Een baken van goede hoop Het archiefwezen in Zuid-Afrika F.C.J. Ketelaar ...De voorzitter en de sprekers van het internationale symposium 'Archives and users in changing societies', 12 augustus 1992 te Pretoria: v.l.n.r. M.F. Mbewe, mw A. Louw, S. Njovana, Maryna Fraser, voorzitter, prof dr F. C.J. Ketelaar, mw T. MasisiLekaukau, V. Harris, mwB. Conradie. Uit: s.a. Argiefblad/s.A. Archives Journal 34 (1992) 3 Op voorstel van dr J. H. Snyman, Directeur van de Staatsargief- en Heral- diekdienste en op uitnodiging van het Departement van Nasionale Opvoe ding bezocht de algemene rijksarchivaris, prof dr F. C.J. Ketelaar, van 27 juli tot 22 augustus 1992 de Republiek Zuid-Afrika. Na vooroverleg met hem en met de Zuidafrikaanse ambassade in Nederland was een uitgebreid pro gramma opgesteld voor drie weken vol bezoeken, gesprekken en voordrach ten.' Het werkbezoek werd onderbroken voor een week vakantie volgens eigen programma. De intensieve reis langs tientallen personen en instellingen heeft een verslag opgeleverd dat een helder, kritisch en omvattend beeld geeft van de stand van zaken in het Zuidafrikaanse archiefwezen. [106 Inleiding Diversiteit In een periode van vier weken heb ik enige duizen den kilometers afgelegd - meestal per vliegtuig: van Johannesburg en Pretoria naar de Kaap, terug naar Transvaal en vandaar naar de Nationale Kruger- wildtuin. Voorafgaande aan een verblijf in Bloem fontein, de hoofdstad van de Oranje-Vrijstaat ben ik ook - maar helaas erg kort - in Natal (Durban, Pietermaritzburg) geweest. Alles was tot in de puntjes georganiseerd door het Departement van Nasionale Opvoeding. Grote dank ben ik verschuldigd aan de Minister van Nasionale Opvoeding en zijn ambtenaren, vooral aan de heer J.J.H. Booysen, Hoofdirekteur van Kuituur en Vakkundige Hulpdienste, aan collega Snyman - hoewel per 1 april 1992 met pensioen ge gaan, zeer betrokken bij mijn bezoek - en zijn op volger dr J.H. Cilliers, Direkteur Staatsargief- en Heraldiekdienste en aan de vele andere medewer kers van het Departement die letterlijk op elk ge wenst moment voor me klaarstonden. Aller grondige organisatie maar zeker ook hun bereidheid waar nodig het programma aan te pas sen, hebben eraan bijgedragen dat het werkbezoek als niet alleen zeer effectief, maar ook zeer attractief kon worden ervaren. Tijdens mijn werkbezoek van drie weken heb ik met ruim 50 personen gesprekken gevoerd. Ik heb negen universiteiten en een dertigtal archief-, mu seum- en bibliotheekinstellingen bezocht. De daar bij verworven kennis werd aangevuld door vier we ken Zuidafrikaanse televisie en kranten (Zuid-Afri ka beleefde in die weken de 'mass actions' én de rugbywedstrijden tegen Australië en Nieuw-Zee- land), door literatuur en door vele ontmoetingen met mensen in winkels, in restaurants of gewoon 'op straat'. Dat alles leidde tot onuitwisbare indruk ken, tot een (mijn) 'beeld' van Zuid-Afrika - land, samenleving, natuur, cultuur, economie en poli tiek. Ik wil me echter in dit verslag in hoofdzaak richten op het archiefwezen. Centraal stond de vraag: hoe is de stand van het Zuidafrikaanse archiefwezen. En zoals men het Nederlandse archiefwezen niet leert kennen door alleen de rijksarchieven te bezoeken, zo ging mijn belangstelling in Zuid-Afrika mede uit naar ar chiefinstellingen buiten de Staatsargiefdiens. Daar bij ging het mij in het bijzonder om de zorg voor ar chieven gevormd door (en voor) de niet-blanke: personen en organisaties. In dat kader was van grote betekenis het interna tionale symposium (Pretoria 12 augustus) 'Archi ves and users in changing societies' georganiseerd door de South African Society of Archivists en de Association for Archivists and Manuscript Libra rians. Dit symposium verenigde, voor het eerst in de geschiedenis van het Zuidafrikaanse archiefwe zen, de nationale archivarissen van Botswana, Na mibia, Zambia en Zimbabwe met blanke en niet- blanke Zuidafrikaanse archivarissen. Ik mocht er het keynote address 'Archives of the people, by the people, for the people' geven. De volgende dag nam ik te Pretoria deel aan de jaarlijkse conferentie van hoofden van staatsar chiefdepots en -afdelingen (kohba), waar ik een lezing hield over het selectievraagstuk 'Kiezen en Keuren'. Behalve deze twee lezingen heb ik nog zes andere voordrachten gehouden (drie in het Engels, drie in het Nederlands). In Pretoria, Kaapstad, Pieterma ritzburg en Bloemfontein sprak ik de medewerkers van de Staatsargiefdiens (in Kaapstad en Bloemfon tein uitgebreid met niet-staatsarchivarissen, leden van de Vereniging van Argivarisse en universitaire medewerkers) toe. In Johannesburg hield ik een voordracht voor leden van de Vereniging vir Argi varisse en Manuskrip Bibliotekarisse (Association for Archivists and Manuscript Librarians). In Pre toria sprak ik tot de staf van de Universiteit van Suid-Afrika (inisa) en leden van de Vereniging van Argivarisse. Voor gesprekken over de beoefening van het Rooms-Hollandse recht en de samenwerking op dit gebied met het Algemeen Rijksarchief en de Stich ting tot uitgaaf der bronnen van het oud-vaderland se recht (waarvan ik voorzitter ben) bezocht ik de universiteiten van Pretoria, Kaapstad, Wes-Kaap- [107]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 14