1932- hield hij voor de VARA-microfoon een radio voordracht getiteld 'Groningen's geschiedenis in vogelvlucht'.43 Hierna volgden - afgezien van boek besprekingen in verschillende periodieken - nog een kleine twintig publikaties van Costers hand, met name artikelen in de Groningsche Volksalma nak. Coster was een voorstander van het betrekken van de wetenschap bij de archieven. 'Waardeering van de archieven door aankomende historici' achtte hij van grote 'propagandistische beteekenis'.44 Al in de eerste jaren van deze eeuw bezochten de hooglera ren in de oude en nieuwe geschiedenis en de pri vaatdocent in de paleografie met hun leerlingen het archief.45 De hoogleraar geschiedenis aan de Rijks universiteit profdr I. H. Gosses kon rekenen op alle medewerking wanneer hij met zijn studenten - over alle studiejaren verspreid niet meer dan een tiental - het archief bezocht.46 Ook zijn opvolger prof jhr dr P.J. van Winter maakte er een gewoonte van zijn studenten op het archief te onderwijzen in het lezen en interpreteren van archiefstukken. Coster hield zich persoonlijk, zoals de meeste ar chivarissen in die tijd, zo min mogelijk bezig met begeleiding van de leken en amateurs onder de spo radische bezoekers. In het Groningse Gemeentear chief lag deze taak op de schouders van mej. Kroes, die jaarlijks een tiental bezoekers op de leeskamer ontving. De meeste archiefbezoekers waren gene alogen.Het onderzoek van de spaarzame overige bezoekers richtte zich traditioneel vooral op poli tieke, juridische en religieuze zaken in een wat ver der verwijderd verleden. Naar onderwerpen als 'hostiewonderen in de noordelijke provincies' en 'de Zevenhuister boerendans' werd op het Ge meentearchief onderzoek gedaan.47 Onderzoek in de archieven is alleen mogelijk als de ze zijn geordend en geïnventariseerd. Dit vormde juist in Groningen een probleem, omdat niet dui delijk was welke archieven in de eigen collectie Het rijksarchiefgebouw in de Sint Jansstraat, kort na de oplevering in 1921. Het Gemeentearchief bezet-te drie lokalen op de bovenste verdieping en zes depots in de westelijke vleugel. Foto: P. B. Kramer, Groningen thuishoorden. 'Een zeer belangrijk deel van het Groningse Gemeentearchief toch is indertijd zoogenaamd aan het Rijksarchief in bruikleen afge staan', schreef Coster, 'in werkelijkheid is het op een wanhopige wijze met rijksstukken vermengd ge raakt'.48 In de vorige eeuw hadden de archivarissen Feith de stukken van Stad en Ommeland uit hun verband gehaald en chronologisch beschreven in hun 'Register'. De belangrijkste taak van zowel Coster als de rijksarchivaris lag nu in het ontwarren van deze archiefbescheiden. Dit enorme karwei, dat de 'splitsing' of de 'scheiding' werd genoemd, verg de vele jaren arbeid van zowel de gemeente- als de rijksarchivarissen. Zij beschouwden dit werk als hun hoofdtaak. Pas hierna kon immers een begin worden gemaakt met de definitieve ordening en in ventarisering van het aldus verkregen eigen archief. Coster sprak in dit verband van een 'vaak ingewik- kelden en verdrietigen arbeid', die echter veel vol doening gaf omdat de archivarissen dezelfde uit gangspunten huldigden en de vorderingen duide lijk zichtbaar waren.4' De besprekingen begonnen toen het Rijks- en Gemeentearchief in 1921 één ge bouw betrokken. Beide archivarissen kwamen op geregelde tijden bij elkaar om 'op de meest vriend schappelijke wijze' gestalte te geven aan hun 'voor naamste ambtswerk'.50 Crisis- en oorlogsjaren In 1936 trok de gemeentearchivaris zich terug als bestuurder en conservator van het Museum. Ver schillende redenen lagen daaraan ten grondslag. Costers gezondheid speelde hem parten, maar dit gegeven stond niet op zichzelf. De crisis van de ja ren dertig, 'onzekere tijden, zwanger van velerlei versobering en bezuiniging', ging ook aan het Gro ningse Gemeentearchief niet voorbij.51 Coster moest roeien met de riemen die hij had. Juist in de ze zware jaren, die een afbraak te zien gaven van het archiefwezen, was de gemeentearchivaris voorzitter van de Vereniging van Archivarissen. In de periode 1936-1946 loodste hij de vereniging door de jaren van bezuiniging en oorlog. Coster had verscheidene bestuursfuncties. Hij had zitting in de besturen van de Provinciale Groning- [181]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 15