zijn in de definitie van een Europese cultuur. Het ontbreken van zo'n definitie schept verwachtingen die wellicht niet waargemaakt kunnen worden, zo als de aspiraties van Turkije om lid te worden van de Europese Gemeenschap. Archivarissen moeten hun steentje bijdragen aan een gemeenschappelijke Europese cultuur en in dit verband stelde Van der Woude voor tot een Europese vereniging van archivarissen te komen. Voorzitter Jan-Willem Bertens, lid van het Eu ropese parlement, merkte na deze oratio op dat in het Verdrag van Rome het begrip cultuur bui ten beschouwing is gebleven omdat de opstellers vreesden dat deze term de Europese eenheid zou fragmenteren. Parallelle sessies In de sessie over het BELANG VAN EUROPA'S ARC H I E F E RFEN I S OP LOKAAL EN NATIONAAL NIVEAU ontspon zich een discussie over particuliere archieven. De stel ling van één der sprekers, Jan Roegiers, als archiva ris en bibliothecaris verbonden aan de universiteit van Leuven, luidde dat niet de overheid maar be langengroepen zich moeten inzetten voor het be waren en toegankelijk maken van archieven van personen en privaatrechtelijke instellingen. De overheid dient hier slechts een stimulerende rol te spelen. Zij zou hulp moeten bieden aan die instel lingen of personen die particuliere archieven behe ren. De huidige situatie in de verschillende landen van Europa is vrij divers. In sommige Europese landen kennen particuliere archieven een zekere bescherming. In Italië bestaat zelfs een archiefwet voor particuliere archieven. Daarentegen worden op dit moment in Oost-Europa particuliere ar chieven weggekocht door onder andere de Ver enigde Staten. In de parallelsessie van deze dag over de ARC hie ven van de parlementen in euro pa trad on der meer Henny van Schie op, hoofd inventarisatie bij de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksar chief. De invalshoek van de eerste spreker in deze sessie, Hans Dieter Mann, verschilde totaal van die van Van Schie. Mann beschreef de opbouw van or ganisaties van parlementsarchivarissen in Duits land en in Europa, waardoor de positie en de status van de parlementsarchivaris werd versterkt. Voor de toekomst kunnen de parlementsarchieven in stellingen worden van interdisciplinaire samen werking tussen historici, sociologen, politicologen en bestuurskundigen, die allen het parlement als object van onderzoek beschouwen. Parlementsar chieven dus opgevat als parlementsarchizldiensten. Van Schie poneerde de stelling dat het belang van archieven (niet de diensten maar de stukkenvoor historisch en soortgelijk onderzoek afhangt van het belang van de instelling waarvan het archief af komstig is. Als de politieke macht in hoofdzaak ligt bij de uitvoerende macht, zul je vooral de archieven van de ministeries moeten raadplegen. Als de macht van de nationale staten verschuift naar het federale Europa, dan zullen we in de toekomst de archieven van Europese organen moeten raadple gen. Maar ook de beschikbaarheid van series ge drukte publikaties als de Handelingen en de Ge drukte Stukken, maken het eigenlijke archief min der belangrijk. Als de originele stukken dan ook nog als kopij zijn gebruikt, kun je die net zo goed weggooien. Tot verbijstering van de meeste aanwe zigen verscheurde Van Schie vervolgens zo'n origi neel document. De reacties in de discussie beperk ten zich tot het vragen om nadere informatie (wordt écht alles vernietigd?) en tot de constatering dat deze benadering voor hun eigen parlement toch niet opging, want daar werd het meeste niet gedrukt. Indruk heeft het in ieder geval wel ge maakt. DE EUROPESE TECHNISCHE INDUSTRIE EN HETARCHIEF-ERFGOED: MOGELIJKHEDEN en behoeften. In deze sessie behandelde Marion Beyea in hoog tempo een aantal technische maatre gelen ter bescherming van archiefmateriaal. Vaak gaat het om zeer praktische, low-budget oplossin gen. Robert Egeter van Kuyk belichtte de delicate band tussen archief en audio-visueel materiaal. Dit laatste is vooral complementair. Het stelt specifie ke eisen aan selectie, bewaren en beschikbaarstel len. Ook audiovisueel materiaal is een deel van de culturele erfenis. In veel derde wereldlanden moet AV-materiaal als verloren beschouwd worden, of is nauwelijks raadpleegbaar. Maar in de geïndustrialiseerde lan den is de situatie