The Council of Appeal, the Social
Insurance Legislation and the Civil
Service Tribunal. A historical survey upto
1956. In the Netherlands legislation on social
insurance and appeal is a product of the 20th cen
tury. The first law in the area of social insurance
dates from 1901and this law also included a stipu
lation on appeals. Thus the two have been closely
connected from the beginning. In the course of
the century legislation of this kind has become
increasingly complex.
ingevolge kb van 26 januari 1933 (Stb. 32) per
1 maart 1933 in werking; vanaf die datum konden
de Ambtenarengerechten geïnstalleerd worden.
Bij laatstgenoemd kb trad ook de Militaire
Ambtenarenwet 1931 per 1 maart 1933 inwerking.
In eerste aanleg oordeeld alleen het Ambtenarenge
recht te Den Haag over militaire ambtenarenzaken.
Dat gerecht werd daartoe aangevuld met militaire
leden, benoemd door de minister van Oorlog en
van Marine, later de minister van Defensie.
De Ambtenarengerechten oordeelden in eerste
aanleg over besluiten door een administratief or
gaan genomen ten aanzien van ambtenaren. De
Centrale Raad van Beroep oordeelde in hoger be
roep over uitspraken van ambtenarengerechten en
over besluiten ingevolge de Ambtenarenwet, en in
eerste en enige aanleg (tot 1984) over besluiten in
administratief beroep genomen.
Het Ambtenarengerecht kreeg vanaf 1 maart 1933
dezelfde gebiedsindeling en dezelfde zittingsplaats
als de Raden van Beroep. Bepaald werd dat de mi
nister van Justitie voor bijvoorbeeld het Ambtena
rengerecht te Groningen zou benoemen: acht leden
uit de omgeving van Groningen, zes uit de omge
ving van Leeuwarden en zes uit de omgeving van
Assen.
5
De Distributiegerechten
Mede in verband met de oorlogssituatie in 1914-
1918 en de Distributiewet 1916, kwam de Wet 'tot
instelling eener bijzondere rechtspraak in distribu
tie- en andere crisiszaken' tot stand, gedateerd 26 ju
li 1918 (Stb. 494). Hierbij werden Distributiege
rechten, bijzondere gerechten van eerste aanleg, in
gesteld, waarbij de Beroepswet werd gewijzigd. De
Centrale Raad van Beroep ging als Centraal Distri
butiegerecht van hoogste aanleg functioneren. Bij
kb van 21 oktober 1918 (Stb. 572), gewijzigd bij kb
van 5 februari 1919 (Stb. 34), werd een reglement
vastgesteld voor distributie- en andere crisiszaken,
waarbij de rechtsgebieden werden vastgesteld voor
negen Distributiegerechten. Deze bijzondere ge
rechten waren gevestigd in de provinciehoofdste
den Arnhem, Utrecht, Den Haag, Middelburg,
Den Bosch en Maastricht voor de desbetreffende
provincies, in Amsterdam voor de provincie Noord-
Holland, in Zwolle voor de provincies Drenthe en
Overijssel en in Groningen voor de provincies Gro
ningen en Friesland. Bij kb van 12 december 1918
(Stb. 799) trad dit reglement samen met de genoem
de wet betreffende de rechtspraak per 16 december
1918 inwerking.
De distributierechters, de leden en hun plaats
vervangers (allen 'rechts- geleerden') van een Dis
tributiegerecht werden benoemd door de Kroon,
waarbij de Centrale Raad van Beroep de uitvoering
en beëdiging verzorgde. De Raad van een Distribu
tiegerecht hield zitting met één lid en één distribu
tierechter, bijgestaan door een griffier; eventueel
was er een plaatsvervanger voor één van hen. De
griffies van deze bijzondere gerechten waren nauw
met die van de Raden van Beroep verbonden. In
1929 werden deze gerechten opgeheven.
6
Archieven en literatuur
Het archief van de Rijksverzekeringsbank is overge
gaan naar zijn rechtsopvolger, de Sociale Verzeke
ringsbank. Alleen het archief van de Financieele
Commissie wordt bewaard in het Algemeen Rijks
archief.2
De archieven van de Raden van Arbeid zijn na de
opheffing in 1988, voor zover bekend, overgegaan
naar de diverse districten van de svb.
Ingaande 1 juli 1992 werden de Raden van Beroep
en de Ambtenarengerechten opgeheven en hun ta
ken overgenomen door de Arrondissementsrecht
banken. Dientengevolge wordt in den lande ge
werkt aan selectie en schoning van deze archieven
om ze vervolgens over te dragen aan de rijksarchie
ven.
Voor een deel waren archieven van opgeheven
Raden van Beroep al overgebracht naar de rijksar
chieven. Het Rijksarchief in Groningen bewaart de
archieven van de Raad van Beroep en het Ambtena
rengerecht tot en met 1939. De archieven van de
Raden van Beroep van Leeuwarden en Hoogeveen
vóór 1917 worden respectievelijk in de rijksarchie
ven in Friesland en Drenthe bewaard.
[104]
Wat de literatuur betreft is gebruik gemaakt van
een recent overzicht, namelijk W. Faber, 90 Jaren in
beroep. Geschiedenis van de raden van beroep en de
ambtenarengerechten (Zwolle, 1992). Verder heb ik
gebruikt Het administratieve procesrecht volgens de
Beroepswet van de hand van J. Schoonenberg en
H.D. Vleesch Dubois (Amsterdam, 1957). Recen
ter is de bewerking van E. P. de Jong (Lelystad,
1984). De inhoud van beide boeken is meer juri
disch dan institutioneel van aard. Nuttige informa
tie verstrekte ook de jubileumuitgave <5y Jaren socia
le verzekeringin Nederland 1901-1966.
De overige gegevens kwamen uit de wetgeving
terzake sociale verzekering en beroep.
7
Onderzoekswaarde
Het spreekt voor zich dat de ontwikkeling van de
uitvoering van de sociale verzekering in Nederland
terug te vinden is in de archieven van de Raden van
Beroep. Hetzelfde geldt voor de rechtspositie van
de ambtenaren in het archief van het Ambtenaren
gerecht. Aangezien het rechterlijke instanties zijn,
vormen de archieven de neerslag van uitspraken in
individuele gevallen. Daarom zijn ze in de eerste
plaats van waarde voor onderzoek naar afzonderlij
ke personen.
Ten tweede moet het echter mogelijk zijn aan de
hand van de jurisprudentie de ontwikkeling van
het recht in de praktijk te volgen. Daarmee zijn de
archivalia niet alleen van rechtshistorische, maar
ook van sociaal-historische betekenis.
Summary
Moten
i DeauteurdanktdrsJ. Stienstravan
het Rijksarchief in Groningen voor
zijn medewerkingen advies bij de
samenstelling van deze studie, dr
P. Brood voor de bewerking van het
oorspronkelijke manuscript tot een
artikel en de collega's van de rijksar
chieven voor de verstrekte informa
tie.
2 J. Hazemeijer, Inventaris van het
archief van de Commissie bedoeld in
artikel 18 sub 7 der wet op de Rijks-
verzekerings-bank van 1920, ook wel
de Financieele Commissie genoemd.
ry2/-/p2^('s-Gravenhage, 1985).
[105]