat het gemeentebestuur begin jaren tachtig groot scheepse bezuiningingen aankondigde. Per januari 1986 werd het Gemeentearchief beheersmatig on dergebracht bij de Dienst Informatie en Automati sering (dia). De inlijving bij deze dienst, die door medewerkers van het archief sceptisch werd beke ken, bracht niet uitsluitend voordelen met zich mee. De archivaris schatte dat de diA-vergaderin gen 'zonder enig direct verband met de functie van het Gemeentearchief' hem het eerste jaar ongeveer twee maanden werktijd kostten.88 Een gunstig geluid in deze tijd vormde het succes van het door de automatiseringsdeskundige van het archief ontwikkelde ArchiefBeheerSysteem. Dit programma geeft de gebruiker informatie over de aanwezigheid, aard, omvang, vindplaats en mate riële toestand van de archieven, en zal in de toe komst gekoppeld kunnen worden aan een bezoe kersregistratiesysteem, informatie over kaarten, charters, gefotografeerde stukken en de frequentie waarmee de stukken worden geraadpleegd. Het programma bleek in een behoefte te voorzien en is inmiddels in gebruik bij veel andere, ook grotere, gemeentearchieven. Op het moment dat het Gro ningse Gemeentearchief vijfenzeventig jaar bestaat, wordt gewerkt aan het invoeren van alle catalogus titels uit de archiefbibliotheek in een computerpro gramma. Het Gemeentearchief is veranderd.89 De gemeente verricht steeds minder taken die voorheen als over heidstaken werden beschouwd. Van de gemeente archivaris wordt verwacht dat hij meedenkt over het gemeentelijke archiefbeheer. Dat heeft tot ge volg dat de gemeentearchivaris gaandeweg een 'in formatiemanager' is geworden, die nauw samen werkt met de gemeentelijke diensten. Het terug brengen van de wettelijke overbrengingstermijn van vijftig naar twintig jaar zal ook gevolgen heb ben voor het Groningse archief. Er wordt terdege rekening gehouden met de enorme papiermassa's die het archief in de toekomst zal moeten opnemen en verwerken. In tegenstelling tot zijn voorgangers moet de huidige gemeentearchivaris meer vooruit kijken dan naar het verleden. Een bedrijfsmatige aanpak behoort tot de huidige werkmethoden. Aan veel activiteiten op lokaal-historisch gebied levert het archief op projectmatige basis een deskundige bijdrage. De educatie heeft een vanzelfsprekende plaats. De belangstelling van de Groningse bevol king voor het Gemeentearchief en voor de mede door het archief georganiseerde activiteiten en pro jecten is een uiting van de grote interesse in de loka le geschiedenis. Daarmee vervult het Gemeentear chiefeen belangrijke maatschappelijke functie. Slot Anno 1993 is het Gemeentearchief Groningen een centrum voor lokaal-historisch onderzoek, waar ruim 450 archieven bewaard worden die het gehele stedelijke spectrum beslaan en zo'n 4,5 kilometer plankruimte in beslag nemen. De archiefbiblio theek beschikt over ongeveer twintigduizend ban den en de topografisch-historische atlas herbergt honderdduizenden fotonegatieven, dertigduizend foto's, vijfhonderd affiches, rond de zesduizend prentbriefkaarten, circa drieduizend prenten en te keningen en eenzelfde aantal kaarten en plattegron den. De huidige gemeentearchivaris is niet meer in de eerste plaats een historicus. Hij beheert een grote hoeveelheid historische informatie en houdt deze [i93]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 21