amper beter. Er is wel veel aan dacht voor conservering van negentiende-eeuws papier, maar onvoldoende voor twintigste-eeuws beeldmateriaal. Marie Vaillancourt, vertegenwoordigster van de firma Wang, hield een professionele, uitermate op timistische presentatie over de mogelijkheden van digitale opslag van beeldmateriaal. Over het ont breken van technische standaards sprak ze niet; en de tijd voor de discussie was te kort om dit aspect aan de orde te stellen. Dick Miller van AKZO hield een bijdrage over ontzuring. Gevreesd moet wor den dat het verhaal voor weinigen toegankelijk was. HOE KUNNEN DE BELANGEN VAN ARCHIVA RISSEN IN EUROPA BEHARTIGD WORDEN? Margaret Turner van de Society of British Ar chivists deed zeer praktische en concrete voorstel len voor internationale samenwerking. Allereerst moet in Engeland het beroep van archivaris wette lijk beschermd worden door examens verplicht te stellen en door een deugdelijke wet- en regelge ving, die nu geheel ontbreekt. Gezien de grote on derlinge verschillen pleitte zij niet voor een inter nationale vereniging van archivarissen. Uitwisselingscontacten zouden bij het maken van standaardisaties meer vrucht afwerpen. Taal barrières vormen geen probleem voor de Engelsen, daar de meeste Europeanen Engels spreken. Er zijn zelfs vier Nederlands sprekende archivarissen ge teld in Engeland, wat toch een buitengewone pres tatie is. Ook voorzag de spreker, dat uitwisseling tussen vaktijdschriften waardevoller is dan het op richten van één internationaal tijdschrift. Liliana Vanova uit Bulgarije schetste ons de po sitie van archivarissen in de voorheen communisti sche Oosteuropese landen. Ten opzicht van de Westeuropese collega's zijn ze te beschouwen als weeskinderen ten gevolge van het langdurige intel lectuele isolement. Jarenlang was het enige ijkpunt het Russische archiefwezen, dat evenmin veel zaaks was. In Bulgarije is in 1950 het archiefwezen pas opgericht, maar een archiefwet die overbren gingvan overheidsarchieven regelt, ontbreekt. Archieven van vóór de twintigste eeuw ontbre ken overigens geheel in Bulgarije. De laatste tijd is de politieke belangstelling voor archieven toege nomen doordat eigendomsrechten bewezen moe ten worden als gevolg van het weer toegestane privé-bezit. Een inhaalmanoeuvre is in gang gezet in de vorm van een onlangs opgericht centrum voor microverfilming, restauratie, conservering en automatisering. Er zijn voldoende goed opgeleide academici, maar desondanks blijft de achterstand groot. Het intellectuele isolement is voor Bulgarije de grootste handicap om volwaardig te participe ren in de wereld van het Europa zonder grenzen. Rosine Cleyet-Michaud vertelde over het gerin ge aanzien van het beroep van archivaris in Frank rijk. Om dit imago, terecht of onterecht, te verbe teren stelde zij de volgende suggesties voor: archi varissen zouden moeten leren in team-verband te werken, het beroep zou geprofessionaliseerd moe ten worden en de mobiliteit zou vergroot moeten worden. 5 Europa en de wereld van archieven Plenaire zitting Hoe is het gesteld met de archieven in de Derde Wereld? Dit was het centra le thema op de laatste congresdag. In de plenaire sessie werd een beeld geschetst door enerzijds de oud-archivaris van de nationale archieven in Nige ria, Enwere, en anderzijds door de al eerder ge noemde Roper. Joshua Enwere gaf een weinig rooskleurig beeld. Helaas zijn in het post-koloniale tijdperk archie ven niet zoals bibliotheken en musea als exponen ten van cultureel bewustzijn van de jonge, onaf hankelijke natie naar voren geschoven. Deels heeft dit te maken met het feit dat het vaak om papieren uit het koloniale tijdperk gaat, een episode waar aan men niet meer graag herinnerd wenst te wor den. Het gevolg is dat de nationale overheid nau welijks geïnteresseerd is in haar papieren erfenis en er voor archieven weinig geld is. Ontwikkelings landen richten hun hoop dan ook vooral op de Unesco en de 1 c A. De meeste Derde Wereldlanden bezitten slechts één archiefinstelling, doorgaans het nationale archief. Archivarissen hebben niet al leen te kampen met het hierboven geschetste pro bleem met de nationale machthebbers, ook be schouwen zij soms de verhouding met het moeder- [13]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 8