Ook oorlogsgeweld kan ernstige schade toe brengen. Kon ds K. Bokma bij het schrijven van een gedenkboek over Almkerk, de eerste gemeente Bewust is een soortgelijke volledigheid niet na gestreefd ten aanzien van het hoofdstuk over ar chieven van personen, die tijdens de Afscheiding een prominente rol hebben gespeeld. Bijzonder waardevol daarbij is dat hier niet alleen persoonlij ke archieven worden vermeld, maar ook materiaal van de betrokken 25 personen dat in andere ar chieven berust, waarvan zich een deel als gevolg van de emigraties van Afgescheidenen omstreeks 1850 in de Verenigde Staten bevindt. Het geheel wordt afgesloten met de opsomming van negen instellingen vanuit de Afgescheiden tra ditie. Met deze Gids is een onmisbaar hulpmiddel aan gereikt aan de onderzoeker in een tijd, dat het ar chiefonderzoek, aldus prof. Dekker, 'niet enkel meer iets van een geïnteresseerde leek is, maar van een veel bredere kring van onderzoekers'. Prof. dr. M. te Velde wees er op dat het kerkhistorisch on derzoek niet enkel een zaak van liefhebbers was, daar hierin ook Gods voortgaande genade tot uitdrukking kwam. Lokale kerkgeschiedenis is on misbaar bij een groter opgezet onderzoek.6 Om dit te bevorderen is de Gids in 1991 aan alle archief diensten toegestuurd. Ook wanneer er archivalia bewaard zijn gebleven willen de documenten uit de beginperiode van de Afscheiding nog al eens ontbreken. Allereerst door het slordige beheer van de ambtsdragers, wier fa milie het na het overlijden van de betrokkenen in plaats van het aan de kerkeraad terug te geven weg gooide. van één van de voormannen van de Afscheiding, ds G.F. Gezelle Meerburg, in 1935 nog enkele stuk ken uit het archief van de Hervormde Gemeente raadplegen, sinds de Tweede Wereldoorlog is dit niet meer mogelijk.7 Enkele jaren geleden vertelde een predikant mij nog voor zijn proefschrift een notulenboek te hebben geraadpleegd, dat bij een boer onder de bedstee lag. In 1989 werd het archief van Ten Boer bij een inbraak ontvreemd, waardoor het vroegste notu lenboek nu van 1865 dateert en niet langer meer van 1838.8 Dit had voorkomen kunnen worden, wanneer de plaatselijke kerken tijdig het nut van het in be waring geven hadden ingezien. Niet voor niets sprak De Kruijter daarom reeds in 1982 de wens uit, dat het registreren van de Afscheidingsarchie ven mede het in bewaring geven zou stimuleren.9 Prof. Dekker merkte namens de algemene rijksar chivaris bij de presentatie van de Gids op, dat de rijksarchiefdienst de Afscheidingsarchieven 'als een cultureel erfgoed welkom acht, maar dat de ar chiefdienst niet een dumpplaats mag zijn voor oud papier waar kerkeraden om de zoveel jaar hun (vaak ongeordende) materiaal naar toe sturen'. In een groot aantal gevallen berusten de plaatselijke archieven bij een archiefdienst, maar het ware te wensen dat dit ook nog met de resterende, en in het bijzonder met de drie in particulier bezit, ge beurt. De interkerkelijke werkgroep heeft de kerkhis torisch geïnteresseerde onderzoeker een grote dienst met deze publicatie bewezen, waarvoor dank en bewondering voor het doorzettingsvermo gen op zijn plaats is. H.J.Ph. G. Kaajan Noten 1 R.A.D. Renting, 'Archief- (wan)beheer in de Gereformeerde Kerken', in: Theologisch Tijdschrift 71 (1970,76-91. 2 M.C. van Leeuwen-Canneman, 'Verslag van de Contactdag Kerke lijke Archieven gehouden op zater dag 4 april 1981 in het Rijksarchief in Utrecht', in: nab 85 (1981), 248-258, in het bijzonder 256. 3 C. Dekker, 'Kerkelijke archieven', in: nab 85 (1981), 126-148, in het bijzonder 147. 4 nab 86 (1982), 94-95. C.J. de Kruijter, 'Archieven van de Gere formeerde Kerken in Nederland', in: Documentatieblad voor de Ne derlandse Kerkgeschiedenis van de negentiende eeuw, nr. 14 (december 1982), 20-30, in het bijzonder 21- 22. 5 M.C. van Leeuwen-Canneman, 'Tweede contactdag kerkelijke ar chieven', in: nab 88 (1984), 107- 114, in het bijzonder 113-114. [70] 6 Reformatorisch Dagblad, 1 maart 1991Nederlands Dagblad, 2 maart 1991. 