Het gemeentelijke informatiebeleid (denk hier bij dus aan automatisering) werd voor de reorgani saties centraal opgesteld en vorm gegeven. De de centralisatie naar stadsdelen en een grotere zelf standigheid van de diensten en bedrijven leidden tot een aanpassing van het informatiebeleid. Het totale aantal mlg bestanden binnen de ge meente Amsterdam is niet bekend. Er zijn ten aan zien van mlg op het terrein van de hardware drie lagen te onderscheiden: de boven-, midden- en on derlaag. Bovenlaag Mainframe (gcei). Met behulp van de mainframe van het gemeentelijke rekencen trum worden grote hoeveelheden gegevens in op dracht van de gemeentelijke diensten en bedrijven bewaard en bewerkt. Middenlaag Mini-computers. Over het alge meen is de capaciteit kleiner dan die van de main frame. Zij zijn vooral in gebruik bij stadsdelen, diensten en bedrijven ten behoeve van de uitvoe ring van werkprocessen. De diensten en bedrijven zijn hier, in tegenstelling tot de bovenlaag zelf ver antwoordelijkvoor het technisch beheer. Onderlaag Micro-computer of Personal Com puter. Binnen de gemeentelijke organisatie-onder delen neemt het gebruik van personal computers, hetzij als stand-alone, hetzij opgenomen in lokale netwerken toe. Het aantal pc's binnen de gemeente Amsterdam is niet bekend. De beveiliging van bestanden werd als apart aspect genoemd. Voor de bescherming van de bovenlaag, dus de grote informatiesystemen die door het ge meentelijke rekencentrum worden beheerd, gelden speciale beveiligingsplannen ten aanzien van het beheer. Dit houdt in dat er een duidelijke functie scheiding moet zijn tussen beschikken, bewaren, registreren en controleren. Uiteraard is voor deze informatiesystemen de bescherming van groot be lang, omdat uitval financiële consequenties heeft. De bescherming van de middenlaag is moeilij ker, omdat in organisaties waar minicomputers worden gebruikt vanwege de omvang van de or ganisatie vaak een gebrek aan functiescheiding bestaat. Ook is fysieke beveiliging niet vanzelfspre kend aanwezig; vaak is er zelfs geen aparte compu terruimte. MLC's bij de diensten en bedrijven (in Amsterdam) Bovenlaag: Mainframe (GCEI): RRP systeem Registratie Rijdend Personeel van hetGVB VIS systeem Verbruikers Informatiesysteem van hetGEB. OP systeem Overdracht Personen GSD GKS systeem Gemeentelijk kadastraal sys teem van Gemeente Kadaster LAS systeem Leerlingen Administratie Systeem, afdeling Onderwijs GISPsysteem Gemeentelijke Informatie systeem Salarissen en Personeel Bevolkingssysteem Bevolkingsregister GDH systeem woningensysteem van de Gemeentelijke Dienst Herhuis vesting. Middenlaag: Mini-computers: Diensten en bedrijven GEPS systeem OGB systeem GG&GD Grond Exploitatie en Prijsberekenings Systeem OGB, Gemeentelijke Belastingen Onderlaag: Micro-computers of Personal computer Onbekend De bescherming van de onderlaag is het meest pro blematisch, omdat bij de pc's vaak geen sprake is van een professionele automatiseringsomgeving. De gebruiker is soms systeembeheerder en pro grammeur. Zolang de pc gebruikt wordt als een soort kladblok, hoeven we ons niet druk te maken over het beschermingsniveau. Maar met de aan sluitingvan de pc's op netwerken, waarbij sprake is van gegevensverkeer, brengt het gebruik van pc's nogal wat risico met zich mee. Het documenten- verkeer zoals electronic mail' onttrekt zich aan be staande procedures. Ook in fysiek opzicht is de be veiliging gering. Het lijnmanagement heeft in het algemeen weinig aandacht voor informatiebeveili ging- Binnen de gemeente Amsterdam houdt de Ac countantsdienst toezicht op het beveiligingsni veau. De Accountantsdienst is ook de uitvoerende arm van de Registratiecommissie, de commissie [46] die toezicht houdt op de uitvoering van de ge meentelijke verordening 'persoonsregistraties'. Deze dienst streeft ernaar om in principe ten minste een keer per jaar van ieder gemeentelijk or ganisatie-onderdeel een rapport 'Beoordeling in formatiebeveiliging' uit te brengen. Een dergelijk rapport bevat naast de geconstateerde leemtes