land in een bepaald opzicht als problematisch. De
reden hiervoor is dat vele archieven die in de voor
malige koloniën zijn gevormd door het moeder
land, vaak vlak voor de onafhankelijkheid zijn
meegenomen. De Derde Wereldlanden zijn van
mening dat zij een moreel recht op deze archieven
hebben. Enwere zou het een mooie oplossing vin
den indien de microverfilming van deze archieven
door het moederland bekostigd zou worden.
Ook Michael Roper gaf aan hoe laag de priori
teit voor archieven in de Derde Wereld is. Vanuit
nationalistische sentimenten houden archiefdien
sten zich vaak bezig met oral history, terwijl onvol
doende aandacht wordt besteed aan het geschreven
verleden. Volgens Roper ligt een deel van de schuld
voor deze slechte situatie van archieven bij ons. In
het koloniale tijdvak zijn de 'inheemse' adminis
tratie en de papieren van de 'eigen' mensen door de
Europeanen verwaarloosd. Vervolgens zijn in som
mige gevallen de door koloniale instellingen ter
plekke gevormde archieven meegevoerd naar het
moederland. En tenslotte is er na de onafhanke
lijkheid door internationale instellingen onderwijs
aangeboden aan archivarissen in de Derde Wereld
dat volstrekt niet aan hun situatie was aangepast,
maar gebaseerd was op de Europese situatie. Met
name deze laatste fout kan nog worden goed ge
maakt. In Senegal, Ghana en Oost-Afrika zijn in
middels eigen archiefscholen opgericht met hulp
van Unesco. Verder kan daadwerkelijk steun wor
den geboden door het op grote schaal verfilmen
van in Europese archieven berustende koloniale
bestanden. Het grote probleem bij dit alles is na
tuurlijk geld. Roper deed het voorstel de contribu
tie van de rijke landen voor de i ca te verhogen, zo
dat de arme landen hier van zouden kunnen
profiteren. Verder zouden de vn en de eeg hun in
spanningen ten aaanzien van de archieven in de
Derde Wereld moeten vergroten. Tenslotte zouden
Europese archiefdiensten meer personeel voor ar
chieftrainingen kunnen leveren.
Parallelle sessies In een van de sessies
werd verder ingegaan op de rol van nieuwe
TECHNOLOGIEËN IN ARCHIEVEN IN DE DER
DE wereld. De adjunct-directeur van het natio
nale archief van Sri Lanka, Karunasena Paranavita-
na, wees op een aantal problemen zoals de incom-
patibiliteit van de aanwezige computerapparatuur,
het gebrek aan standaardisatie en de aanwezigheid
van verouderde apparaten. Na het betoog van Pa-
ranavitana kwamen er vrij veel vragen en opmer
kingen uit de zaal. Allereerst protesteerde een ar
chivaris uit Maleisië tegen het begrip ontwikke
lingslanden. Het archief in haar land staat erg goed
bekend. Men heeft bijvoorbeeld een 24 uur per
dag functionerende airconditioning. Doordat de
Maleisische regering gewezen is op het kostenbe
sparend effect van een goede archiefzorg heeft zij
zich bereid getoond hier geld in te investeren. Ver
volgens betoogde een tweetal Afrikaanse archiva
rissen dat niet een geavanceerde technologie, maar
een goede organisatie de belangrijkste prioriteit in
hun archiefdiensten was. Langzamerhand - zo
bleek uit reacties van aanwezige archivarissen uit
de Derde Wereld - begint men over expertise in ei
gen huis op het terrein van conservering te be
schikken. Maar het blijft een permanent gevecht
tegen ratten, muizen en insekten volgens Paranavi-
tana. Een wat hopeloze strijd gezien het feit dat
veel van deze beesten na verloop van tijd immuun
raken voor de tegen hen gebruikte chemische be
strijdingsmiddelen.
ARCHIEVEN INDEDERDEWERELD EN DE ONT
WIKKELING VA NARCHIEFOPLEIDINGEN.
