'congresgebeuren' en de incrowd die eromheen
hangt. Daarmee blijk ik mijn motivatie op dit
punt ophet Bijscholingsformulier van de Provin
cie Noord-Brabant (voor de aanvraag van een bui
tenlandse reis moet een met redenen omkleed ver
zoek aan Gedeputeerde Staten worden gedaan)
niet ijdel te hebben beschreven. Over het 'belang
rijkste' argument: de bijscholing, de vakinhoude
lijke kennisvermeerdering, kom ik verderop nog te
spreken.
Vanuit het oogpunt van de sociale contacten
was de plaatsing van een groot dansfeest op de eer
ste openingsdag niet zo handig. Nog maar net ge
arriveerd koos een ieder een plaats met zijn eigen
land aan een van de grote tafels. Nederland kende
zijn plaats en koos een tafel in de uiterste hoek van
de zaal: niks te zien en niet gezien kunnen worden.
Onder de begeleidende klanken van de Royal Ca
nadian Mounted Police mocht het dansfestijn be
ginnen. De muziek zoals te doen gebruikelijk op
archiefbijeenkomsten een grootste gemene deler:
eigenlijk wat te snel voor de oudere garde en te
klassiek en te saai voor de jongeren. Deze bezadig
de bijeenkomst was voor velen aanleiding om al
vroeg te vertrekken, een galmende politieband
achterlatend. De vroege vertrekkers misten daar
door wel het spontane muzikale optreden van de
Canadese nationale archivaris Jean-Pierre Wallot.
Achter het drumstel gezeten het hij zien ook rit
misch veel in zijn mars te hebben.
Het congres
Het congres is allerminst alléén een congres. Het
bestaat uit verschillende onderdelen: het eigenlijke
congres, de diverse icA-activiteiten, de Agora, de
Salon, de Trade Show en verder allerlei nevenzaken
zoals het audiovisuele programma (met 34 films
waaronder de Nederlandse bijdragen Bewegend
beelden de nu toch wel zeer verouderde [of daar
door weer karakteristieke?] film Het archief) en het
Internationale Documentatiecentrum. Verstrooi
end waren de excursies en het partnerprogramma
en voor de onvermoeibaren had men nog diverse
internationale pre- en post-congress bijeenkom
sten georganiseerd. Hierna komen eerst de con
greszittingen aan de beurt, gevolgd door iCA-bij-
eenkomsten; geen volledig verslag, daarvoor ge
beurt er gewoonweg veel te veel. De complete inlei
dingen en commentaren zullen te zijner tijd in het
aan het archiefcongres gewijde nummer van Archi-
vum worden afgedrukt.
Opening
Tegen het einde van de middag werd op zondag
6 september het congres geopend. Het woord was
aan de officials: Jean-Pierre Wallot (archiviste na
tional en voorzitter van het organisatiecomité van
het congres) vroeg om commitment' van de deel
nemers om in de discussies de 'synergie' te ontwik
kelingen voor goede activiteiten voor de komende
vier jaar. Mevrouw Liza Frulla-Hébert, minister
van Cultuur van Quebec, haalde het 350-jarig be
staan van Montréal dit jaar aan en verbond dit aan
het motto je me souviens'-. zonder archieven geen
collectief verleden. Dit geldt volgens haar zeker
voor een provincie als Quebec, die bewoond wordt
door mensen van meer dan 100 verschillende na
tionaliteiten. Naar goede Franse traditie schetste
icA-voorzitter Jean Favier brede perspectieven.
Wij archivarissen zijn volgens hem niet van het
verleden, wij staan direct in het leven en moeten
trots zijn archivaris te zijn. Maar ook staan wij in
dienst van het onderzoek, een belangrijke thema in
de relatie tussen leven en beschaving. Tegelijk deed
hij een dramatisch oproep om collega's in de Derde
Wereld en Oost-Europa steun te bieden nu de we
reldkaart zich zo drastisch wijzigt; ook de ica zal
daarom veranderen. Mevrouw Hope Clement van
de 1F la (bibliotheken) deed een praktische oproep
om open te staan voor de technieken van andere
beroepsgroepen: archiefdiensten zijn sterk in res
tauratie en conservering, bibliotheken zijn goed in
automatisering. Gezamenlijk waren ze het er over
eens dat door middel van dit congres het beroep
van archivaris kan en moet worden vooruit ge
bracht: door gezamenlijk en internationaal te wer
ken moeten de problemen worden opgelost. Be
kende geluiden; over naar de inhoud.
De eerste echte congresdag werd gestart met een
smaakmaker. De keynote address aan het publiek
door Jean-Louis Roy van het Instituut voor Cul-
[222]
turele en Technische Samenwerking, bleek een
mooie opening met een beeldende tour d'horizon
door onze moderne maatschappij. Refererend aan
diverse breekpunten - van de reis naar de maan tot
de reis naar het binnenste van de mens - toonde hij
het immense belang van 'informatie' aan voor deze
eeuw. De impact van het informatietijdperk op het
leven van mensen en op de maatschappij is volgens
hem niet te onderschatten. Omdat de informatie
technologieën de hefboom van alle ontwikkelin
gen zijn geworden, bestaat er de 'opdracht' om alle
kennis en informatie te ordenen en te beheersen.
De nieuwe positiebepaling voor archivarissen die
hieruit voortvloeit, vraagt ook om vernieuwing van
archiefdiensten, uitgerust met de relevante techno
logische expertise.
Eerste plenaire zitting:
van baantje tot beroep
De eerste inhoudelijke zitting was introspectief
gericht: wie zijn wij archivarissen en wat zijn onze
krachten? Wij behoren een belangrijke rol in het
beslisproces als informatiespecialist te spelen.
Maar wat is dan onze identiteit en functie in het
informatietijdperk en in de ontwikkeling van het
vak?
Liv Mykland uit Noorwegen mocht het spits af
bijten met een lezing getiteld 'Van baantje tot be
roep'. In een vlammend betoog, riep zij allerlei
Skyline van Montréal met op de voorgrond twee ar
chivarissen met mountainbikes, in voorbereiding op
de beklimmingvan de Mont Royal
beelden over de archivaris en zijn werk op. Het ble
ven (noodzakelijkerwijs) algemeenheden en cli
chés: er lag nog nooit zo'n moeilijke taak met zo
veel archiefmateriaal en door de ontwikkeling van
nieuwe technologieën. Hebben wij archivarissen
daar wel de goede gereedschappen en methoden
voor? Wij staan in deze tijd voor een noodzakelijke
professionalisering van ons vak.
Zij was niet de enige die wees op het vasthouden
aan het wezenlijke belang van de interdependen
tie, de samenhang, van informatie die ook bij ar
chiefmateriaal op moderne media moet blijven be
staan. Maar ook vond zij ons eigenlijk te goed om
in de archieven werkzaam te zijn en wees tegelijk
op onze verantwoordelijkheid ten aanzien van ons
beeld bij het publiek: we moeten het licht over de
archieven laten schijnen en onze eigen beperkthe
den bestrijden: 'let us be inspired and hopeful'.
Het dreigde een evangelische boodschap te wor
den. Door het TV-kanon dat de hoofden van de
sprekers nog eens zeer groot projecteert op een
scherm voor de mensen achterin de zaal, raakte ik
het beeld van een Amerikaanse televisie-predikan
te niet meer kwijt.
Marcel van Campen uit België hield een lezing
over de afwijkende plaats van de bedrijfsarchivaris
[223]