De nieuwe kleren van de keizer
A.J.M. den Teuling
op de hals haalt, begeeft zich op glad ijs. Dat besef
fen de auteurs maar al te goed. Daarom is het ver
velend dat men zichzelf ook constant een alibi voor
vrijblijvendheid verschaft: dit boek bevat 'dubbele
bodems' en op diverse plaatsen worden 'paradoxen'
ten tonele gevoerd. Of, concreter: 'Op korte ter
mijn biedt de visie geen soelaas' (p. 104) en 'Hoe al
die logische verzamelingen naar praktisch werkba
re informatievoorziening vertaald worden is van
later zorg' (p. 29). En het is haast zelfs ontwape
nend wat in het 'Voorwoord' wordt medegedeeld:
'Dit boek beschrijft de visie. Nieuw is die eigenlijk
niet, maar was blijkbaar her en der vergeten. Ook
door ons. Daarom zijn deze ideeën over noodzake
lijke omslag toch een beetje nieuw' (p. 5). Tsja...
als dit het antwoord is van het coördinerend minis
terie inzake de archivering en informatievoorzie
ning bij de rijksoverheid, dan houd ik mijn hart
vast. Het is, als in de jaren zestig, de verbeelding
aan de macht. We weten ondertussen allemaal wat
ervan dat visioen terecht is gekomen. Mogelijk be
doelt men het min of meer wel goed, het staat er
echter verkeerd en dat is bij de overheid meestal fu
nest.
Ten slotte: het is goed dat dit boek is verschenen
omdat het meehelpt aan het beter onder de aan
dacht brengen van het belang van informatievoor
ziening (en archieven) op beleids- cq bestuurlijk
niveau, het is niet goed dat dit boek is verschenen
omdat het een warrig, ongrijpbaar en onwerkbaar
'concept' naar voren schuift, waarbij het lijkt alsof
men, op basis van onjuiste uitgangspunten, kind
met badwater wenst te willen weggooien.
p.e. wisse, Integratie van electronischepost; een abc
voor strategen. Voorburg: Information Dynamics,
1991. isbn 90-72969-04-9.
p.e. wisse, e.a., Omslag in Opslag; Terugkeer naar
informatievoorziening. Den Haag: Ministerie van
Binnenlandse Zaken, 1991. isbn 90-5414-003-8,
/45--
Noten
1 Zoals het uitgebreid voorbereide
beeldplaatproject van de gemeente
Eindhoven, waar de elektronische
dossiers al binnen enkele weken
weer moesten worden verruild
voor de papieren dossiers (zie: Ver
slag van de provinciale archiefin
spectie in Noord-Brabant over 1990-
1991,4-6); eenzelfde soort project
op het hoofdkantoor van een grote
Nederlandse bierbrouwer werd
onlangs om dezelfde redenen snel
weer afgeblazen. Voor routinema
tige en voornamelijk enkelvoudige
stukken zijn dergelijke systemen
nu al wel geschikt.
[130]
In december 1991 publiceerde het ministerie van Binnenlandse Zaken,
naar aanleiding van een rapport van de Algemene Rekenkamer uit 1988,
onder de titel Omslag in opslag een beleidsvisie. Drs A.J.M. den Teuling
geeft een overzicht van wat daaraan is voorafgegaan op het gebied van dy
namische en niet-overgebrachte statische rijksarchieven, en levert kritiek
op het boek.
Het is een goed gebruik om slechte stukken te nege
ren; bij gebrek aan aandacht verdwijnen zij spon
taan in het ronde archief. Het rapport Omslag in op
slag, uitgegeven door het ministerie van Binnen
landse Zaken in 1991is sinds zijn verschijnen
echter door een publiciteitscampagne tot zodanige
mythische proporties opgeblazen, dat sommige col
lega's tot de veronderstelling zijn gekomen dat hier
toch wel een bijzonder diepzinnig ei gelegd is. Het
warhoofdige taalgebruik heeft dit aura nog in de
hand gewerkt: bladzijden achter elkaar korte, stac
cato-zinnetjes, die merendeels sofismen een onge
fundeerde en niet te funderen waarheden als koeien
bevatten, echter niets met het onderwerp hebben
uit te staan, en dus niet bijdragen aan de verbeterin
gen, om welke de Algemene Rekenkamer, de Twee
de Kamer en waarschijnlijk ook de Rijksarchief
dienst hebben gevraagd. Ik hoop in het vervolg aan
te tonen dat men voor het 1 iquideren van dit windei
geen voornaamgenoot van mij met een Uzi nodig
heeft, maar slechts een papieren knuppeltje.
Omslag in opslag is een slecht stuk; de inhoud
biedt uitsluitend een gebrek aan visie en probeert
dat gebrek als iets positiefs te verkopen. Dit zijn
zware beschuldigingen, en ik zal deze onderbou
wen door twee vragen te beantwoorden:
1 hoe heeft het zover kunnen komen? centraal en
decentraal, klassieke dragers en automatisering
2 wat zijn de consequenties van dit gebrek aan vi
sie?
[131]