De discussie Tijdens de discussie werd een aantal van de hierboven genoemde aspecten nader behandeld. Databases zijn geen archiefstukken, bepaalde uitdraaien daarvan kunnen dat wel zijn. Wanneer echter slechts uitdraaien bewaard blijven, wordt de mogelijkheid te niet gedaan om zo'n bestand van uit verschillende gezichtspunten te benaderen - een mogelijkheid die de archiefvormer wel heeft gehad. Functionaliteit gaat verloren. Een technisch probleem voor het raadpleegbaar houden van mlg's is de voortdurende en snelle veroudering van de hardware. Een archivaris kan er niet een heel machinepark op na te houden. Standaardisatie bij mlg's moet mogelijkzijn. Stellingen Stelling 1 MLC's vallen onder de archiefwet De archivarissen dienen stelling te nemen tegen pogingen om verantwoordelijkheden te ontlopen door de werking van de Archiefwet in te perken. Alle bescheiden die door over heidsorganen zijn ontvangen of opgemaakt bij de uitoefening van de opgedragen taak, worden betroffen door de Archiefwet, ook al zijn ze op termijn vernietigbaar. Ook de rol die bescheiden spelen binnen de administratie is van geen enkel belang voor de vraag of de wet van toepassing is. Elke MLG dat wordt opgebouwd en onderhouden ten behoeve van één of meer functies binnen het overheidsapparaat valt derhalve onder de Archiefwet, hetgeen niet betekent dat het in aanmerking komt voor blijvende bewaring. Stelling 2 Zijn de archiefdiensten al niet te laat? De huidige stand van zaken is weinig hoopgevend: momenteel worden systemen gereali seerd met gegevens die zondertwijfel voorblijvende bewaring in aanmerking komen. Het bekendste voorbeeld is het GBA project. Voor zover ons bekend is, bevat het systeem uitge breide faciliteiten ten behoeve van de betrouwbaarheid, maar wordt bij de systeemont wikkeling op geen enkele wijze rekening gehouden mettoekomstige overbrenging. Stelling 3 Is een samenwerking tussen diensten en instellingen en een archiefdienst wel mogelijk? Moet je er als archiefdienst wel aan beginnen? Als we kijken naar het toezicht op het beheer van de traditionele 'papieren' archieven, dan is er geen reden tot uitbundigheid. De ervaring met deze materie leidt niet vanzelfspre kend tot de opvatting dat het toezicht op het beheer van informatie op elektronische dra gers zoveel beter zal zijn. De complexiteit zal een intensievere bemoeienis vragen met de administratie. Samenwerking is derhalve geboden en van de beroepsgroep mag worden verwacht dat men zich tot samenwerking verplicht voelt. Toch moet worden vastgesteld dat er tegenstrijdige belangen zijn. Zo zullen administraties niet als vanzelfsprekend voor zieningen willen treffen ten einde toekomstige overbrenging mogelijk te maken. Verant woordelijkheden moeten echter duidelijk zijn en uitvoering moet gecontroleerd kunnen worden. Tegelijkertijd merken we op dat de huidige hang naar decentralisatie en deregu lering niet het juiste klimaat schept om tot resultaten te komen. [48] Archiefwet, administratie en informatiebeheer De heer J. van Eek van het Kadaster in Apeldoorn gaf uitleg van het gebruik en het doel van de bestan den bij het Kadaster. Het Kadaster is een Openbaar Register. De wettelijke levering van onroerend goed vindt plaats op grond van overschrijving van de notariële akte in de openbare registers bij het Ka daster. In de registratie van het kadaster zijn opge nomen circa 6,5 miljoen percelen en 3,5 miljoen zakelijk gerechtigden, in welk bestand 2 miljoen mutaties worden verricht en waaruit ruim 2 mil joen informaties worden verstrekt. De gegevensbe standen vallen uiteen in het beschrijvend deel (Openbare registers en kadastrale registratie) en het kartografisch deel (de