schrijvingen heeft verricht. Wel is vóór in een van de beide boeken een lijstje geplakt waarop de tien later toegevoegde namen worden vermeld. De lijst is getekend door de gemeentearchivaris. Ondertussen werd het archiefwezen 'gelijkgescha keld' en onder leiding gesteld van de niet bijster na- tionaal-socialistisch gezinde dr Vollmer, door de ar chivarissen al spoedig de 'voogd' genoemd. Deze 'Leiter des Deutsches Archivamtes in den Nieder- landen' wist weinig substantiëlers te bereiken dan een nauwelijks succesvolle ruil van archivalia tussen Nederlandse archieven en die uit andere door Duitsland bezette gebieden.57 Coster had als voor zitter van de Vereniging van Archivarissen direct met Vollmer te maken. Dit kan de reden zijn ge weest dat het Groningse Gemeentearchief als een van de weinige Nederlandse archieven profiteerde van de ruilovereenkomst. Het Gemeentearchief kreeg van het Staatsarchief van Aurich een hand schrift uit het midden van de vijftiende eeuw, zon der dat hier overigens iets tegenover stond.58 Na de oorlog vertelde Coster, voor de laatste keer in de hoedanigheid van voorzitter van de Vereniging van Archivarissen, in bedekte termen waarom het Nederlandse archiefwezen op het eerste gezicht zonder slag of stoot had meegewerkt aan het ver schaffen van genealogische inlichtingen: om erger te voorkomen. Onder archivarissen leefde de angst dat de bronnen die nodig waren voor genealogisch onderzoek losgeweekt zouden worden van de be staande archieven. En omdat zij als hun belangrijk ste taak zagen om de aan hun zorgen toevertrouwde archieven ongeschonden door de oorlog te helpen, werkten zij mee.59 Bovendien behoorde het ver strekken van genealogische inlichtingen tot de ambtstaak van de archivaris. In het voorjaar van 1944 liep de spanning steeds verder op. De belangrijkste archiefstukken van het Gemeentearchief werden uit veiligheidsoverwegin gen overgebracht naar de kelder van het klooster in Ter Apel. Een groot gedeelte van de registers van de Burgerlijke Stand verhuisde naar de kluizen van de Nutsspaarbank.60 Maar de meeste archiefstukken lagen in het archiefgebouw in de St. Jansstraat, midden in het gebied waar aan het einde van de oorlog zwaar gevochten werd. Het scheelde weinig of een gedeelte van de daar opgeslagen stadsarchie ven was tijdens de gevechten van 13-17 april 1945 verloren gegaan. Het archiefgebouw werd als een van de laatste Gro ningse gebouwen door de Duitsers verdedigd. On der de galerij stelden de Duitsers een mitrailleur op, die door de Canadezen vanuit de Schoolstraat be schoten werd. De erker in de kamer van de gemeen tearchivaris bood een uitstekend overzicht over de nabije omgeving en werd als vuurstelling gebruikt. De Duitsers barricadeerden zich met de zwaarste en grootste stukken uit het Rijksarchief. De grote angst dat er brand zou uitbreken werd bewaarheid vlak nadat de Duitsers zich hadden overgegeven. Het vuur uit het brandende Kinderziekenhuis naast het archiefgebouw sloeg over naar de zolder van het archief. De waarnemend rijksarchivaris E.J. Werkman, die deze dagen onverschrokken in het gebouw bivakkeerde, slaagde er op het nipper tje in de brand te blussen. Het was niet eenvoudig om hulp te krijgen van de zojuist bevrijde Groning se bevolking: 'Er liepen wel verschillende burgers op het bin nenplein [tussen archief en Provinciehuis] en in de vestibule, doch zij vermaakten zich met het bijeenzoeken en bezichtigen der door de Duit- schers achtergelaten wapens; sommigen liepen rond met de geweren op den schouder. Eerst na herhaald en krachtig aandringen mijnerzijds begaven zich enkele personen naar boven om echter al heel gauw weer spoorloos te verdwij nen'.61 Dankzij de getroffen veiligheidsmaatregelen, het optreden van Werkman en een dosis geluk, bleef het gebouw met zijn kostbare inhoud gespaard vooreen ramp.62 De periode na de oorlog stond ook voor het Ge meentearchief in het teken van de wederopbouw. Toen het gebouw in de St. Jansstraat hersteld was van de schade, de archieven netjes op de planken stonden en het personeel van het Rijksarchief vol tallig was, kwamen de besprekingen over de schei ding weer op gang. De bezoekers keerden terug, hoewel het archief vanwege de kolenschaarste de [184] Personeel van gemeente- en rijksarchief bij gelegen heid van het afscheid van dr H. P. Coster als gemeen tearchivaris op 30 mei 1951. Zittend in het midden Coster, links naast hem mej. C. S. W. Kroes en mw A. de Groot. Rechts naast hem mw P.M. Koops en zijn opvolger dr A. T. Schuitema Meijer. Staand van links naar rechts: WK. van der Veen, B. van der Blij, mr L.J. Noordhoff, H. Vos, E. E. Huizinga, rijksarchiva ris dr W.J. Formsma en A. Pathuis. Foto: O. Hoog- huis, Groningen eerste jaren nog regelmatig de deuren gesloten moest houden. De gedachte dat archiefmateriaal uit de ene periode belangrijker is dan uit een andere periode, werd langzamerhand verlaten. Het archief verzamelde enige documentatie over de woelige tijd die nog maar zo kort voorbij was. Ten behoeve van de fotocollectie liet het archief foto's maken van de verwoeste stad.65 Met de rijksarchivaris was Coster nauw betrokken bij uitgaven over Gronin gen in oorlogstijd.64 De periode-Coster lijkt, tenminste tot halverwe ge de jaren dertig, gekenmerkt te worden door een nu arcadisch aandoende rust. De scheidingsperike len vereisten een voortdurend en tijdrovend onder zoek en drukten een zwaar stempel op Costers pe riode als gemeentearchivaris. De scheiding stond ook een al lang bij de gemeentearchivaris levende wens in de weg. In een brief aan de kersverse hoog leraar G. van der Leeuw sprak Coster eens over zijn 'illusie, eenmaal iets samenvattends over de historie van deze plek gronds te schrijven'.65 In de zomer van 1951 bereikte de gemeentearchivaris de leeftijd van 65 jaar. Door zijn verslechterende gezondheid kon zijn wens niet meer in vervulling gaan. De periode Schuitema Meijer 1951- 1977: de geschiedschrijver De nieuwe gemeentearchivaris trad aan terwijl de Wederopbouw in volle gang was. In de zesentwin tig jaar dat dr A. T. Schuitema Meijer aan het hoofd van het Groningse Gemeentearchief stond, vonden binnen het archiefwezen ontwikkelingen plaats die welhaast revolutionair genoemd kunnen worden. Het bezoekersaantal verveelvoudigde, de hoeveel heid op te nemen archiefmateriaal nam schrikba-

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 17