7 K. Bokma, Herdenken en Danken. Waardhuizen 1935. C. de Gast, De Afscheiding van 1834 in Almkerk en Emmichoven (Tilburg 1984), 122 en C. Smits, De Afscheiding van 1834 deel 8, Provincie Noord-Bra bant (Dordrecht 1988), 143 waren op Bokma's werk aangewezen. 8 Noorderkrant, 12 april 1989. Zie voor vermelding van het destijds oudste notulenboek: J. Wesseling, De Afscheiding van 1834 in Gronin gerland deel 11 (Groningen z.j. [1974]). 131- 9 Zie noot 4, Documentatieblad, 22. Het verdeelde archief w.j. van hobo ken, Het verdeelde archief, een te rugblik. Gemeentearchief Amsterdam, Stadsdruk kerij Amsterdam. 64 blz., geïll. Voor 12,50 ver krijgbaar bij het Gemeentearchief, Amsteidijk 67, 1074 h z Amsterdam. Toen in 1985 de tweede grote uitbreiding van het archiefcomplex voltooid was en het Amsterdamse Gemeentearchief voor het eerst sedert bijna een eeuw weer in één behuizing werd geconcentreerd, verzocht de redactie van het ten archieve verschij nende personeelsblad Lias de oud-gemeentear chivaris Van Hoboken de lezers te vertellen hoe de huisvesting van het archief zich in de loop der jaren had ontwikkeld. Deze kon daarbij put ten uit zijn persoonlijke herinneringen en uit het geen hij van zijn voorganger mr W. F. H. Oldewelt vernomen had. Daarnaast raadpleegde hij archiva lia, vooral uit het archief van de in 1952 door de gemeenteraad benoemde commissie ad hoe voor het Gemeentearchief, aan welk archief ten stad- huize nadat de commissie in 1955 ontbonden was nog stukken betreffende de bouw waren toege voegd. In veertien hoofdstukken ziet de lezer de papie ren neerslag van de hoofdstedelijke overheidsbe moeiingen van het stadhuis aan de Oudezijds Voorburgwal uitwaaieren over het Waaggebouw op de Nieuwmarkt, het oude raadhuis van Nieu- wer-Amstel aan de Amsteidijk, een hulpbank van lening aan de Herenmarkt, ruimten van de Cen trale Markthallen aan de Jan van Galenstraat, betonnen bunkers bij Zandvoort en Heemskerk, zolders van het hoofdgebouw van de Bank van Le ning aan de Oudezijds Voorburgwal, de voormali ge meelfabriek Ceres aan de Nieuwe Prinsengracht en het oude papiermagazijn van Proost en Brandt op het Rusland. Hij maakt behalve met de auteur en zijn voorganger kennis met de archivarissen mr W.R. Veder, dr J.C. Breen en mr A. Ie Cosquino de Bussy en met de burgemeesters mr W. F. van Leeu wen, dr W. de Vlugt, mr A.J. d'Ailly, mr G. van Hall en dr I. Samkalden. Al deze personen zijn duidelijk neergezet in hun relatie tot het hier be handelde onderwerp. De auteur onthoudt hun bijwijlen zijn kritiek niet en mede daardoor is dit boekje zeer leesbaar en zal ook hen aanspreken, die minder dan de recensent bij de hier beschreven ge beurtenissen betrokken waren. Het enige spijtige is dat het boekje, openbaar gemaakt op de Nationale Archievendag 12 okto ber 1991 en ontstaan naar aanleiding van de ver eniging van het Archief in 198 5ophoudt in 1973 Zulks is de bewuste keuze van de auteur en die heeft men te respecteren. Trouwens waar is het einde, ingewijden weten dat er alweer van uitbrei dingsplannen sprake is. J.H. van den Hoek Ostende De archivaris als bronnenuitgever TH.L.M. ENGELEN, J. FOLKERTS, F.M.M. HEN- drickx (red.), Fabrieken en trafieken in het Depar tement van de Oude IJssel (1800). Rijksarchief in Overijssel, Zwolle 1990. ISBN90-71238-51-2. b. van elderen, Zoek- en selectieprogramma Goldberg 3.0. Rijksarchief in Overijssel, Zwolle 1990. isbn 90-71238-55-5. Het driemaandelijks tijdschrift Theoretische Ge schiedenis ij (1990), nummer 4, is geheel gewijd aan het ontsluiten, publiceren en interpreteren van bronnen van de Nieuwe Tijd. In één van de bijdragen daaraan (blz. 393-409) schetst J. Roele- vink de drie-eenheid die geschiedschrijver, archi varis en bronnenuitgever in de vorige eeuw vorm- [71]

Periodiekviewer Koninklijke Vereniging van Archivarissen

Nederlandsch Archievenblad | 1992 | | pagina 37