Machineleesbare gegevensbestanden Verslag van een studiedag1 onder redaktie van R.S. Jonker Machine Leesbare Gegevensbestanden, misschien beter bekend onder de afkorting mlg's, zijn zeker sinds het verschijnen van het rapport van de Rekenkamer in 19912 een begrip dat niet meer weg te denken is uit de belevingswereld van archivarissen. Vanuit het bestuur van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland (kvan en van de kant van de Rijksarchiefdienst (rad) zijn het afgelopen jaar rappor ten verschenen over dit onderwerp.'1 Zodra over mlg's gesproken wordt, komen er ook vragen naar boven: wat zijn mlg's, zijn mlg's ar chiefbescheiden, wat voor gevolgen kunnen mlg's hebben voor ar chieven, archiefdiensten, inspectie, acquisitie, overdracht, selectie en vernietiging, beheer, ontsluiting, conservering en het beschikbaarstel len? Niet zozeer om sluitende antwoorden te geven op zulke vragen, maar meer om aan te geven dat mlg's een andere verschijningsvorm zijn van gegevens met wellicht verstrekkende gevolgen voor het ar chiefwezen, heeft de Koninklijke van op 18 november 1992 in Amers foort een studiedag over dit onderwerp georganiseerd. R.S. Jonker zorgde voor de schriftelijke neerslag daarvan. Drs H. Ouwerkerk, burgemeester van Groningen, introduceerde de thematiek van de studiedag met de volgende inleiding. 'Het is riskant om in gezelschap van archivarissen voorspellingen te doen. Alles wat je zegt kan later tegen je worden gebruikt. Ik ga er namelijk van uit, dat een schriftelijke neerslag van mijn verhaal zal worden toegevoegd aan het archief van deze Ko ninklijke vereniging. Maar bovendien beheert de beroepsgroep van archivarissen de bronnen waar uit de werkelijke loop der dingen kan worden afge leid. Wat ligt meer voor de hand om dit verhaal over een aantal jaren te vergelijken met deze bronnen, waarna feilloos kan worden vastgesteld dat de Bur gemeester van Groningen zich in het jaar 1992 aan lichtzinnige fantasieën heeft schuldig gemaakt? Het onderwerp van vandaag dwingt mij een blik in de toekomst te werpen. Het past een vereniging die net een 100-jarig jubileum achter de rug heeft - dat u onder andere bij ons in Groningen heeft ge vierd -, de ontwikkelingen in de komende honderd jaar of in elk geval het eerste decennium daarvan onder ogen te zien. Bij 'Machineleesbare gegevensbestanden' lijkt een actuele problematiek nog te ontbreken. Er is sprake van grote achterstand op het gebied van overbrenging van archieven, hier en daar zelfs zo ernstig dat er in 1980 een gespecialiseerde dienst in Winschoten is opgericht om deze achterstanden in te lopen. Overigens staat het voortbestaan van deze Centrale Archiefselectiedienst nu weer ter discus sie. De aantasting van met name het negentiende- eeuwse papier is zo ver voortgeschreden dat wvc er [40] Drs H. Ouwerkerk, burgemeester van Gronin gen. Foto: Bureau van in- en externe betrekkingen Gemeente Groningen een speciaal 'Deltaplan' voor heeft. De vraag wat bewaard moet worden uit de overvloed van papier die door de overheid wordt geproduceerd, blijft ac tueel. Voor archiefgebruikers wordt er al gauw te veel vernietigd, voor de archivaris die tot taak heeft overzicht te scheppen, mag het nog wel eens een onsje meer zijn. Het zoeken naar een criterium dat een voor iedereen bevredigende selectie mogelijk maakt, staat gelijk aan het zoeken naar de Steen der Wijzen. De mlg's missen een dergelijke actuele dyna miek. Toch vermoed ik - dat durf ik wel te voor spellen - dat de problematiek die verbonden is aan het bewaren van computergegevens voor herge bruik, in complexiteit en maatschappelijk rele vantie niet onderdoet voor de eerder genoemde vraagstukken. Voor deze voorspelling bevind ik mij gelukkig in goed gezelschap. De Algemene Re kenkamer heeft een jaar geleden een rapport over het beheer en de bewaring van mlg's bij de rijks overheid uitgebracht. Twee dingen vielen mij bij het doornemen van dit rapport op: Het is voor de Rekenkamer een uitgemaakte zaak dat onder talloze mlg's die op dit moment bij het Rijk kunnen worden aangetroffen, er vele zijn die een blijvende bewaring verdienen. In die opvatting stond de Rekenkamer blijkbaar alleen, want er werden binnen de administratie nergens toegesneden en samenhangende maatre gelen aangetroffen om de blijvende bewaring te verzekeren. Ik deel de mening van de Rekenkamer dat mlg's evenals de klassieke papieren archieven voor blij vende bewaring in aanmerking moeten kunnen komen. In beide gevallen gaat het om gegevens die een overheidsdienst voor het functioneren nodig heeft. Waarom is er dan geen bewaarbeleid door de Rekenkamer aangetroffen, hoewel het archiefwe zen wettelijk vastgelegde procedures voor vernieti ging kent, waarmee al sinds jaar en dag een bewaar beleid ontstaat? Ik neem u dat niet kwalijk; archief beheer en automatisering zijn nog dusdanig gescheiden werelden, dat een onafhankelijk van el kaar optrekken onvermijdelijk was. Daarmee kom ik op mijn tweede voorspelling: die kunstmatige scheiding gaat verdwijnen, maar u zult daarvoor wel de nodige moeite moeten doen. Om duidelijk te maken waarom ik het zinvol vind dat archivarissen zich met mlg's bezig houden, wil ik een poging doen de rol van de archivaris in het openbaar bestuur te schetsen. In Nederland be staat sinds 1918 wetgeving die betrekking heeft op archieven. Het begrip 'openbaarheid' heeft daarin steeds een belangrijke plaats gehad. De vorige Al gemeen Rijksarchivaris Ribberink heeft bij diverse gelegenheden benadrukt dat openbare archieven tot de voorwaarden voor het functioneren van een democratische rechtsstaat behoren. In een rechts staat dient de burger het gevoel te hebben dat hij niet aan willekeur is overgeleverd. Daarom zijn er in de grondwet een aantal basisprincipes als vrij heid van vereniging en vergadering en van druk- [41 1

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1993 | | pagina 21