Prof, mr J. Th. de Smidt ontvangt de Van Wijn
penning
succesvol in de Nieuwe Kerk in Amsterdam verlo
pen is, werd doorgezet. Als voorzitter van de Stich
ting Nationale Archiefmanifestatie heeft hij de im
pact van een dergelijke tentoonstelling voor het
gehele Nederlandse archiefwezen, misschien wel
beter dan wijzelf, gezien. Met niet aflatend en
thousiasme - ondanks de nodige teleurstellingen -
bleef hij fondsen werven; zijn betrokkenheid en
inzet heeft in belangrijke mate tot het succes van
zowel de manifestatie in Amsterdam als van de ge
hele lustrumviering bijgedragen. Daarbij komt dat
zijn relaties met het archiefwezen in Nederland
niet van vandaag of gisteren dateren: in 1969 werd
hij de eerste voorzitter van de (net ingestelde) Ar-
chiefraad. Van nogal wat archivarissen is hij de
peetvader/promotor. De dank voor zijn indruk
wekkende betrokkenheid bij ons lustrum - denk
ook nog eens aan zijn redes tijdens de opening van
het congres in Maastricht en van de tentoonstel
ling in Amsterdam - kan nauwelijks in woorden
worden uitgedrukt, vandaar dat de Hendrik van
Wijnpenning voor Thom de Smidt het tastbare
bewijs is van onze erkentelijkheid voor het vele wat
hij voor de vereniging en het Nederlandse archief
wezen heeft verricht.
De tweede Hendrik van Wijnpenning, die het
bestuur bij deze gelegenheid wil uitreiken, is be
stemd voor Joan van Albada, die als de geestelijke
vader van de gehele lustrumviering mag worden
beschouwd. Met vooruitziende blik presenteerde
hij al ruim een jaar of vier geleden, toen nog ge
woon bestuurslid, zijn plannen voor een groots
eeuwfeest. Ambitieuze plannen, dat wel, maar wie
zijn doelen niet hoog stelt, bereikt uiteindelijk
toch te weinig. Vanuit die gedachtengang gaf het
bestuur het groene licht, en Joan toog aan de slag.
Hij was in het gehele lustrum een zo centrale
figuur, dat we ons wel zorgen gemaakt hebben, wat
er zou moeten gebeuren als hij onverhoopt uit zou
vallen. Overal wist hij van, bij alles dacht hij mee,
ondernam hij actie, voelde hij zich betrokken, leg
de contacten in binnen- en buitenland, regelde
sponsors en sprekers, dacht aan publicaties en
affiches, aan tolken en theaters. Een inschatting
van de hoeveelheid tijd die Joan in ons lustrum
heeft gestoken, kan maar beter niet gemaakt wor
den, maar dat het in de afgelopen jaren veel is ge
weest, laat zich raden. Toen de verschillende on
derdelen (Groningen, Maastricht, Amsterdam,
Open Archievendag, Haarlem) eenmaal in de rails
gezet waren, richtte zijn aandacht zich voorname
lijk op zijn troetelkind, het internationale congres
in Maastricht. Het succes van dat symposium is
voor een belangrijk deel te danken aan de opzet en
programmering, waarin heel duidelijk de hand
[62]
Drs J.N. T. van Albada neemt het eremetaal in
ontvangst
van Joan van Albada te herkennen valt. Maar de
rol van Joan van Albada in het Nederlandse ar
chiefwezen in de afgelopen twintig jaar heeft meer
omvat dan alleen de lustrumviering van de van.
Hij behoorde tot de oprichters van het Dispuut
van Jonge Chartermeesters, was de (laatste) se
cretaris van de vwao, de Vereniging van We
tenschappelijk Archiefambtenaren in Overheids
dienst, was (twee keer) bestuurslid van de van, is
ook nu nog voorzitter van de Landelijke Kring van
Gemeente- en Streekarchivarissen en lid van vele,
soms zeer uiteenlopende commissies en besturen
in ons vakbereik. Ook, of misschien juist, in het
internationale vlak is Joan actief: hij is secretaris
van de sectie van de archivarissenverenigingen
(spa) van de Internationale Archiefraad, redacteur
van Janushet (gezamelijke) tijdschrift van die sec
tie van de verenigingen en van de gemeentearchi
varissen (sma). Voorts was hij lid van het Comité
Executif van de ica (1988-1990), waarin hij als
eerste en enige vertegenwoordiger van een vereni
ging - hij zat er namens de van - een unieke positie
innam tussen alle vertegenwoordigers van staatsar
chiefdiensten. Kortom een man, die in het belang
van het Nederlandse archiefwezen en van onze ver
eniging, vele en grote verdiensten heeft, en die op
grond daarvan met ere een Hendrik van Wijnpen
ning kan worden toegekend.'
Hierna schorst de voorzitter kort de vergadering
om het woord te verlenen aan de Commissaris van
de Koningin in Noord-Holland, drs R. de Wit, die
een aantal aspecten belicht van de geschiedenis van
het Provinciehuis, een monumentaal pand, dat uit
de Franse tijd dateert.
9 Rondvraag
Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt. De
vergadering wordt vervolgens gesloten. De presen
tielijst werd getekend door 119 personen.
Moot
1 Zie voor de aanbieding van de eer
ste Hendrik van Wijnpenning
aan Ketelaar: nab 91 (1987)
178-181; aan de toespraak bij die
gelegenheid door voorzitter
drs I.W.L.A.Caminada uitgespro
ken is voor deze toelichting het no
dige ontleend.
[63]