Inhoud
s -r/
Nederlands Archievenblad
kamer Zeeland, de lagere nummers betreffen de
Heren Zeventien en de kamer Amsterdam. Van de
vier kleine kamers hebben maar weinig archivalia
de opheffing van de Compagnie overleefd. Dat
zijn voornamelijk achttiende-eeuwse scheeps-be-
taalrollen, die in hun totaliteit van 2997 numeriek
een vijfde van het gehele bestand bepalen. Waarom
sommige soort bescheiden ontbreken of maar
schaars aanwezig zijn is dus in het History and Ma
nual uitgelegd. Heel treffend is de groei van de ad
ministratie af te lezen uit de hoeveelheid jaarlijkse
Overgekomen Brieven en Papieren: in 1663 bij
voorbeeld nog slechts drie 'boeken', honderd jaar
later niet minder dan zesendertig!
Een historicus als recensent van een archiefin
ventaris behoort heel voorzichtig te zijn met kri
tiek op de indeling ervan. Dat is een speciaal vak.
Toch wil ik een vraagteken plaatsen bij de indeling
van twee soorten bescheiden. Het is op grond van
de organisatie moeilijk te verdedigen dat de Heren
Zeventien een plaats krijgen vóór de kamer Am
sterdam, maar bij de kamer Zeeland behandeld
worden als 'Ingekomen Stukken uit Europa'. Ik
denk niet dat Pieter Pous de Zeeuwse stukken
daarom zo zorgvuldig uit 'Hollandse' handen heeft
gehouden om dan toch de presidentiële functie
van de kamer Zeeland zo te zien miskend. Is verder
te verdedigen om de stukken van het Haagse Be
sogne bij de commissies te plaatsen en niet direct
na de resoluties? Colenbrander en De Hullu be
schouwden ze terecht als behorend bij de vergade
ring van de Heren Zeventien. De ordening van
scheeps- en chirurgijnsjournalen is evenmin con
sequent.
Dit alles zijn opmerkingen in de marge bij een
prachtige, maar wel erg dure publikatie. Alles ervan
is keurig verzorgd. Diverse illustraties zijn vast voor
velen onbekend. Op beide delen van het boek zijn
indices aanwezig, ook drie eenvoudige kaarten.
Ruim acht bladzijden zijn besteed aan literatuur
over de voc zelf en aan publikaties over voc-ar-
chiefbestanddelen, met inbegrip van de cartogra
fie. Toch komt tot slot nog één vraag bij me boven:
is bij de voorbereiding van deze uitgave niet over
wogen om ook enkele andere kleine, nauw verwan
te of zelfs zuivere voc-collecties op te nemen? Ik
denk bijvoorbeeld aan de Voorcompagnieën en de
stukken in 1863 uit Batavia overgebracht, waaron
der die van de boekhouder-generaal in Batavia. Nu
zijn die alleen in getypte inventarissen terug te vin
den. Bij een boek van 555 bladzijden hadden die er
toch ook wel bij gekund.
J.R. Bruijn, Rijksuniversiteit te Leiden
[80]
j aargang 97 nummer 2 j un 1199 3
s.A.c. dudok van heel - Rembrandt, de archieven en de archivaris 82
f. talstra - De Raad van Beroep, de Sociale Verzekeringswetgeving en het Ambtenarengerecht 92
f.c.j. ketelaar-Een baken van goede hoop 106
C.G.M. NOORDAM - De Gemeentelijke Basisadministratie van Persoonsgegevens (gba) i i 8
véronique laureys - Vooreen geïntegreerde archivistiek: de bewaar- en vernietigingslijst 136
Verenigingsnieuws 145