ook adviezen en handreikingen met betrekking tot het opheffen van geconstateerde tekortkomingen. De Rekeningencommissie heeft in haar generale rapport uit 1991 haar bezorgdheid uitgesproken over de mogelijkheid van het teloorgaan van mlg's die van historisch en culturele waarde zouden kun nen zijn. De Gemeentelijke Archiefdienst diende een beleidslijn te ontwikkelen om dit probleem op te lossen. Bij het uitoefenen van het tegenwoordige toezicht op het beheer zijn er drie scenario's die als uit gangspunt kunnen dienen voor de beleidskeuze: 1 Laissez faire-scenario. Men bemoeit zich hele maal niet met de administratie. Men wacht de komst van de archieven af en accepteert deze zon der enig criterium. Of men wil de archieven niet hebben en negeert verder de dienst. 2 Product-scenario. Dit scenario gaat er vanuit dat de archivaris niet de pretentie moet hebben om zich met de administratieve processen te bemoeien. Het is de organisatie zelf die hiervoor verantwoordelijk is en zij richt naar eigen oordeel haar administratie in. De archivaris moet ervoor zorgen dat de rele vante bescheiden bewaard blijven. Voor die be scheiden waarvan is vastgesteld dat ze voor perma nente bewaring in aanmerking komen, worden af spraken gemaakt hoe deze overgedragen worden. 3 Proces-scenario. Het proces-scenario gaat er vanuit dat de archivaris zich bemoeit met de admi nistratieve processen. Hij denkt mee over de wijze waarop binnen de organisaties de administratie ge stalte krijgt. De veronderstelling daarbij is: als de archivaris invloed uitoefent op de administratieve processen, dan zorgt hij ervoor dat de resultaten aan zijn criteria voldoen. Boomgaard vond het laissez faire-scenario uit den boze. De keuze voor een product-scenario of een proces-scenario hangt sterk af van het type archief of het type dienst waarmee we te maken hebben. Het product-scenario zou mogelijk zijn als het gaat om informatiesystemen. Te denken valt aan de in formatiesystemen van de boven- en middenlaag. Het betreft hier duidelijk afgebakende systemen ten behoeve van routinematige werkprocessen, die met tal van procedurele regels zijn beveiligd en af geschermd. Je zou afspraken kunnen maken over vernietiging of over bepaalde vormen van over dracht: bijvoorbeeld op microfiche of beeldplaat. Het proces-scenario voor toezicht op het beheer is naar zijn mening de meest geschikte vorm. Wil je als toezichthouder op het beheer van archieven greep krijgen, dan moet je ook de administratie in duiken en dus betrokken raken bij de vorming van de mlg's, omdat in het stadium van de ontwikke ling al beslissingen moeten worden genomen die van belang zijn voor de volgende fasen in de le venscyclus van archieven: vernietiging, selectie, overdracht. Bij veel organisaties is echter het informatiebe heer gedecentraliseerd en zijn verschillende perso nen verantwoordelijk. Daarnaast moeten voor het geautomatiseerde gegevensbeheer verschillende personen worden aangesproken: de intellectuele opdrachtgevers en de technici. Er zal dus zendingswerk moeten worden ver richt. Maar er kan begonnen worden door samen te werken met organisaties die reeds toezicht uitoe fenen op mlg's. In Amsterdam zijn dat bijvoor beeld de Accountantsdienst en de Registratiecom missie. Daarnaast moeten binnen de organisatie de diverse verantwoordelijke personen worden aange sproken. Archiefwet en gemeentelijke verordenin gen bieden vooralsnog voldoende houvast voor na dere uitwerking. De inspecteur die namens de gemeentearchivaris toezicht houdt op het beheer, zal zijn of haar werk methoden zeker moeten aanpassen. Onveranderd echter blijft de essentie van zijn of haar taak, namelijk het toezicht op het beheer, het geen betekent dat bij de administratie, de archief bescheiden, ongeacht hun vorm, hetzij op een ver antwoorde wijze worden vernietigd, hetzij op een verantwoorde wijze worden geselecteerd om open baarheid en raadpleegbaarheid van het overheids handelen voor de toekomst te waarborgen. [47]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 24