I I mmmMmÊmmtm Het begrip informatie Vóór 1980, en algemeen spraakgebruik 1 Bibliotheek, documentatie 2 Archiefstukken in de zin van de Archiefwet 1962 3 Geen van beide (mondeling, overexemplaren, kopieën) Na 1988 in bestuursjargon 1 Bibliotheek, documentatie 2 Archiefstukken in de zin van de Archiefwet 1962 3 Geen van beide (mondeling, overexemplaren, kopieën) Volgens Omslag in opslag 1 Bibliotheek, documentatie 2 Archiefstukken in de zin van de Archiefwet 1962 3 Geen van beide (mondeling, overexemplaren, kopieën) Klassieke dragers Elektronische dragers Mondeling, telefonisch Klassieke dragers Elektronische dragers Mondeling, telefonisch \mWAf; f I i ■I Electronic mail '.„A' 0 f f Klassieke dragers Elektronische dragers Mondeling, telefonisch Wat onder het bestuurlijk begrip informatie valt, wordt weergegeven door arceringen; de vakjes staan voor afgebakende terreinen; waar deze ontbreken bestaat geen afbakening (meer). [136] inbreng geleverd door Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de gezamenlijke departementen. Het moet de volgende resultaten opleveren: a een beleidsvisie op doel en nut van documentair administratieve ondersteuning op de langere ter mijn in aanvulling op het ALSEC-beleid op de mid dellange termijn b beschrijving van de coördinerende rol van de minister van Binnenlandse Zaken op het gebied van het archiefbeheer c voorstellen tot herziening van de functiereeksen voor archiefpersoneel d duidelijke omschrijving van het begrip docu mentaire informatie en daar onder liggende be grippen voor zover deze het archiefbeheer betreffen e beproefde en geëvalueerde nieuwe werkmetho den voor het archiefbeheer f aangepaste regelgeving.' Wat hier onder 'project Archiefbeheer' valt is vrij wel hetzelfde als wat al in de geciteerde (twaalf) be leidsvoornemens had gestaan, en het is dus niet ver wonderlijk dat, zoals P.H.M. Waters in een artikel in Overheidsdocumentatie an juli/augustus 1991 (p. 227) stelt, 'het project Archiefbeheer beperkt blijft tot de visie neergelegd in Omslagin opslag. Vlak daarboven merkt Waters overigens op - in tegenstelling tot wat de minister tot tweemaal toe had gesteld (sub 5 en sub d) - dat het begrippenap paraat voor de informatievoorziening al in de Bios-nota is geleverd. Ik heb hierboven al aange toond dat dit begrippenapparaat alleen op de au tomatisering wordt toegepast, en zichzelf alleen via cirkelredeneringen definieert. In hetzelfde stuk deelt Waters tevens mee dat de nieuwe functie reeksen voor het personeel niet hebben geleid tot een hogere waardering, zodat aan de Rekenkamer hierin voorlopig geen verbetering kan worden toe gezegd. Dergelijke concrete mededelingen ontbre ken in Omslag in opslag zelf. Ik kan lezing van het artikel overigens aanbevelen aan wie niet in staat is om het pretentieuze proza van Omslagin opslagtot zich te laten doordringen. Het artikel is mijns in ziens een duidelijke samenvatting van een groot deel van Omslag in opslag. Alleen de paragraaf 'Af bakening taak Biza/wvc' is te summier; daarop kom ik hieronder terug. In het rapport van de Rekenkamer (p. 9) wordt verder nog de minister van Binnenlandse Zaken geciteerd, die van mening is dat de archiefvorming door de Rekenkamer te veel als doel op zich wordt gezien en niet in relatie tot de doelstelling en taken van de rijksoverheid zelve. De Rekenkamer vond dat ruimere kader interessant, maar vroeg dan toch naar concrete maatregelen. Natuurlijk is het bijzondere van archieven dat de vorming ervan geen doel op zich is van een over heid of particuliere instelling): de juridisch-admi- nistratieve waarde van archieven is juist het gevolg van het feit dat het slechts hulpmiddel is. Dat neemt echter niet weg dat archiefvorming voor het personeel dat ermee is belast wel degelijk de bestaansreden en het doel op zich is en dat er dan ook wel degelijk concrete oplossingen voor concrete problemen gegeven moeten worden, zo als ook de Rekenkamer opmerkt. De 'aangepaste regelgeving' duidt op het gevoe len dat het centralistische kb-asa niet te handha ven is. Hoewel uit alle rapportages en regelgeving èn uit de politieke uitspraken in de Tweede Kamer blijkt dat coördinatie noodzakelijk is, heeft men _dat bij Binnenlandse Zaken eenvoudig aan zijn laars gelapt; wij kunnen hierbij onderscheid ma ken tussen de taak van Biza als coördinator tussen de ministeries enerzijds en de taak van ondersteu nende afdelingen (alsec, cdi, bidoc, o&i of hoe ze maar mogen heten) binnen Biza zelf. Ik zou graag willen geloven dat de politiek wel roept om coördinatie, maar verzuimt om de finan ciële middelen te bieden en zich bij tijd en wijle ook in dereguleringsdogma's begeeft, waardoor zelfs een fatsoenlijke regelgeving belemmerd zou worden. Zelfs dit eventuele bezwaar vind ik echter niet in de door Biza geproduceerde stukken. Inte gendeel, men weigert blijkbaar om van de evident maximale politieke steun (moties. Rekenkamer) op enigerlei wijze profijt te trekken. De geciteerde regelgeving zou allerminst tot een laissez-faire moeten leiden en zelfs het Besluit informatievoor ziening uit 1990 verplicht nog wel tot een systema tische planning per ministerie. Ook een ministerie dat electronische post heeft ingevoerd, namelijk Buitenlandse Zaken, blijkt intern de moed op te brengen tot een gedeconcen- treerde, maar wel degelijk gecoördineerde plaat singvan ook klassieke informatiedragers'. [137]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 29