Joshua Enwere ging na zijn politiek getint re
feraat in deze sessie in op de meer praktische kant
van de zaak. Problemen bij de opleiding tot archi
varis zijn onder andere dat archiefopleidingen niet
serieus genomen worden en zeker niet geprofessio
naliseerd zijn. Zo heeft Nigeria geen opleiding,
omdat men daar het nut er niet van in ziet. Per
land is er één rijksarchief, soms zelfs dat niet. In
Nigeria heeft de algemene rijksarchivaris nog mi
nisteriële neventaken. Enwere sprak geen mening
uit over deze vermenging van ambten.
Het technische niveau is laag, met name omdat
technisch werk vaak een laatste keus is voor jonge
ren, die niet naar de middelbare school kunnen
gaan. Bijscholing in Europa lost vaak niet veel op,
omdat ze daar leren werken met machines, die niet
in hun eigen land voor handen zijn. Sinds kort be
staan er unesco scholen in Dakar en Accra, waar
onder andere een postdoctorale archiefopleiding
[14]
is. In Ghana is een goede praktische archiefoplei
ding, maar wegens geldgebrek is er een terugloop
van studenten. In Nigeria kan men aan de univer
siteit een masters degree op archiefgebied behalen.
De overheid heeft vorig jaar plotseling deze oplei
ding geblokkeerd en de tien studenten, die zich
aangemeld hadden, moesten toen maar een biblio
theekgraad gaan halen.
Ton Gehlen (boven) en Jean Pierre Wallot (on
der), gastheren in Maastricht en Montreal Foto's:
Luc Hommes, Maastricht
Enwere hoopte, dat vooral de druk vanuit bestuur
en overheid zelf tot goede voorwaarden voor een
verantwoorde archiefzorg zullen leiden in de vorm
van depots, schrijfgerei, rekken, technisch en ar-
chivistisch geschoold personeel.
Elizabeth Danbury pleitte voor meer eenheid
bij de opleidingen, maar niet voor eenvormigheid.
Als een goed voorbeeld haalde zij aan het uitwisse
lingsprogramma 'Erasmus' tussen Brazilië, Enge
land en Portugal, dat zich afspeelde op het gebied
van applicatie van computerprogramma's, conser
vering en informatievoorziening. De Internatio
nale Archiefraad had veel goed werk verricht in
derde wereldlanden. Uitwisseling van informatie
om bij de tijd te blijven is vitaal, omdat daar de
diensten klein zijn.
De sessie 'archieven van de wereld en de
INTERNATIONALISERING VAN HET ONDER
ZOEK' werd voorgezeten door Ben Slot, waar
nemend rijksarchivaris van de Eerste Afdeling
van het Algemeen Rijksarchief. Tony Farrington,
werkzaam bij de India Office Library and Records
te Londen, zei dat hij zich vaker zakenman dan ar
chivaris voelt. De India Office Library and Re
cords is vooral bekend wegens het beheer van het
archief van de English East-Indian Company. In
zijn verhaal lag de nadruk op financiering van pro
jecten van zijn instituut, met name op het gebied
van microverfilming. Hij benadrukte dat de toe
gankelijkheid van archieven nog steeds een hoge
prioriteit behoeft. Het was jammer dat de volgen
de spreekster, mevrouw Yulianti Parani, archivaris
bij het Nationale Archief van Indonesië, verplicht
was haar betoog in het Engels, één van de twee
voertalen van het congres, te vertellen. Hierdoor
ging waarschijnlijk veel informatie voor de aanwe
zigen verloren. Zij legde de nadruk in haar verhaal
op de ontwikkeling van het archiefwezen in Indo
nesië. In de hierop volgende discussie stond de
keuze tussen nieuwe technologie en de 'oude' mi
croverfilming centraal. Duidelijk werd dat er vaak
voor nieuwe technologie wordt gekozen uit presti
gieuze overwegingen. Voor de bewaring van ar
chieven, zo stelde Ben Slot, zijn microfilms altijd
de beste keuze.
Grote belangstelling trok de sessie over de rol van
[15]