kadastrale kaart en de veld werken). Uit alle stukken en bescheiden waarover het ka daster beschikt, wordt informatie verstrekt. De ge gevens, vervallen ten gevolge van dagelijks in de kadastrale registratie aan te brengen mutaties, wor den op een micro-fiche systeem weggeschreven. Dit systeem is op diverse criteria snel raadpleeg baar. Via dit systeem wordt een relatie gelegd met de destijds handmatig gehouden registratie. Dit geeft de mogelijkheid om zaken vanuit het heden naar het verleden en andersom te reconstrueren. De gegevens worden uit beveiligingsoverweging gescheiden van elkaar opgeslagen en bewaard. Het kadaster is in 1977 door het ministerie van CRM vrijgesteld van overbrenging op grond van ar tikel 20 van het Archiefbesluit, omdat alle stukken, de oude situatie en de actuele situatie één onlosma kelijk geheel vormen ten behoeve van diverse on derzoeken en reconstructie. Door crm is daarbij de voorwaarde gesteld dat iedere onderzoeker met een aanbeveling van een rijksarchivaris kosteloos onderzoek kan doen. Beschikbaarstelling De heer R. de Vries van het Steinmetzarchief gaf tij dens zijn lezing volop gelegenheid tot het stellen van vragen. Een aantal vragen had betrekking op de acquisitie en het beheer van gegevensbestanden. Een van de grote problemen is dat bestanden ver bonden zijn aan een bepaald programma. Zo noem de een van de vragenstellers als voorbeeld de bestan den van het parlementair rekencentrum, die alleen toegankelijk zijn via het dure programma Stairs. Een ander voorbeeld dat genoemd werd, is de vast goedinformatie. Op het Steinmetzarchief wordt dit opgelost door alle aangeleverde bestanden, veelal opgezet met behulp van een rekenpakket, om te zet ten naar een bepaalde tussenvorm die niet program ma- of apparatuurgebonden is, waardoor de techni sche problemen rond het beheer afnemen. Bij rela tionele databases, veel voorkomend bij de overheid, is dit echter moeilijk, omdat bepaalde verbanden verloren kunnen gaan. Vanuit de zaal werd opge merkt dat ook voor databases een programma van eisen kan worden opgesteld. Door het Steinmetzar chief worden eisen gesteld aan de wijze waarop ma teriaal wordt aangeleverd. Zo moeten de gegevens worden voorzien van goede documentatie, zodat men ook later nog weet wat de betekenis van het materiaal is, maar de eisen zijn ook technisch van aard. Zo werden ponskaarten geweigerd, omdat ze niet meer verwerkt kunnen worden. Overdracht van gegevens vindt plaats op basis van vrijwilligheid en niet op basis van een verplichting. Overigens is de bereidheid van onderzoekers om gegevens af te staan vrij groot. De heer de Vries meende dat het wenselijk zou zijn ten behoeve van het archiefwezen een technisch expertisecentrum in het leven te roe pen om problemen met ponsbanden, beschadigde magneetbanden en dergelijke op te lossen. Bij de beschikbaarstelling is het van belang dat de gegevens losgekoppeld worden van personen. Dit houdt onder andere verband met de Wet op de per soonsregistratie. Veelal is dit al door de leverancier gedaan, anders geschiedt dit door het Steinmetzar chief. Op een vraag uit de zaal of dit voor het ar chiefwezen ook mogelijk is, werd door collega's ontkennend geantwoord, niet alleen vanwege de kosten, maar vooral omdat het bij archiefmateriaal om primaire bronnen gaat. Het Steinmetzarchief converteert de gegevens naar de door de klant ge wenste vorm, zodat deze het materiaal thuis of op het eigen onderzoeksinstituut verder kan verwer ken. Een enkele maal zijn er bij de overdracht van het materiaal, als het Steinmetzarchief eigenaar wordt, eisen gesteld voor wat betreft de openbaar- [49]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 25